Thema 8 Les 2: periode 8 --> observeren

Thema 8, Les 2
Welkom bij les 2 van thema 8. 

De vorige les ging over rapporteren. Vandaag gaan we het hebben over Observeren.




1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 8, Les 2
Welkom bij les 2 van thema 8. 

De vorige les ging over rapporteren. Vandaag gaan we het hebben over Observeren.




Slide 1 - Tekstslide

Observeren, wat is dat?
Waarnemen is iets bij toeval opmerken met een
van je zintuigen. Horen, zien, voelen, ruiken.

Observeren is het bewust en systematisch met
een vooropgesteld doel waarnemen van het
gedrag van een persoon

Slide 2 - Tekstslide

Waarom observeer je als helpende in de zorg? en wat observeer je, met welk doel?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Noem minimaal 3 observatie methodes en leg ze uit

Slide 5 - Open vraag

vertel het verschil tussen objectief en subjectief

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Waarom is het belangrijk om altijd zo objectief mogelijk te observeren?

Slide 8 - Open vraag

Bij een beroepsmatige observatie is meestal sprake van gestructureerde observatie
Je observeert dan met een bepaald doel. Je wilt bijvoorbeeld te weten komen waarom een bepaald kind in een klas zo vaak ruzie maakt. 

Of je wilt erachter zien te komen of een bejaarde ziekenhuispatiënt dement, depressief of gedesoriënteerd is.

Slide 9 - Tekstslide

Van tevoren bepaal je het doel van de observatie en bedenk je op welk soort gedrag je gaat letten. 

Bij een verwarde bejaarde patiënt ga je niet bijhouden hoe vaak hij niest of hoest, bijvoorbeeld. Wel hoe vaak en wanneer hij of zij lacht of huilt.

Slide 10 - Tekstslide

Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten beschrijven. 
Registreer aantallen van bepaald gedrag. Bijvoorbeeld: hoe vaak roept hij iemand?

Vermijd subjectieve omschrijvingen zoals 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.

Slide 11 - Tekstslide

Observeren
(vul alle vakken in)

Slide 12 - Woordweb

Je observeert tijdens het sjoelen met de cliënten, je doet zelf ook mee met het spel. Dit noem je:
A
niet participerend observeren
B
participerend observeren

Slide 13 - Quizvraag

Observeren leer je door het veel te doen. Dat betekent bewust kijken, luisteren en voelen.
Het is belangrijk om dat zo onbevangen mogelijk te doen, en niet meteen te oordelen. Dingen zijn soms anders dan ze lijken. 

De een is van nature een betere observeerder dan de ander. De een heeft nu eenmaal scherpere ogen dan de ander. 

Slide 14 - Tekstslide

Observeren doe je door te zien, horen, voelen en toetsen. Leg van elk van deze 4 manieren uit hoe je dat doet.

Slide 15 - Open vraag

Lees de informatie op de volgende pagina 
(kopieer en plak de link)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Welke ervaringen heb jij met observeren op je stage of in je werk? vertel.

Slide 18 - Open vraag

Noem 3 valkuilen bij observeren

Slide 19 - Open vraag

Noem wat je hebt
geleerd van deze les

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide