Histoire de la littérature française - Fin de Siècle

Romantiek : 1800 - 1850 
Victor Hugolyrisch gedicht  (Demain dès l'aube uit de bundel Les Contemplations)
Victor Hugo - Le roman social (Les Misérables)
Victor Hugo - historische roman die zich afspeelt in de middeleeuwen (Notre-Dame de Paris = De klokkenluider van de Notre-Dame)

Kenmerken van de romantiek voor jezelf noteren! 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Romantiek : 1800 - 1850 
Victor Hugolyrisch gedicht  (Demain dès l'aube uit de bundel Les Contemplations)
Victor Hugo - Le roman social (Les Misérables)
Victor Hugo - historische roman die zich afspeelt in de middeleeuwen (Notre-Dame de Paris = De klokkenluider van de Notre-Dame)

Kenmerken van de romantiek voor jezelf noteren! 

Slide 1 - Tekstslide

Realisme 1850-1870
Het realisme was een reactie op de romantiek (waarin persoonlijke gevoelens centraal stonden). 
De realisten wilden de werkelijkheid juist onderzoeken en nauwkeurig beschrijven. Nieuw was dat ze vooral het gedrag van de mensen uit de laagste sociale klasse van de maatschappij onderzochten. 
De Naturalisten gingen nog een stap verder. Zij zochten naar een verklaring voor het gedrag dat de realisten beschreven. 
Ze gingen uit van de theorie van het Determinisme dat menselijk gedrag wordt bepaald door erfelijkheid, milieu en opvoeding.

Slide 2 - Tekstslide

Wie waren de belangrijkste schrijvers
Réalisme
  • Stendhal - Le Rouge et le Noir
  • Honoré de Balzac - Le Père Goriot
  • Gustave Flaubert - Madame Bauvary
Naturalisme
  • Émile Zola - La Bête humaine
  • Jules et Edmond de Goncourt - Germinie Lacerteux
  • Guy de Maupassant - La Parure

Slide 3 - Tekstslide

Je lot wordt bepaald door je afkomst
In het realisme probeert men de lezer te overtuigen van het feit dat de verhalen waar gebeurd zijn door de werkelijkheid zo nauwkeurig mogelijk te benaderen met behulp van extreem veel details. Gustave Flaubert wordt gezien als inspirator van het Naturalisme en Émile Zola als de stichter van deze stroming in de literatuur waarin de hoofdpersonen vaak een nerveus gestel hebben en hun eigenschappen erfelijk bepaald zijn (gepredetermineerd). De Naturalisten houden de mens niet verantwoordelijk voor zijn daden. Darwins evolutieleer en de opkomst van de psychoanalyse vormden de basis voor de opvattingen van de Naturalisten. 

Slide 4 - Tekstslide

La Parure (Contes du Jour et de la Nuit) 
Guy de Maupassant et le naturalisme
« C’était une de ces jolies et charmantes filles, nées, comme par une erreur du destin, dans une famille d’employés. Elle n’avait pas de dot, pas d’espérances, aucun moyen d’être connue, comprise, aimée, épousée par un homme riche et distingué; et elle se laissa marier avec un petit commis du ministère de l’instruction publique.
Elle fut simple ne pouvant être parée, mais malheureuse comme une déclassée; car les femmes n’ont point de caste ni de race, leur beauté, leur grâce et leur charme leur servant de naissance et de famille. Leur finesse native, leur instinct d’élégance, leur souplesse d’esprit, sont leur seule hiérarchie, et font des filles du peuple les égales des plus grandes dames.
Elle souffrait sans cesse, se sentant née pour toutes les délicatesses et tous les luxes. Elle souffrait de la pauvreté de son logement, de la misère des murs, de l’usure des sièges, de la laideur des étoffes.«


Slide 5 - Tekstslide

Émile Zola
Als Naturalist bij uitstek vond Zola dat de kunstenaar een wetenschapper was die een objectieve analyse van het menselijk bestaan moest geven. Het naturalisme in de literatuur zou volgens hem moeten zijn als gecontroleerde experimenten ("le roman expérimental") waarin de personages figureren als fenomenen. In deze tijd was het gebruikelijk om een persoon te beschrijven als onderdeel van de klassenmaatschappij.

