Soorten stoffen deel 2: bindingen tussen moleculen

Havo4 SK hoofdstuk 2
Chemische bindingen
deel 2: bindingen tussen moleculen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Havo4 SK hoofdstuk 2
Chemische bindingen
deel 2: bindingen tussen moleculen

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen voordat we verder gaan....

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de formules naar de juiste soort stof
Moleculaire stof
Zout
Metaal
N2O4
Fe2O3
O2
Fe

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe heet de binding die hiernaast is aangegeven met de pijl?

Slide 4 - Open vraag

Waaruit is deze binding gemaakt? Een gemeenschappelijk paar .....

Slide 5 - Open vraag

Vanderwaalsbinding & waterstofbruggen

Bindingen TUSSEN moleculen

Slide 6 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding
Alle moleculen trekken elkaar aan met de vanderwaalsbinding.

We noemen dit ook wel de molecuulbinding.

Hoe groter de molecuulmassa (en contactoppervlak)
hoe sterker de vanderwaalsbinding.

Slide 7 - Tekstslide

Fase-overgangen
Bij opwarmen gaan moleculen steeds harder trillen 
waardoor de afstand groter wordt. 
Bindingen tussen de moleculen worden dan uiteindelijk verbroken.

Slide 8 - Tekstslide

Welke binding verbreek
je tijdens het koken van
een moleculaire stof?
A
atoombinding
B
vanderwaalsbinding
C
vanderwaalsbinding én atoombinding

Slide 9 - Quizvraag

Hoe groter de molecuulmassa hoe ___(1)___ de vanderwaalsbinding en hoe ___(2)____ het kookpunt
A
(1) sterker / (2) lager
B
(1) sterker / (2) hoger
C
(1) zwakker / (2) lager
D
(1) zwakker / (2) hoger

Slide 10 - Quizvraag

Rangschik naar oplopend kookpunt:
(A) C₄H₁₀ (B) C₃H₈ (C) CH₄
A
A-B-C
B
B-C-A
C
C-B-A

Slide 11 - Quizvraag

Atoombinding
Bij een normale atoombinding worden elektronen netjes gedeeld:

elektronen liggen in het midden tussen de atomen

Slide 12 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Maar sommige atomen zuigen sterk aan elektronen, zoals zuurstof en stikstof.

Hierdoor schuiven de elektronen uit het midden
een polaire atoombinding

Slide 13 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Door verschuiven van negatieve elektronen wordt O en de N een beetje negatief

Het atoom ernaast (hier de H) wordt juist beetje posifief

Slide 14 - Tekstslide

Waterstofbruggen
OH-groepen en NH-groepen kunnen waterstofbruggen (H-bruggen) vormen.

Alleen tussen OH-groepen en/of NH-groepen. 
Nooit bij CH-groepen!

Slide 15 - Tekstslide


Wat zijn de juiste waterstofbruggen?
A
A en B
B
A en C
C
B en C
D
Zowel in A, B als C

Slide 16 - Quizvraag

Gevolgen van waterstofbruggen
  • H-bruggen sterker dan vanderwaalsbinding
  • Aanwezig tussen de moleculen náást vanderwaalsbinding
  • Zorgen voor oplosbaarheid in water: hydrofiele stoffen
  • Geen H-bruggen mogelijk? Dan juist hydrofobe stoffen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel
  • Hydrofoob mengt met hydrofoob

Slide 17 - Tekstslide

Welke bindingen zitten er tussen watermoleculen in een glas water? Kies het beste antwoord.
A
atoombinding en waterstofbruggen
B
vanderwaalsbinding
C
waterstofbruggen
D
waterstofbruggen en vanderwaalsbinding

Slide 18 - Quizvraag

Stof A en stof B hebben dezelfde molecuulmassa. Stof A heeft NH-groep in het molecuul, stof B niet.

Welke heeft het hoogste kookpunt?
A
Stof A
B
Stof B
C
Kookpunten zijn gelijk
D
Geen idee...

Slide 19 - Quizvraag

Is de stof (gemaakt
van deze moleculen)
hydrofiel of hydrofoob?
A
hydrofiel
B
hydrofoob

Slide 20 - Quizvraag

Is het molecuul hydrofiel of hydrofoob?
A
hydrofiel
B
hydrofoob

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag...
  • Klaar? Weektaak: 
  • paragraaf 2.2
  • opgaven 5, 6, 7, 8 en 10

Slide 22 - Tekstslide