BO 3.4-2 Bedrijfseconomie: resultaat en balans

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 3

Inhoud van deze les

- Winst en verliesrekening

-Balans

- Brutowinst

-Nettowinst

- Activa

-Passiva

De balans van een bedrijf zegt iets over:

1. De inkomsten en uitgaven
2. De bezittingen en de schulden
3. De opbrengsten en de kosten
4. De winst en/of het verlies

Wat is geen voorbeeld van kort vreemd vermogen?

1. crediteuren
2. saldo op de rekening courant
3. hypotheek
4. lening < 1 jaar

Wat valt onder liquide middelen?

Wat valt er onder vaste activa?

Opbrengsten: 

omzet = verkochte producten x verkoopprijs

Kosten:

inkoopwaarde hulpstoffen + bedrijfskosten

Hulpstoffen: graszaad, plastic, GBM, enz. (handelsgoederen)

Bedrijfskosten: arbeid, machines, brandstof, huisvesting, enz.

Brutowinst=

Omzet - inkoopwaarde

Nettowinst =

Brutowinst - kosten

Winst- en verliesrekening

= Resultatenrekening

De kosten en opbrengsten worden onder elkaar gezet

Vormt samen met de Balans de Jaarrekening die bedrijven jaarlijks moeten opleveren.

Balans

Geeft inzicht in de financiële situatie van een bedrijf: 

een overzicht van bezittingen en schulden

Links: activa: alle bezittingen: 

Vaste activa, vlottende activa, liquide middelen

Rechts: passiva: de vermogensbronnen: vreemd vermogen (kort en lang) en eigen vermogen

Lezen:

Bedrijfsoptimalisatie

Hoofdstuk 3.4 tot Bedrijfseconomische analyse