Slide 6 - Tekstslide

De lezer moet zelf aan het werk
De verteller als gids voor de lezer verdwijnt met de intrede van het personaal perspectief als nieuw vertelperspectief. De auctoriële of alwetende verteller die de lezer aan de hand nam, goed van kwaad onderscheidde en de gebeurtenissen becommentarieerde, verdwijnt. Ook de optimistische afloop van het verhaal is niet langer gegarandeerd. De personages waren geen sociaalmaatschappelijke voorbeeldfiguren meer. De verhalen gingen over sloppenwijken, slonzen. prostituees, dronkaards en slaapkamers. Niet voor niets stonden de romans van Zola op de lijst van verboden lectuur. 

Slide 7 - Tekstslide

Fin de Siècle 1870-1900
  • De ene uitvinding volgt de andere op (de industriële revolutie)
  • Renovatie van Parijs onder het bewind van Napoleon  III is voltooid
  • De bouw van de Eiffeltoren voor de wereldtentoonstelling van 1889 
  • Le Symbolisme (Spleen) van Les Poètes Maudits met als belangrijkste vertegenwoordigers Rimbaud en Verlaine die hun inspiratie haalden uit het werk van Charles Baudelaire, wiens gedichten qua (traditionele) vorm en thematiek eigenlijk thuishoren in de Romantiek.
  • Edmond Rostand met Cyrano de Bergerac 

Slide 8 - Tekstslide

 Fin de Siècle
  • Onder intellectuelen en de Bourgeoisie (de klasse van de gegoede burgerij, de rijke industriëlen) lijden onder een  allesoverheersend gevoel van naderend onheil. Zij vrezen de ondergang van de moderne samenleving (angst voor het socialisme)
  • Pessimisme, Weltschmertz (Spleen) 
  • Décadentisme

Slide 9 - Tekstslide

De Vrede van Frankfurt (1871)
Met de Vrede van Frankfurt (1871) kwam er een einde aan de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. De grenzen werden opnieuw getrokken en Frankrijk moest 5 miljard goudfrank betalen aan Duitsland. In Frankrijk bestond zeer veel weerzin tegen dit verdrag. Frankrijk verloor het industrieel belangrijke Elzas-Lotharingen. Het polariseerde het Franse beleid ten aanzien van Duitsland voor de komende 40 jaar. De herovering van Elzas-Lotharingen, de "verloren provincies", werd een obsessie kenmerkend voor het revanchisme, dat een van de krachtigste motieven vormde voor de betrokkenheid van Frankrijk in de Eerste Wereldoorlog.

Slide 10 - Tekstslide

La Grande Dépression 1873-1896
De wereldwijde economische (banken)crisis van 1873 die de geschiedenisboeken is ingegaan onder de naam Krach de Vienne luidde een periode van economische recessie in die tot 1896 zou aanhouden. In Frankrijk kwam daar nog het enorme bedrag aan goud bij dat na het Verdrag van Frankfurt aan Duitsland betaald moest worden.

Slide 11 - Tekstslide

Het Fin de Siècle-gevoel
Deze periode bracht mensen in grote verwarring door de diverse wetenschappelijke ontwikkelingen, die regelmatig in strijd waren met de bestaande orde. Zo was de evolutieleer van Darwin in strijd met de Bijbelse opvattingen, de opkomst van het socialisme bedreigde de macht van de bourgeoisie en de psychoanalyse van Freud  bewees dat de mens dingen in zich had, die hij liever ontkende. 
Door deze tegenstrijdigheden was er sprake van een ambivalente houding onder de burgerij. Men ging de nieuwe eeuw in met zowel verwachtingen als angst. 

Slide 12 - Tekstslide

Decadentisme
Decadentisme is een geestelijke stroming die in het laatste kwart van de negentiende eeuw vooral onder de ontwikkelden in West-Europa aanhang vond. Karakteristiek is de teleurstelling over de teloorgang van zekerheden, van verlies van duidelijkheid over de na te streven toekomst, maar ook van weerzin tegenover de blinde geldzucht van de burgerlijke maatschappij en het geloof dat de wetenschap en industrie alle problemen zullen oplossen. Kunst is een vrijplaats van die banale wereld. Uiterste schoonheid en zuiverheid moeten worden nagestreefd.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Spleen
Duidelijke uitgangspunten had deze in hoge mate uit zich bewust isolerende individuen bestaande stroming niet. Zij kenmerkt zich door negativiteit, Weltschmerz, 'spleen' (het woord dat Baudelaire hiervoor introduceerde), existentiële verveling (ennui), vermoeidheid, stuurloosheid, maar ook een provocatief zoeken naar schoonheid als enige uitweg uit de banale burgerlijkheid. Een zekere verwantschap met de periode van de Romantiek is onmiskenbaar aanwezig. Echter, de moderne tijd rukt op, vorm en inhoud krijgen een andere, vernieuwde invulling.

