vervolg zinsontleding+woordsoorten pers.vnw

Welkom klas 1hva!    

Pak je leesboek, lesboek, schrift en pen vast tevoorschijn.
Je tas mag op de grond.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 1hva!    

Pak je leesboek, lesboek, schrift en pen vast tevoorschijn.
Je tas mag op de grond.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- wat weten we nog over het lv, mv en bwp?
- oefenzin
- nakijken huiswerk en verbeteren

EN: na deze les kun je volgende woordsoorten aanwijzen:
zelfstandig naamwoord, hulp ww,  persoonlijk voornaamwoord,  zelfstandig ww.

Slide 2 - Slide

Oefenzin 

De (aanbranden)................... kip lag er zwartgeblakerd bij.

Slide 3 - Slide

LV, MV, BWB: wat weten we nog?    

Morgen breng ik mijn zieke buurmeisje een lekkere zak snoep.

Slide 4 - Slide

Nakijken en verbeteren huiswerk         


- Je nagekeken huiswerk ga je verbeteren
- Heb je je huiswerk nog niet nagekeken? Dan laat je dat iemand uit je tafelgroepje alsnog doen. Daarna verbeteren.

Slide 5 - Slide

Aan de slag met woordsoorten        
WAT? Iedereen krijgt een nummer, onthoud dit nummer!
WAAROM? Dit nummer is gekoppeld aan de naam van een
                       woordsoort.
DOEN? Je krijgt straks te zien welke woordsoort is gekoppeld 
                aan jouw nummer.
EN DAN? Je zoekt informatie op over deze woordsoort.
HOE? In stilte!  DAARNA? Je deelt je informatie met je groepje.

timer
3:00

Slide 6 - Slide

Woordsoorten:
1. persoonlijk vnw

2. zelfstandig werkwoord

3. hulp ww

4. zelfstandig naamwoord
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord .        
Persoonlijk vnw verwijst naar persoon, een groep personen of voorwerpen.

Het pers.vnw is altijd een apart zinsdeel (je kunt het dus op een andere plaats in de zin zetten).

Slide 8 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord:

Ik 
jij/je/u
hij/zij/het
wij
jullie
zij


mij 
jou/je/u 
hem/haar/het
ons
jullie
hun/hen/ze

Slide 9 - Slide

Voorbeelden pers.vnw:
Jij gaat al bijna op vakantie!
Het regent al de hele dag.
Ik geef hun het cadeau.
Jullie hebben hem toch gezien?
Zij wisten haar nog net op tijd te overtuigen.
Wij gaan hem verrassen.


Slide 10 - Slide

Aan de slag:
Maken blz. 178 opdr. 19, 20 

(huiswerk voor woensdag 3 april)

Slide 11 - Slide

Maken:
Blz. 230 opdr. 11  
Blz. 231 opdr. 14
Blz. 234 opdr. 20

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide