Week 3: Wat gaan we eten?

Waar kopen Nederlanders hun eten? 
week 3

Where do Dutch people get their food? 
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Waar kopen Nederlanders hun eten? 
week 3

Where do Dutch people get their food? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren:
- Woordenschat: in de supermarkt
- Grammatica: kopen in t.t. (ph1) en v.t. (ph2)


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen:
1. Warming up (spreken)
2. Herhaling grammatica
3. Woordenschat 
4. Oefeningen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke supermarkten in Nederland ken je?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

1. Mag ik even .............? Ik heb maar twee dingen.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

2 Ik heb ketchup ________________, maar ik kan er niet bij.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

3 Kunt u ________________ voor vijftig cent?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
4 U moet achter _____________.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
5 Nee, ________________ u.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
6 Mag ik er even ______________ ?


Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
7 Weet u _____________ de mayonaise staat?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
8 Ja, ________________

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Vul in.
K.... u w....... v... 50 c...?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Waar kopen Nederlanders hun eten? 
week 3

Where do Dutch people get their food? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren:
- Woordenschat: het restaurant
- gesprekjes in het restaurant


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen:
1. Warming up
2. Vocabulaire
3. Luisterenoefeningen
4. Extra oefeningen


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

In het restaurant

Schrijf in je schrifje (notebook):

Wat eet jij in een restaurant?
Noem 3 dingen!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

In het restaurant


Welke woorden
kennen we al?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

In het restaurant
  • Bij de serveerster kan ik het eten ________________.  
  • Ik wil betalen. Mag ik de _____________ alstublieft?
  • Ik eet altijd met ______________ (mes, vork & lepel).
  • Moet ik contant betalen, of kan ik ook _______________?
  • Ik wil bestellen. Mag ik de _______________ alstublieft?
  • ______________ brengt het eten naar de tafel.
  • Voor goede service geef ik altijd __________________.
  • ________________ kan heerlijk koken.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Luisteropdracht
Vragen:

1. Wie wil een broodje gezond en een kroket?   (de man / vrouw?)
2. Wie bestelt twee broodjes kaas?                        (de man / vrouw?)
3. Wat eten de kinderen?
4. Wat moet de man betalen?

Slide 29 - Slide

Link: https://www.youtube.com/watch?v=Lc6AdVtaeIU&t=5s

Antwoorden:
1. De man
2. De vrouw
3. Pannenkoeken
4. 44,55 euro 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

In het restaurant
Voorin (at the front) jouw schriftje, schrijf 5 zinnen met de woorden van vandaag. 

Bijvoorbeeld:
- Ik bestel eten bij de ober.
---------------------
Bestellen / de ober

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Extra tijd?
Alleen en in stilte!

  • Huiswerk afmaken (deadline vrijdag 2 februari)

  • Woordenlijst Toddle openen en leren

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Waar kopen Nederlanders hun eten? 
week 3

Where do Dutch people get their food? 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we leren:
- Woordenschat: de bakker
- gesprekje kunnen voeren in een supermarkt/snackbar/restaurant..


Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen:
1. Warming up
2. Activiteit
3. Lezen
4. Role play


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk nakijken

Kijk je werk zelfstandig na!
Check your homework on your own!

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Praatplaat
  • Waar zijn de mensen?
  • Wat doet Carlos?
  • Waar is Daan?
  • Wat koopt Karlijn?
  • Wat eet Koen?
  • Wat gebruikt Aron?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

5 minuten: de groep de als eerste de correcte volgorde weet te maken, krijgt een tractatie. 

Slide 40 - Slide

In tweetallen: kies een van de locaties (restaurant, bakkerij, supermarkt, groenteboer, etc.) en bereid een dialoog voor tussen de klant en verkoper. 
Extra luisteren

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions