anatomie van het haar

Anatomie van het haar
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Anatomie van het haar

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


Theorie: Anatomie van het haar.
Practicum:  Haar(schubben) bekijken onder de microscoop

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Aan het eind van de les kan de student de opbouw van een haar benoemen.
  • Aan het eind van de les kan de student de groeifase van haar uitleggen.
  • Aan het eind van de les kan de student haarschubben herkennen onder de       microscoop.

Slide 3 - Tekstslide

Welke functies en plaatsen
van haar weet je?

Slide 4 - Woordweb

Functies en plaatsen van haar.
Haar kan op verschillende plaatsen voorkomen op het lichaam:

 
Hoofdhaar: houdt invloeden van buitenaf buiten (UV-licht, stof), hoofdhaar heeft vooral een sociale en esthetische functie
Okselhaar: neemt transpiratie vocht op.
Neus/oor haar: houdt stof en vuil tegen.
• Schaamhaar: signaalfunctie van vruchtbaarheid.
Wimpers en wenkbrauwen: zorgt ervoor dat transpiratievocht niet in de ogen loopt.

Over het algemeen is de functie van haar het regelen van de lichaamstempratuur. Aan de achterkant van de haarzakjes zitten spiertjes die kunnen samentrekken waardoor kippenvel ontstaat. Kippenvel is nodig om ons warm te houden.

Slide 5 - Tekstslide

Anatomie van een haar nader uitgelegd.
  • Haarschacht: ligt aan de oppervlakte van de huid, waar je de     haar ziet > het bestaat voornamelijk uit eiwit-keratine.
  • Talgklier: produceert talg dat is een olieachtige substantie >   die zowel de haarschacht als de huid hydrateert.
  • Haarbol: Verdikking aan de haarwortel.
  • Haarspier: Wanneer de spier samentrekt, blijft de haar     letterlijk rechtop staan. Dit is  veroorzaakt kippenvel.
  • Haarzakje/follikel: Is het levende deel van het haar dat zich   onder het oppervlak van de huid bevindt. 

Slide 6 - Tekstslide

Vul de juiste juiste woorden in.

Slide 7 - Open vraag

Opbouw van een haar.
  • De schubbenlaag – beschermt de twee onderliggende lagen. De schubbenlaag bestaat uit keratineschubben die als dakpannen over elkaar heen liggen. Keratine is een eiwit en zijn de bouwstenen van het haar. Bij gezond haar zijn de schubben gesloten en weerkaatst het licht dat op het haar komt. Dit zorgt voor sterk en glanzend haar. Wanneer deze schubben open staan ontstaan er gespleten haarpunten, raakt het snel in de knoop en is het poreus + dof.
  • De vezellaag – Dit is de dikste laag (de middelste) en bestaat uit lange vezels die sterkte en elasticiteit aan het haar geven. Hierin zitten verschillende verbindingen zoals de zwavelbruggen en waterstofbruggen.
  • Het merg – Dit is de binnenste laag van het haar en voedt het haar zolang het haar zich in je hoofd bevindt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waterbruggen en zwavelbruggen
Een eenvoudig een voorbeeld uit het dagelijks leven. Je haar, dat voornamelijk uit proteïnen bestaat, wordt samengehouden door de twee hierboven beschreven interacties. Wanneer je in de douche staat zal het water dat op je haar komt, de waterstofbruggen verzwakken. Droog je je haar nadien af, en je kamt het niet, dan blijft het alle kanten op staan. Dat is doordat door het verdampen van alle water de waterstofbruggen zich vormen en de proteïnen in je haar in een bepaalde vorm vast komen te zitten. Maak je het weer nat, dan verzwakken de waterstofbruggen weer, en kan je het weer vervormen.
Echter, in je haar zit ook vrij veel cysteïne, dat vrij veel zwavelbruggen vormt. Water alleen kan deze bruggen niet verzwakken of verbreken. De kapper kan dat echter wel: dat doet hij bij een zogenaamde permanent. Daarvoor brengt hij eerst een vorm in het haar, bijvoorbeeld met krullen, en daarna gaat hij met een chemisch product de zwavelbruggen verbreken en weer in elkaar laten klikken. Het resultaat is een haarstructuur die moeilijk tot niet met water te veranderen is. De zwavelbruggen zijn dus wel degelijk sterker dan de waterstofbruggen.

Slide 10 - Tekstslide


1.
Anagene fase/groeifase
  •  cellen van de bol delen snel
  •  90% van de haarzakjes bevinden zich in deze fase
  •  duurt 2 tot 7 jaar
  •  de duur van de deze fase bepaalt de maximale haarlengte
  •  factoren die de lengte beïnvloeden: genetica, voeding,     l           leeftijd en algehele gezondheid.

Catagene fase/overgangsfase
  •  duurt slechts twee tot drie weken.
  •  haar stopt met groeien en maakt het zich los van de                   bloedtoevoer
  •  haar wordt zwakker.


Slide 11 - Tekstslide


2.
Telogene fase/rustfase

  •  het zwakke haar bevindt zich in de rustfase
  •  nieuw haar begint er onder te groeien.
  •  dit duurt ongeveer drie maanden
  •  10-15% van alle haren bevindt zich op elk willekeurig                 moment in deze fase.

Exogene fase/einde rustfase
  •  haaruitvalfase
  •  elke dag verliezen we 50 tot 100 haren 

na deze fase keert de haarfollikel terug naar de Anagene fase en herhaalt de cyclus zich.




Slide 12 - Tekstslide

Telogene fase
Anagene fase
Exogene fase
Catagene fase

   Rustfase

 overgangs
      fase

  groeifase

     einde         rustfase

Slide 13 - Sleepvraag

Wat wist je al?​
Wat was nieuw voor jou?​
 Wat zou je nog meer willen weten?​

Slide 14 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll