Cursus 1 Basis §1 + §2

§1 & §2 Basis
Leesvaardigheid
- H1 onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
- H2 inleiding en slot


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§1 & §2 Basis
Leesvaardigheid
- H1 onderwerp, hoofdgedachte en tekstdoel
- H2 inleiding en slot


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Nakijken Cursus Basis §1
- ophalen voorkennis van de begrippen: inleiding, slot en middenstuk
- Maken Cursus Basis §2 opdr 5

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 1 Basis 1
Voorkennis weer opgehaald?
Laat maar zien....

Slide 5 - Tekstslide

Zorgt de harde lockdown voor meer depressies?

Dit kan een hoofdgedachte van een tekst zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Het probleem van de plastic soep is funest voor mens en dier.
Deze zin kan een hoofdgedachte zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Noteer de vijf belangrijkste tekstdoelen.

Slide 8 - Open vraag

'Proeven met je ogen'

Is deze titel een..
A
informerende titel
B
motiverende titel

Slide 9 - Quizvraag

'Opnieuw wolf gesignaleerd'

Deze titel is een..
A
informerende titel
B
motiverende titel

Slide 10 - Quizvraag

Cursus 1 Basis 2
 De inleiding van een tekst heeft twee functies:

1. de aandacht van het publiek trekken;

2. het onderwerp van de tekst introduceren;
Duidelijk maken waarover de tekst gaat. 
• Er worden één of meer vragen gesteld.
• Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
• Er wordt een probleem geschetst.

Slide 11 - Tekstslide

Aandacht trekken
Het is sterk om een sterke eerste zin te gebruiken:
• een intrigerende vraag: – Waarom denkt men – waarschijnlijk ook hier in de zaal – dat wiskunde heel moeilijk is?
• ‘schokkende’ of opvallende cijfers: – Een op de tweehonderd inwoners van de Verenigde Staten zit achter slot en grendel.
• een paradox (een schijnbare tegenstelling): – Onze kennis van de wereld wordt steeds groter en tegelijkertijd weten we steeds minder.
• een prikkelend citaat: – ‘Er zijn drie soorten leugens: leugens, keiharde leugens en statistieken’, zei Benjamin Disraeli.
• een suggestieve of raadselachtige opsomming: – Een geweer, een koe, een boom en een vrouw. Wat, dames en heren, hebben deze woorden met elkaar te maken?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een anekdote?

Slide 13 - Open vraag

Noem twee functies van de inleiding van een tekst.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Welke manier gebruikt de schrijver om de inleiding aantrekkelijk te maken?
A
hij verwijst naar een actuele gebeurtenis
B
hij beschrijft kort de voorgeschiedenis
C
hij geeft een aantrekkelijk voorbeeld
D
hij geeft het belang van het publiek aan

Slide 16 - Quizvraag

Niets is zeker, en zelfs dat niet. (Multatuli)

Deze eerste zin is een klassieke manier van ...
A
schokkende of opvallende cijfers
B
een paradox
C
een prikkelend citaat
D
een suggestieve of raadselachtige opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht
Maak opdracht 2 op blz. 14

Slide 18 - Tekstslide

Slot
Het slot bevat naast de hoofdgedachte:
- een samenvatting
- een afweging
- een aansporing/aanbeveling
- een toekomstverwachting

Slide 19 - Tekstslide

Slot
- Vaak begint het slot met een signaal, zoals: kortom en al met al
- Manieren om aantrekkelijk te eindigen:
• een aansluiting bij het begin (de cirkel rondmaken): in het slot wordt teruggekomen op (de aandachttrekker uit) de inleiding;
• een uitsmijter (pakkende slotzin), bijvoorbeeld een retorische vraag of een citaat.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

In het slot dat je net gelezen hebt, staat de hoofdgedachte. deze staat bij nummer:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

In het slot dat je net gelezen hebt, staat een nummer 4. Welke manier van ACTAS is gebruikt?
A
afweging
B
conclusie
C
toekomstverwachting
D
aanbeveling

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag
- Maken Cursus 1 Basis 2 opdr 5

Slide 24 - Tekstslide