Les 2 Gesprekken voeren

Nederlands
Thema: functioneren in een bedrijf
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema: functioneren in een bedrijf

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
- Je kunt uitleggen wat woorden betekenen.
- Je kunt een gesprek voeren met een medestudent. 
- Je weet wat er tijdens het examen gesprekken van je verwacht wordt. 
 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Woorden thema 4
Beschrijven wat hygiëne inhoudt. 

Woorden herkennen die met hygiëne te maken hebben. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
Woorden begrijpen.
Woorden kunnen gebruiken. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Noem een algemene regel

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Algemene regels
Regels die overal gelden, bijvoorbeeld op je beurt wachten.  

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noem een bedrijfsregel

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Bedrijfsregels
Regels die gelden voor een specifiek bedrijf, bijvoorbeeld werkkleding dragen. 

Je noemt het ook wel huisregels. 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is allemaal verplicht op jouw werk?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat hoort er bij de bedrijfskolom?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Bedrijfskolom
Een schema met alle stappen van grondstof tot het verkochte product. 

De consument hoort niet bij de bedrijfskolom.
Eindproduct
Grondstof

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke soorten communicatie ken je?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Nederlands - gesprekken

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dilemma
Liegen dat je te laat bent, omdat de bus te laat kwam.

OF

Eerlijk zeggen dat je te laat bent, omdat je moeder je niet wakker heeft gemaakt. 

Slide 14 - Slide

Laat de studenten in duo's of klassikaal over dit onderwerp spreken. 

Daag ze uit om met argumenten te komen, die hun mening ondersteunen. 
Gesprekken voeren 
Wat is belangrijk bij een gesprek?

- Actief luisteren
- Actieve houding
- Netjes (formeel) praten
- Iemand uit laten praten
- Reageren op de ander

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Ga in gesprek met een medestudent. 

De stelling is: 
De bedrijfsregel dat je in de keuken je sieraden af moet doen, is onzin. 




timer
5:00

Slide 16 - Slide

Leg uit dat ze beide met argumenten moeten komen. Waarom ben je het eens of niet eens met deze stelling. 


Schrijf per groepje het beste argument uit jullie gesprek op.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Het examen
Je gaat in gesprek met een medestudent over een stelling. 

- Je vertelt je mening;
- Je geeft twee argumenten;
- Je luistert naar de ander;
- Je reageert op de ander. 

Het gesprek duurt ongeveer 3 minuten in totaal. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ik weet hoe ik een gesprek moet voeren op het examen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

This item has no instructions