230921 medicatiebewaking
1 / 27
Lesduur is: 180 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is medicatiebegeleiding?
Slide 3 - Open vraag
Problemen met het medicijngebruik opsporen
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
In welke volgorde handel je een medicatiebewakingssignaal af?
A
analyseren, afhandelen, evalueren , signaleren
B
signaleren, evalueren, afhandelen, analyseren
C
evalueren, afhandelen, analyseren, signaleren
D
signaleren, analyseren, afhandelen, evalueren
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke problemen met medicatie ken je?
Slide 7 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke bronnen gebruik je bij medicatiebewaking?
Slide 10 - Woordweb
- AIS
- kennisbank -> Informatorium doseringen
- Kinderformularium
- kennisbank -> medicatiebewaking MFB's
- commentaren medicatiebewaking
- zelfzorgstandaard
- farmacotherapeutisch kompas
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1. Welke systemische toedieningswegen ken je?
Slide 12 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
3. Wat is de enterohepatische kringloop?
Slide 15 - Open vraag
Lukt het de lever niet om het geneesmiddel af te breken in afbraakproducten die goed in water oplosbaar zijn (en dus daarna via de nieren het lichaam kunnen verlaten), dan kan een geneesmiddel bijvoorbeeld via de galwegen in de darm worden getransporteerd om vervolgens via de ontlasting het lichaam te verlaten. Een deel kan opnieuw worden opgenomen.
4.Wat wordt er bedoeld met het first pass effect?
Slide 16 - Open vraag
ls het gnm in het poortader zit, moet het als eerste de lever passeren. In de lever kan een deel van het geneesmiddel al onwerkzaam worden gemaakt, voordat het op de plaats van werking terechtkomt
5.Wat geeft de biologische beschikbaarheid aan?
Slide 17 - Open vraag
De biologische beschikbaarheid van een geneesmiddel is die hoeveelheid die vanuit de toedieningsvorm in het bloed terechtkomt, uitgedrukt in procenten van de ingenomen hoeveelheid
6.Geef aan welke verschillen er in de weg die het geneesmiddel maakt tussen de orale, rectale en intraveneuze toediening.
Slide 18 - Open vraag
rectale -> via slijmvlies endeldarm opgenomen in het bloed; geen first pass effect
iv-> snel; direct in bloed; geen first pass effect.
7. Farmacokinetiek beschrijft de 3 processen die een geneesmiddel in het lichaam ondergaat na toediening. Welke 3 zijn dit?
Slide 19 - Open vraag
absorptie (opname), distributie (verdeling) en eliminatie (uitscheiding)
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
10. Wat is dan een oplaaddosis?
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Interacties zijn......
A
een reden om een gnm niet te gebruiken
B
een reden om een gnm wel te gebruiken
C
een ongewenste werking
D
en ongewenste wisselwerking tussen twee gnm
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem een IA uit je hoofd.
Slide 26 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
