Probleemwoorden

Probleemwoorden

Door Emma en Daan
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Probleemwoorden

Door Emma en Daan

Slide 1 - Slide

Probleemwoorden
-Spelling
-Meervoud (commissarissen)
-Trema's (carrière)

Slide 2 - Slide

Hoe schrijf je het volgende woord?
A
penisseline
B
penniciline
C
penicilline
D
geen van de drie

Slide 3 - Quiz

Spelling van "proffesor
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

Hoe schrijf je het volgende woord?

A
Wijfelen
B
Weifellen
C
Weifelen
D
Wijfellen

Slide 5 - Quiz

Welk woord is fout?
A
Burgemeester
B
Vacuum
C
Cheque
D
Legitimatie

Slide 6 - Quiz

Hoe schrijf je dit woord?

Slide 7 - Open question

Hoe noem je dit?
A
Statieportret
B
Staatsieportret
C
Staatieportret
D
Statiepotret

Slide 8 - Quiz

Wat is het zelfstandige naamwoord van begroeien?
A
Begroeïng
B
Begroeiing
C
Begroeiïng
D
Begroeijing

Slide 9 - Quiz


A
Abcent
B
Apsent
C
Absent
D
Lekker uitslapen

Slide 10 - Quiz


A
Faisselment
B
Faillissement
C
Faillisement
D
Fiallissement

Slide 11 - Quiz

Commissaris
Optiecien
aparaat
Millimeter
Legitimatie

Slide 12 - Drag question

Welke van de drie is goed?
A
Financieel
B
Enqùete
C
Ecseem

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je...

Slide 14 - Open question

Decenium
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Dit was onze presentatie, zijn er nog vragen?

Slide 16 - Slide