chap5 online rappel passé composé la météo rappel pays+prépositions

Programme en ligne 

  • Rappel du passé composé
  • les verbes ....re



  • het weer= la météo
  • Rappel des pays+prépositions

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programme en ligne 

  • Rappel du passé composé
  • les verbes ....re



  • het weer= la météo
  • Rappel des pays+prépositions

Slide 1 - Tekstslide

Doel=objectifs
jij kan de passé composé gebruiken, je kent de namen van de landen en in/naar +land/stad/dorp gebruiken
+ jij kent de werkwoorden qui se terminent par ....re

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het goed antwoord au passé composé?
(acheter) Tu ..... une voiture?
A
achètes
B
as acheté
C
as acheter
D
acheté

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het goed antwoord au passé composé?
(acheter) Oui, ..... une voiture?
A
j' achète
B
Je ai acheté
C
j' as acheté
D
j'ai acheté

Slide 4 - Quizvraag

Welk hulpwerkwoord gebruik je voor het werkwoord tomber en wat is het voltooid deelwoord van tomber?

Slide 5 - Open vraag

Welke 8 werkwoorden worden met zijn in de passé composé (Maarrten lijst) vervoegd?

Slide 6 - Open vraag

Welke werkwoorden worden PSV Lijst met zijn in de passé composé vervoegd?

Slide 7 - Open vraag

les verbes qui se terminent par ...re
1 - horen =             entendre
2 - wachten op = attendre
3 - verkopen =      vendre
4 - verliezen =       perdre
5 - beantwoorden= répondre
6 - teruggeven=       rendre
Let op: het werkwoord prendre (apprendre) hoort het niet bij.
On écoute et on répète...

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

le verbe perdre (verliezen)
Vervoeg het werkwoord au présent! Schrijf het op!
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Le verbe perdre au passé composé
schrijf de passé composé op!
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

le verbe perdre au passé composé
j'ai perdu
tu as perdu
il/elle/on a perdu
nous avons perdu
vous avez perdu
ils/elles ont perdu

Slide 16 - Tekstslide

Doel : je leert de uitdrukkingen over het weer in het Frans het weer
We gaan naar 2 filmpjes kijken.

Welke werkwoorden heb je gezien?
Wat valt het op?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

la liste des pays à connaître:
l'Angleterre
l'Allemagne
la Belgique
l'Espagne
la France
la Grèce
l'Italie
La Hollande
la Pologne
la Suède
la Suisse
le Danemark
le Luxembourg
le Portugal 
le Canada
les Pays-Bas
les États-unis

Slide 20 - Tekstslide

Les villes et les Pays
Wanneer gebruik je 
à altijd voor een .....of ................

Wanneer gebruik je 
en/ au/ aux?
la France -->        .... France
le Canada -->      .... Canada
les Pays-Bas --> ... Pays-Bas
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

1. Frankrijk
A
la France
B
France
C
le France
D
français

Slide 22 - Quizvraag

Engeland
A
le Angleterre
B
la Angleterre
C
l'Angleterre
D
les Angleterre

Slide 23 - Quizvraag

Hoe schrijf jij Duitsland in het Frans ?
A
L'Allemande
B
L'Allemagna
C
l'Allemange
D
l'Allemagne

Slide 24 - Quizvraag

Ik ben in Spanje geweest
A
Je suis allé au Espagne
B
je suis allé l'Espagne
C
je suis allé dans l'Espagne
D
je suis allé en Espagne

Slide 25 - Quizvraag

wij zijn in Nederland
A
nous sommes aux Pays-Bas
B
nous sommes en Pays-Bas
C
nous sommes les Pays-Bas
D
nous sommes au Pays-Bas

Slide 26 - Quizvraag

Qu'est-ce que tu as appris  aujourd'hui?

Slide 27 - Tekstslide