This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Broodbakker vs Banketbakker
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je het verschil uitleggen tussen een broodbakker en een banketbakker en welke producten zij maken.
Slide 2 - Slide
Introductie van het leerdoel van de les.
Wat weet je al over broodbakkers en banketbakkers?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is een broodbakker?
Een broodbakker is iemand die brood maakt. Hij gebruikt meestal bloem, water, zout en gist.
Slide 4 - Slide
Definitie van een broodbakker en de ingrediënten die hij gebruikt.
Welke producten maakt een broodbakker?
Een broodbakker maakt verschillende soorten brood, zoals wit, bruin, volkoren, stokbrood, enzovoort.
Slide 5 - Slide
Overzicht van de verschillende soorten brood die een broodbakker maakt.
Wat is een banketbakker?
Een banketbakker is iemand die gebak en ander banket maakt. Hij gebruikt meestal suiker, boter, bloem en eieren.
Slide 6 - Slide
Definitie van een banketbakker en de ingrediënten die hij gebruikt.
Welke producten maakt een banketbakker?
Een banketbakker maakt verschillende soorten gebak, zoals taarten, cakes, koekjes, enzovoort.
Slide 7 - Slide
Overzicht van de verschillende soorten gebak die een banketbakker maakt.
Verschil tussen een broodbakker en een banketbakker
Een broodbakker maakt voornamelijk brood en een banketbakker maakt voornamelijk gebak.
Slide 8 - Slide
Korte samenvatting van het verschil tussen een broodbakker en een banketbakker.
Wat is het voornaamste product dat een broodbakker maakt?
A
Krentenbollen
B
erschillende soorten brood, zoals wit, bruin, volkoren, stokbrood, enzovoort.
C
slagroom taarten
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Wat is het voornaamste product dat een banketbakker maakt?
A
witbrood
B
diverse gebakjes en koekjes
C
krentenbollen
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Hoe wordt brood gemaakt?
Brood wordt gemaakt door bloem, water, zout en gist te mengen en het deeg te laten rijzen. Daarna wordt het deeg gebakken in de oven.
Slide 11 - Slide
Uitleg over het proces van het maken van brood met afbeeldingen.
Hoe wordt gebak gemaakt?
Gebak wordt gemaakt door suiker, boter, bloem en eieren te mengen en het deeg te bakken in de oven.
Slide 12 - Slide
Uitleg over het proces van het maken van gebak met afbeeldingen.
Welke ingrediënten gebruikt een banketbakker voornamelijk?
Slide 13 - Open question
This item has no instructions
Welke ingrediënten gebruikt een broodbakker voornamelijk?
Slide 14 - Open question
This item has no instructions
Waar vind je een broodbakker?
Een broodbakker vind je meestal in een bakkerij of supermarkt.
Slide 15 - Slide
Uitleg over waar je een broodbakker kunt vinden.
Waar vind je een banketbakker?
Een banketbakker vind je meestal in een patisserie of banketbakkerij.
Slide 16 - Slide
Uitleg over waar je een banketbakker kunt vinden.
Conclusie
Nu weet je het verschil tussen een broodbakker en een banketbakker en welke producten zij maken.
Slide 17 - Slide
Samenvatting van de les en herhaling van het leerdoel.
Meerkeuzevraag 7
Wat is het verschil tussen een broodbakker en een banketbakker?
Slide 18 - Slide
Stel de vraag aan de klas en geef hen enkele seconden om na te denken. Daarna kun je de vraag beantwoorden.
Wat is het verschil tussen een broodbakker en een banketbakker?
Slide 19 - Open question
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 21 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 22 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.