4.2 les 1

Imperium Romanum
4.2 Koningstijd, republiek, keizertijd
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Imperium Romanum
4.2 Koningstijd, republiek, keizertijd

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 4.2 les 1
  1. Ik kan verklaren waarom het R.R. een republiek werd.
  2. Ik kan uitleggen hoe de arme bevolking na 494 v.Chr. meer invloed kreeg op het Romeinse bestuur.
  3. Ik kan het bestuur van de Romeinse Republiek schematisch weergeven.

Slide 2 - Tekstslide

De Romeinse Republiek
  • In 509 v.Chr. wordt de monarchie in Rome afgeschaft. De Romeinen vonden dat de Etruskische koningen zich gedroegen als tirannen.
  • Rome wordt vanaf nu een republiek (afgeleid uit het Latijnse woord res publica, dat betekent 'zaak van het volk').
  • In een republiek worden de belangrijkste leiders gekozen. Het leiderschap is dus niet erfelijk.

Slide 3 - Tekstslide

Welk van onderstaande landen is nu nog een republiek? Meerdere antwoorden zijn mogelijk!
A
De Verenigde Staten
B
Frankrijk
C
Nederland
D
België

Slide 4 - Quizvraag

De senaat
  • De republiek werd bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Die bestond uit 600 van de meest machtige en rijke Romeinen.

  • Een volksvergadering koos elk jaar 2 leiders: de consuls.

  • De consuls voerden de besluiten van de senaat uit. Het advies van de senaat werd altijd opgevolgd.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom werden er twee consuls gekozen en niet één?

Slide 6 - Open vraag

Consul
  • De consuls werden gekozen door het volk en kwamen uit de rijkste families.
  • Consuls mochten niet teveel macht hebben, dus:
  1. Consul was je voor één jaar.
  2. Er werden 2 consuls gekozen.

  • Consuls hadden belangrijke taken zoals het leiden van Romeinse legers.
  • Rechts zie je Gaius Marius, consul rond de 1e eeuw v.Chr..

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen 4.2 les 1
  1. Ik kan verklaren waarom het R.R. een republiek werd.
  2. Ik kan uitleggen hoe de arme bevolking na 494 v.Chr. meer invloed kreeg op het Romeinse bestuur.
  3. Ik kan het bestuur van de Romeinse Republiek schematisch weergeven.

Senaat? Consuls?

Slide 8 - Tekstslide

De Romeinse volksvergadering (1)
  • Lange tijd hadden alleen rijke Romeinen (patriciërs) veel invloed op het bestuur.
  • Vanaf 494 v.Chr. kregen de plebejers (het 'gewone volk' van Rome) meer invloed:
  1. Er werden 10 volkstribunen gekozen door de volksvergadering (een volkstribuun was een beschermer van het gewone volk).
  2. De volkstribunen hadden vetorecht (= het recht om een beslissing tegen te houden).
Rechts zie je Gaius Gracchus, een populair volkstribuun in 123 en 122 v.Chr..

Slide 9 - Tekstslide

De Romeinse volksvergadering (2)
3. Voortaan moest één consul plebejer zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
  • Je krijgt een leeg schema over het bestuur van de Romeinse republiek.
  • Vul de volgende woorden op de juiste plek in het schema in: patriciërs (rijken) - plebejers - volksvergadering - senaat - 2 consuls - 10 volkstribunen
  • Klaar? Noteer in je schema een omschrijving onder de namen van de functies, op de juiste plek (dus: wat doet deze persoon?)
  • Je mag samenwerken in tweetallen.
  • Tijd: 10 minuten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide