H5 - Fictie - uitleg thuis werken

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Je ziet het verschil tussen een verhaal-evaluatie en een verhaal-analyse. 
- Voorbereidingo op boekbespreking - nadenken over jouw boek. 
- Timer om tien mintuten te lezen
 
Doel: 
Aan het einde van de paragrafen over fictie H5 en 6..
- Kun je zelf een verhaalanalyse schrijven;





In deze uitleg-presentatie

Slide 2 - Tekstslide

Boekbespreking: verhaalevaluatie en verhaalanalyse

Als je iets evalueert kijk je hoe het komt dat jij een boek wel mooi of niet mooi vindt. Je gebruikt hierbij verschillende argumenten

Als je iets analyseert kijk je hoe het boek is opgebouwd.  Je kijkt dan naar de structuur: naar de chronologie (volgorde van het verhaal), karakterontwikkeling hoofdpersonen, vertelstandpunt en verhaalperspectief

In een boekbespreking komen deze twee onderdelen bij elkaar. Meestal start je met een evaluatie en ga je daarna analyseren. 
Fictie H5

Slide 3 - Tekstslide

Boekbespreking: verhaalevaluatie en verhaalanalyse

Als je iets evalueert kijk je hoe het komt dat jij een boek wel mooi of niet mooi vindt. Je gebruikt hierbij verschillende argumenten

Verschillende soorten argumenten:
- structuurargument - is de opbouw van het boek bijzonder of goed?
- realismeargument - geeft het boek een goed beeld van de werkelijkheid?
- emotieargument -roept het boek bepaalde gevoelens bij je op?
- identificatieargument - kan de lezer zich identificeren met het verhaal?
- spanningsargument - is een boek spannend?
- vernieuwingsargument - is het boek origineel of zijn er veel van deze boeken?
Fictie H5

Slide 4 - Tekstslide

Verhaaleinde:

Je verhaal kan op verschillende manieren eindigen. Dit maakt heel veel verschil voor hoe jij het boek dichtdoet en weglegt.

Open einde:  het verhaal is nog  niet afgelopen. Als lezer blijf je er over nadenken. Je kunt zelf fantaseren hoe het afloopt met de hoofdpersonen. 

Gesloten einde:  het probleem is opgelost en het is duidelijk hoe het de hoofdpersonen verder vergaat. 
Fictie H5

Slide 5 - Tekstslide

Ga hiermee aan de slag:

Maak opdracht 1 t/m 8 van fictie H5
Kijk de opdrachten na. 
Als je vragen hebt, stel deze in de discussie op it's learning. 

- Hierna volgen een paar opdrachten om alvast over jouw boek na te denken en je mentaal voor te bereiden op je boekverslag. 

Helemaal achteraan staat een timer die je helpt om 10 minuten te lezen. 
Fictie H5

Slide 6 - Tekstslide

Welk boek ben je aan het lezen?

Slide 7 - Open vraag

Zijn de gebeurtenissen beschreven in de volgorde waarin ze gebeuren? (is het boek chronologisch?)

Slide 8 - Open vraag

Wat is het thema van jouw boek? Met welk woord kun je het boek het beste beschrijven?

Slide 9 - Open vraag

Wie is of zijn de hoofdpersonen?

Slide 10 - Open vraag

Verandert de hoofdpersoon, en zo ja, hoe dan?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het vertelstandpunt? Vanuit wie lees je het boek?

Slide 12 - Open vraag

Is de verteller alwetend of niet? Hoe zie je dat?

Slide 13 - Open vraag

Heeft jouw boek een open of gesloten einde? Heeft dit invloed op jouw mening over het boek?

Slide 14 - Open vraag

Geef jouw mening over het boek aan de aan de hand van de beoordelinngsargumenten op pagina 184 (of eerder in deze presentatie).

Slide 15 - Open vraag

Stillezen
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide