21-11 Na de toets Woordsoorten/Grammatica Les 1

 Schrift
Leerboek
Leesboek
Pen
Zorg ervoor dat de volgende 4 dingen op je tafel liggen:

Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Schrift
Leerboek
Leesboek
Pen
Zorg ervoor dat de volgende 4 dingen op je tafel liggen:

Welkom!

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

WELKOM
3 Kader
Welkom terug bij Nederlands!

Les van mevrouw de Groot

Slide 3 - Slide

Planning vandaag 22 november
  • Hoe ging de toets?
  • Uitleg  over een aantal voorbeelden uit de toets 
  • Zelfstandig aan de slag met woordsoorten.
  • Evaluatie hoe is het gegaan?

Slide 4 - Slide

Vragen over de toets?

Slide 5 - Slide

Vervoeg het werkwoord LADEN
Tegenwoordige tijd:
ik laad
hij/zij laadt
wij laden
Verleden tijd:
ik laadde
hij/zij laadde
wij laadden

Slide 6 - Slide

Vervoegen het werkwoord LADEN
Tegenwoordige tijd:
ik laad
hij/zij laadt
wij laden
Verleden tijd:
ik laadde
hij/zij laadde
wij laadden

Slide 7 - Slide

Maak een zin in de vt met de als pv het werkwoord laden.
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Zinsdelen vóór de PV
Altijd maar 1 zinsdeel!

Dit kan van alles zijn.

Slide 9 - Slide

Hij loopt graag door het bos.
PV?
OW?
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Wie heeft mijn fiets verplaatst?
PV:?
WG: ALLE WERKWOORDEN in de zin!
OW: ?
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Wie heeft mijn fiets verplaatst?
PV: heeft
WG: heeft verplaatst
OW: wie

Slide 12 - Slide

Samengestelde zinnen met voegwoorden hebben meerdere PV's!

Bijvoorbeeld:

Zij is al haar foto's kwijt, omdat haar mobiel crashte.

Welke 2 woorden zijn de persoonsvormen?
En wat is het voegwoord?

timer
2:00

Slide 13 - Slide

Zij is al haar foto's kwijt, omdat haar mobiel crashte.

PV: is, crashte
Voegwoord: omdat

Slide 14 - Slide

Voegwoord TOEN
Bijvoorbeeld:
Toen ik thuis kwam, ging ik huiswerk maken. 

Slide 15 - Slide

Wat is in de volgende zin het voegwoord?
Als ik ren, heb ik haast. 
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Als ik ren, heb ik haast. 
Voegwoord is: als

Slide 17 - Slide

Werken aan opdrachten
Lees
De opdrachten goed.
Maak
Van hoofdstuk 2: Opdracht 4  en 5 van blz 54
Hoe
Met een zachte stem, alleen overleg met je buurman of vraag je vraag aan de docent
Tijd
10 minuten
Klaar?
Laat het aan je docent zien en start met:
Training hoofdstuk 2 Woordsoorten
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Evaluatie: Hoe ging het?
Geef jezelf een cijfer tussen de 0-10.
Waar heb je nog hulp bij nodig?

Slide 19 - Open question

Huiswerk

Maak in de digitale methode→ hoofdstuk 2→ trainen Taalverzorging 1: Grammatica: woordsoorten 1
Let op woensdag (huis)werkcontrole! Niet af is nablijven.

Slide 20 - Slide