Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Studyflow G3.3: grammatica zinsdelen
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat doen we in deze les?
kort herhalen:
werkwoordelijk gezegde met een wederkerend voornaamwoord.
werkwoordelijke uitdrukkingen
naamwoordelijk gezegde
Slide 2 - Tekstslide
Sommige werkwoorden zijn
wederkerende werkwoorden
. Deze werkwoorden hebben
een vast wederkerend voornaamwoord
bij zich.
Als je het wederkerend voornaamwoord
niet
door een ander woord kunt vervangen, is het
onderdeel
van het
werkwoordelijk gezegde
.
niet
vervangen = wg!
Slide 3 - Tekstslide
Ik vergis
me
nooit bij dit soort vragen.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
niet
vervangen door een ander woord.
me vergissen
is dus een
wederkerend werkwoord
. Het
werkwoordelijk gezegde:
vergis me.
wed.vnw
Slide 4 - Tekstslide
Zij gedroegen
zich
voorbeeldig.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
niet
vervangen door een ander woord.
gedroegen zich
is dus een
wederkerend werkwoord
.
Het
werkwoordelijk gezegde
:
gedroegen zich
wed.vnw
Slide 5 - Tekstslide
Jij bemoeit
je
met alles. We schamen
ons
een beetje.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
niet
vervangen door een ander woord.
bemoeit je
is dus een
wederkerend werkwoord
.
schamen ons
is dus een
wederkerend werkwoord
.
Het
werkwoordelijk gezegde:
bemoeit je - schamen ons
wed.vnw
wed.vnw
Slide 6 - Tekstslide
Noteer het werkwoordelijk gezegde van de volgende zin:
Ik verslik me in het snoepje.
Slide 7 - Open vraag
Noteer het werkwoordelijk gezegde van de volgende zin:
Zij gedraagt zich irritant.
Slide 8 - Open vraag
Mijn vader scheert
zich
met water en zeep.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
wel
vervangen door een ander woord (bijvoorbeeld:
zijn kind
)
werkwoordelijk gez.
scheert
lijdend voorwerp
: (wie scheert hij?) zich
wed.vnw
Slide 9 - Tekstslide
Ik meld
me
aan bij deze club.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
wel
vervangen door een ander woord (bijvoorbeeld:
mijn vriend
)
werkwoordelijk gez.
meld aan
lijdend voorwerp
: (wie meld ik aan?) me
wel vervangen = geen wg!
wed.vnw
Slide 10 - Tekstslide
Wij verwonden
ons
aan de scherf.
Het wederkerend voornaamwoord kun je in deze zin
wel
vervangen door een ander woord
(bijvoorbeeld:
de kinderen
)
werkwoordelijk gez.
verwonden
lijdend voorwerp
: (wie verwonden wij?) ons
wed.vnw
Slide 11 - Tekstslide
Noteer het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin.
Ik vermaak me uitstekend.
Slide 12 - Open vraag
Noteer het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp in de volgende zin.
Hij prikt zich met de spuit.
Slide 13 - Open vraag
Uitdrukkingen zijn zinnen die je niet letterlijk, maar
figuurlijk
op moet vatten.
De figuurlijke uitdrukking is onderdeel van het gezegde.
De trainer stak de verdrietige speler een hart onder de riem.
figuurlijk betekenis: moed inspreken.
wg: stak een hart onder de riem.
Slide 14 - Tekstslide
Noteer het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin.
Volgens mij is daar iets niet in de haak.
Slide 15 - Open vraag
Noteer het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin.
Maarten is helemaal in de wolken met zijn nieuwe snowboard.
Slide 16 - Open vraag
Noteer het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin.
Cabaretiers mogen graag de draak steken met bekende landelijke politici.
Slide 17 - Open vraag
Het
naamwoordelijk gezegde
Dit zinsdeel bestaat uit een
werkwoordelijk deel
(koppelwerkwoord en eventueel hulpwerkwoord(en)
en een
naamwoordelijk deel
.
Die stoere jongen/
is
/eigenlijk/ heel gevoelig.
is
= een vorm van
zijn
en koppelt zinsdeel
heel gevoelig
(bn) aan het onderwerp die jongen
Slide 18 - Tekstslide
Die stoere jongen/
is
/eigenlijk/ heel gevoelig.
naamw.gez: is erg gevoelig
Zij / wil / later /een beroemd chirurg /worden.
naamw.gez: wil een beroemd chirurg worden
is = het werkwoordelijk deel
heel gevoelig = naamwoordelijk deel
wil worden = het werkwoordelijk deel //
wil
=
hww
worden
=
kww
een beroemd chirurg = naamwoordelijk deel
Slide 19 - Tekstslide
Let op:
Het naamwoordelijk gezegde is dus nooit tegelijkertijd een werkwoordelijk gezegde!
ls er een naamwoordelijk gezegde in de zin staat, moet het
hoofdwerkwoord
van de zin een
koppelwerkwoord
zijn.
Slide 20 - Tekstslide
Het antwoord op de vraag bleek erg ingewikkeld.
A
bleek = zww
B
bleek= zww
Slide 21 - Quizvraag
Het antwoord op de vraag bleek lastig te vinden.
A
bleek = kww vinden = hww
B
bleek= hww vinden = kww
C
bleek = hww vinden = zww
D
bleek = kww vinden = zww
Slide 22 - Quizvraag
Het antwoord op de vraag bleek erg lastig te zijn.
A
bleek = kww zijn = hww
B
bleek= hww zijn = kww
C
bleek = hww zijn = zww
D
bleek = zww zijn = hww
Slide 23 - Quizvraag
Mijn mentor lijkt onder alle omstandigheden kalm te blijven.
A
lijkt = kww blijven = hww
B
lijkt= hww blijven = kww
C
lijkt = hww blijven = zww
D
lijkt = zww blijven = hww
Slide 24 - Quizvraag
Ga naar: Studyflow
maak G3.3 en Test jezelf af
.
Klaar: start met G4.1 (let op: lees de uitleg)
dinsdag boek doorgeven
let op de literatuurlijst magister.me
toestemming vragen indien andere titel
Let op: kies een andere schrijver dan die van vorig schooljaar.
Slide 25 - Tekstslide
• Week 42 toets: G3 en G4 (weging 2)
• Week 45 toets: boekopdracht 1 (weging 2)
(opdracht: zie huiswerk dinsdag)
• dinsdag doorgeven titel en schrijver
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
C5 Zinsdelen wedig. vnw, wed.vnw, wg, lv, wed.ww.
Oktober 2024
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Gez of lv bij wed.ww + uitleg vv 2vwo+
Oktober 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
C5 Grammatica (§ 1, 3 en 4)
Oktober 2024
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
WRE 2AHA - Grammatica - les 3
Januari 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Samenvatting C4 (§2, §6) en C5 (§1, §3, §4)
Oktober 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
vwo2-C5-§3-Gezegde en lv bij wederkerende ww
Oktober 2024
- Les met
21 slides
NN7 - Grammatica §3 - Gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden - 2V
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Studyflow G3.3: grammatica zinsdelen
Oktober 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2