Slide 15 - Tekstslide

De wereldtentoonstellingen
De wereldtentoonstellingen werden het symbool van de vooruitgang. De Eiffeltoren werd gebouwd als toegangspoort voor de wereldtentoonstelling van 1889, honderd jaar na de bestorming van de Bastille.

https://youtu.be/7K4-aurPDn0

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

Le Symbolisme
Literaire stroming die de objectieve weergave van de werkelijkheid van het realisme en het naturalisme verwierp. In de poëzie werd door middel van zelfbedachte symbolen getracht in contact te komen met een hogere werkelijkheid achter de waarneembare wereld. De dichter suggereert meer dan hij rechtstreeks meedeelt

Taal-artistieke middelen werden in de dichtkunst tot aan de grens van de magische bezweringskracht gedreven. Metaforen en synesthesieën waren de meest geliefde-stijlmiddelen

Slide 19 - Tekstslide

Analogie met een hogere werkelijkheid
Poëzie was voor de symbolist niet in de eerste plaats de uitdrukking van de eigen gevoelens. In plaats daarvan moest het gedicht voeren tot het hogere of ‘het schone’, bijvoorbeeld door symbolen of door het taalgebruik.
Symbolisten gaan ervan uit dat de wereld weliswaar chaotisch en verwarrend is, maar dat er een hogere wereld is waarin er wel orde en eenheid heerst. Zo weerspiegelt alles op aarde, tot in het kleinste regendruppeltje, die andere wereld: het heeft daar, een analogie mee, een ‘correspondentie’, zoals de Franse dichter Baudelaire schreef.

Slide 20 - Tekstslide

Plato's ideeënleer
in een metafysische, alleen voor het denken toegankelijke wereld, bestaan oervormen van de concrete, in de alledaagse werkelijkheid waar te nemen dingen.

Deze ideeënleer vinden we terug bij de symbolisten die de werkelijkheid ook zien als een onvolmaakte afspiegeling van een volmaakte bovenwereld.


Slide 21 - Tekstslide

Allegorie van de grot
In de allegorie van de grot van Plato illustreert hij de ideeënleer door ons te vergelijken met gevangenen in een grot. De gevangenen zien schaduwen op de muur van de grot, die zij beschouwen als de echte werkelijkheid. De filosoof is de gevangene die voor het eerst voet zet buiten de grot en de echte wereld waarneemt. Vervolgens keert deze terug naar de grot en probeert zijn medegevangenen te overtuigen van het feit dat zij zich bedienen van schijnkennis. Dat wordt hem door zijn grotgenoten echter niet in dank afgenomen, vertelt Plato.

Slide 22 - Tekstslide

Les Parnassiens 
De dichters van Le Parnasse zetten zich vooral in de vorm af tegen de Romantiek en propageerden het principe van l'Art pour l'Art (kunst omwille van de kunst): alleen dat wat zonder enig nut is kan mooi zijn. Gestreefd werd naar een poëzie met een zuivere vormschoonheid, zonder morele preoccupatie.
De beweging had sterke invloed op de iets latere Poètes Maudits, met Charles Baudelaire, Paul Verlaine, Arthur Rimbaud en Stéphane Mallarmé als belangrijkste vertegenwoordigers.

Slide 23 - Tekstslide

Poètes Maudits
De poète maudit plaatste zich buiten de samenleving, spotte met normen en waarden van de burgerij, schopte heilige huisjes omver, ging zich te buiten aan seksuele uitspattingen, brak met vertrouwde, literaire technieken, gebruikte verdovende middelen, richtte zich kortom te gronde – en overleed jong. 
Baudelaire voldoet helemaal aan dit profiel. Zijn persoonlijke geschiedenis werd bepaald door drugsgebruik, grote armoede en schulden, onstuimig liefdesleven, ziekte (m.n. syfilis).

Slide 24 - Tekstslide

Les Fleurs du Mal de Baudelaire
Met de scandaleuze publicatie Les Fleurs du Mal (1857) luidde Baudelaire een nieuwe fase in van de poëzie. In 1857 verscheen de eerste uitgave van Les Fleurs du mal.  In het heersende burgerlijke tijdperk werden Baudelaires gedichten als té vrijmoedig en grensoverschrijdend gezien. Uiteindelijk werden zes gedichten uit de bundel verboden, omdat ze 'obscene of immorele uitdrukkingen bevatten' en 'kwetsend voor de eerbaarheid' zouden zijn. Pas in 1949 werd het verbod opgeheven.

