2BB Voeding en vertering BS1

Voeding en vertering
Thema 2.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voeding en vertering
Thema 2.

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
Uitleg basisstof 1 (15 min)
Opdrachten maken (15 min)
Voedselcontrole filmpje (15 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

Voedingsmiddelen
2.1

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 4 - Slide

Voedingsmiddel
  • Alles wat je eet en drinkt zijn voedingsmiddelen.
  • Plantaardige voedingsmiddelen zijn afkomstig van planten.
  • Dierlijke voedingsmiddelen zijn afkomstig van dieren.  Dit kan vlees zijn, maar ook bijvoorbeeld melk.

Slide 5 - Slide

Plantaardig of dierlijk ?
Plantaardig of dierlijk ?

Slide 6 - Slide

Deze melk en boter zijn niet dierlijk, maar plantaardig.  Dit zijn dus vervangers van dierlijke producten.

Slide 7 - Slide

Vezels (voedingsvezel)
  • Stoffen uit planten die we niet kunnen verteren.
  • Vezels zitten vooral in groenten, fruit, aardappelen, volkorenbrood, peulvruchten, noten en ontbijtgranen.
  • Zorgen voor een verzadigd gevoel (verzadigd = het gevoel dat je genoeg hebt gegeten). 
  • Nodig voor een goede darmwerking (darmperistaltiek)

Slide 8 - Slide

Veel vezels

Slide 9 - Slide

Voedingsmiddel - voedingsstof
  • Voedingsmiddelen is eigenlijk ons voedsel.
  • Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen. Het zijn de stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie en om te groeien en te herstellen.

Slide 10 - Slide

Functies van voedingsstoffen
  • Brandstof
  • Bouwstof
  • Reservestof
  • Beschermende stof

Slide 11 - Slide

Brandstoffen
  • Leveren energie.
  • Vindt plaats in de lichaamscellen.
  • Nodig om je lichaamstemperatuur te behouden.
  • Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel.

Slide 12 - Slide

Bouwstoffen
  • Bouwstoffen zijn nodig voor groei, ontwikkeling en herstel.
  • Met bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken.

Slide 13 - Slide

Beschermende stoffen
  • Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt.

Slide 14 - Slide

Reservestoffen
  • Reservestoffen zijn stoffen die je lichaam niet meteen nodig heeft. 
  • Ze worden opgeslagen in je lichaam. 
  • Later kan je lichaam ze gebruiken als bouwstof of brandstof.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen check
  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Slide 16 - Slide

Vis
A
Dierlijke producten
B
Plantaardige producten

Slide 17 - Quiz

Chocolademelk
A
Dierlijke producten
B
Plantaardige producten

Slide 18 - Quiz

Spinazie
A
Dierlijke producten
B
Plantaardige producten

Slide 19 - Quiz

Vlees
A
Dierlijke producten
B
Plantaardige producten

Slide 20 - Quiz

Sojamelk
(melk gemaakt van sojabonen)
A
Dierlijke producten
B
Plantaardige producten

Slide 21 - Quiz

Voedingsvezels...
A
Kan je wel verteren
B
Kan je niet verteren

Slide 22 - Quiz

Voedingsvezels...
A
Zorgen voor een goed gevoel van honger
B
Zorgen voor een gevoel van verzadiging

Slide 23 - Quiz

Wordt opgeslagen in je lichaam, omdat je deze niet meteen nodig hebt.
A
Beschermende stof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Bouwstof

Slide 24 - Quiz

Zorgt ervoor dat je gezond blijft.
A
Beschermende stof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Bouwstof

Slide 25 - Quiz

Levert energie voor de verbranding in je lichaam.
A
Beschermende stof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Bouwstof

Slide 26 - Quiz

Heb je nodig om nieuwe cellen te maken voor groei, ontwikkeling en herstel.
A
Beschermende stof
B
Reservestof
C
Brandstof
D
Bouwstof

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!

Maak: Opdracht 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8
Waar? Vanaf bladzijde 66.
Hoe? Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.

Klaar? Test jezelf maken op het digitaal lesmateriaal.
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video