M4 - Taalverzorging - even oefenen

TAALVERZORGING
Even oefenen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TAALVERZORGING
Even oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordspelling
  • Stel altijd als eerst de vraag: is het de PV JA of NEE?
  • Zo ja: is het tt of vt?
  • Bij tt: bepaal m.b.v. het onderwerp of je de ik-vorm, de ik-vorm+t of de wij-vorm moet noteren
  • Bij vt: ev of mv en gebruik bij zwakke werkwoorden 't ex-kofschip
  • Is het geen pv, noteer dan het hele werkwoord, het voltooid deelwoord, het onvoltooid deelwoord of het bijvoeglijk naamwoord
  • Sommige werkwoorden zijn onregelmatige werkwoorden of komen uit het Engels

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de werkwoorden op de juiste manier.

Het nieuwe boek van Mel Wallis de Vries (worden tt) meteen in het Engels (vertalen).

Slide 3 - Open vraag

Schrijf de werkwoorden op de juiste manier.

De (vluchten) dieven (durven vt) een maand niet meer naar buiten.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de werkwoorden op de juiste manier.

(Houden) jij van (roosteren) brood?

Slide 5 - Open vraag

Menig persoon [                      ] zich de strijd met de vreselijke d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [                      ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt 
[                       ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [                       ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft
 [                       ].
Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [                       ]. De werkwoordspelling is echt nooit [                       ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende 
[                       ]. Het [                       ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het 
[                       ].

herinnert
herinnerd
verandert
veranderd
herhaalt
herhaald
gebeurt
gebeurd
verdient
verdiend

Slide 6 - Sleepvraag

Hoofdletters en leestekens

Slide 7 - Tekstslide

Waar komt de komma?

Er is nu een winnaar want bijna alle stemmen zijn geteld.
A
Na is
B
Na winnaar
C
Na want
D
Na

Slide 8 - Quizvraag

Waar komt de komma?

Als je door elkaar heen praat hoor je niet wat er gezegd wordt.
A
Na elkaar
B
Na hoor
C
Na praat
D
Na niet

Slide 9 - Quizvraag


Waar zijn de hoofdletters juist geplaatst?
A
Linde van den Berg
B
mevrouw van den Berg
C
Linde Van den berg
D
mevrouw Van den Berg

Slide 10 - Quizvraag

Neem de zin over en noteer hoofdletters en leestekens.

casper de kat van mevrouw de vries krijgt op zondag alleen whiskas met kabeljauw uit de atlantische oceaan

Slide 11 - Open vraag

Vooruitblik 

Slide 12 - Tekstslide

Aan elkaar of los?

Slide 13 - Tekstslide


Hicham wil een ..... maken.
A
lange wereld reis
B
langewereld reis
C
lange wereldreis
D
langewereldreis

Slide 14 - Quizvraag


Hidde is een ....
Hij rent makkelijk een marathon.
A
lange afstand loper
B
lange afstandsloper
C
langeafstand loper
D
langeafstandsloper

Slide 15 - Quizvraag

Welke samenstelling is ONJUIST gespeld?
A
bananenschil
B
beresterk
C
verkeersituatie
D
zonnepanelen

Slide 16 - Quizvraag

Verwijswoorden

Slide 17 - Tekstslide


Een leerling .... slim is, maakt een planning
A
die
B
wie
C
dat
D
wat

Slide 18 - Quizvraag


Dit raam is gesloten, maar ..... daar is open.
A
deze
B
dit
C
die
D
dat

Slide 19 - Quizvraag


Amsterdam met ... vele grachten trekt veel toeristen.
A
zijn
B
haar
C
hun
D
zo'n

Slide 20 - Quizvraag


Hakim hielp mensen in nood, net als de beroemde acteur .... hij beïnvloed is.
A
waarvan
B
waardoor
C
door wie
D
waarover

Slide 21 - Quizvraag


Is dat de vrouw ... je me verteld hebt?
A
waarover
B
over wie
C
waarvan
D
wat

Slide 22 - Quizvraag


Het meisje ... broodjes verkoopt in de kantine
zit in klas 1.
A
wat
B
die
C
wie
D
dat

Slide 23 - Quizvraag

Van alles wat

Slide 24 - Tekstslide

Kies de juiste vorm.

Ilja en Bram kennen/kunnen/weten alle automerken.

Slide 25 - Open vraag


Ik voel me vandaag beter ... gisteren.
A
als
B
dan

Slide 26 - Quizvraag

Verbeter de zin.

Kayden wil nu eten, omdat hij heeft straks training.

Slide 27 - Open vraag


Marieke reageerde het ... op de uitslag van het examen.
A
verrastst
B
verrassendst
C
meest verrast
D
meest verrastst

Slide 28 - Quizvraag


Op die school hebben ze meer lokalen .........
A
als ons
B
dan ons
C
als wij
D
dan wij

Slide 29 - Quizvraag


Meneer De Grave is het ... van alle leraren.
A
dapperst
B
meest dapper
C
dapperdst
D
dapperderst

Slide 30 - Quizvraag

Laatste vraag

Slide 31 - Tekstslide

En... hoe is het gegaan?
A
Slechter dan gedacht, ik moet flink gaan oefenen.
B
Matig, ik moet ermee aan de slag.
C
Redelijk, het verschilde per onderdeel.
D
Goed, ik moet mijn kennis alleen bijhouden.

Slide 32 - Quizvraag