Slide 25 - Tekstslide

Verlaine en Rimbaud
Verlaine en Rimbaud maken kennis met Les Parnassiens, maar keren zich ook weer van hen af. Ook deze club beschouwden ze als stoffig en oubollig. Ze protesteerden tegen de classicistische poëzie van de Parnassiens met pornografische en politieke verzen.’ (Paul Claes)
‘De naam die ze een plaats heeft opgeleverd in de culturele geschiedenis – “Les Zutistes” – was een belediging aan het adres van het hele idee van culturele geschiedenis. Ze zaten zo diep in de avant-garde dat het voor sommigen van hen onwaarschijnlijk leek dat ze ooit publiceerbaar werk zouden produceren.’ (Graham Robb)
Schunnige poëzie


Slide 26 - Tekstslide

Quelques beaux poèmes 
  • La chanson d'automne uit Poèmes Saturniens de Paul Verlaine (1866)
  • Le dormeur du val d'Arthur Rimbaud (1870) - gedicht dat hij op 16 jarige leeftijd schreef voordat hij Verlaine ontmoette over een slachtoffer van de Frans-Duitse oorlog.
  • Élévation uit Les Fleurs du Mal de Charles Baudelaire

Slide 27 - Tekstslide

La Belle Époque 1900-1914
De Belle Époque beslaat de periode van de grote wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs tot aan de eerste wereldoorlog. De wereld verandert in rap tempo, op ieder denkbaar gebied. De eerste metrolijn wordt geopend in Parijs, arbeidersomstandigheden verbeteren (onder druk van het socialisme) met de invoering van het verbod op kinderarbeid,  
te lange werkdagen en de invoering van de leerplicht.
Les Fauves (Fauvisten) experimenteren in de schilderkunst (tot afgrijzen van het establishment) met felle en ongemengde kleuren. Vormregels worden steeds meer losgelaten.

Slide 28 - Tekstslide

Een periode van welvaart en stabiliteit
De economie groeit en bloeit weer (opkomst van de automobiel-industrie) en in politiek opzicht is het rustig. Het Second Empire (het tweede keizerrijk van Napoleon III) heeft plaatsgemaakt voor de Derde Republiek. Om een beeld te krijgen van het leven en straatbeeld in de Belle Époque kun je deze uitzending bekijken:
https://youtu.be/ixX2Hg9AeDs

Slide 29 - Tekstslide

Entre Réalisme et Modernisme
De Moderne tijd (le Modernisme) begint op het moment dat de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. De periode van de Belle Époque zit tussen Réalisme en Modernisme in. Het verschil met de periode van de Fin de Siècle is dat het vertrouwen in de politiek, de economie en de vooruitgang is hersteld en het pessimisme en het Décadentisme van de Fin de Siècle plaats hebben gemaakt voor optimisme.

Slide 30 - Tekstslide

Parijs centrum van de wereld
Avant-garde kunstenaars leefden zich uit en experimenteerden erop los. Geweigerd door de jury van de Parijse Salon exposeerden zij in de Salon des Refusés (Salon voor geweigerde kunstenaars en kunstwerken). De Parijse Salon was de belangrijkste Franse kunsttentoonstelling. De jury die bepaalde welke werken daar tentoongesteld werden, hield er de traditionele smaak van de École de Beaux Arts op na. 

Slide 31 - Tekstslide

Veranderende positie van vrouwen
Tot aan de Eerste Wereldoorlog is Frankrijk een mannenmaatschappij. Vrouwen hebben geen rechten. Ze mogen niet werken, niet stemmen en geen bankrekening openen/eigen geld hebben. Tijdens de Eerste Wereldoorlog komt hier verandering in. Omdat de mannen massaal naar het front trokken, verschenen vrouwen in rollen en jobs die ze nooit eerder hadden uitgeoefend. Die veranderingen waren niet blijvend. Na de oorlog werden veel vrouwen ontslagen uit de jobs die ze tijdens de oorlog hadden ingenomen. De overheid (en vaak ook de vakbonden!) wilde liefst geen werkloosheid voor de miljoenen mannen die het leger verlieten.

Slide 32 - Tekstslide

Vrouwenliefde bij Renée Vivien

Slide 33 - Tekstslide

Colette

Slide 34 - Tekstslide

Marcel Proust

Slide 35 - Tekstslide

Le Grand Meaulnes (1913)

Slide 36 - Tekstslide