Het circulatiestelsel

Het circulatiestelsel
d





Hart en bloedvaten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het circulatiestelsel
d





Hart en bloedvaten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Bloedvaten
Aders

Slagaders (longslagader)

Haarvaten (capillairen) 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Soorten aders
Slagaders
Zuurstofrijk bloed
wanden dik, stevig, elastisch
bv polsslagaders
kleppen

Aders
Zuurstofarm bloed
bloed stroomt weg van de organen> terug naar het hart
wanden dunner, minder elastisch
blauwe strepen
kleppen

Haarvaten
Kleine bloedvaten
1 cellaag dik
voedingsstoffen en afvalstoffen
zuurstof, witte bloedcellen
Soorten aders

Slide 5 - Slide

Aandoeningen aan hart en bloedvaten

Hart en vaatziekten zijn meestal het gevolg van een ongezonde leefstijl
Risicofactoren
- Voeding die teveel dierlijke vetten bevatten (verzadigde vetten)
- Te veel zoutgebruik
- Roken
- Stress
- Overmatig alcoholgebruik
- Zwaarlijvigheid (obesitas)


Slide 6 - Slide

Slagaderverkalking
- Afwijking in de bloedvat door een vetophoping.

- Vernauwing van de slagaderen.
- Alle slagaders in het lichaam kunnen worden
aangetast door aderverkalking.
- Niet alleen kalk, maar ook cholesterol en bloedstolsels kunnen de doorlaatbaarheid  en elasiticiteit van de bloedvaten verminderen. De weefsels krijgen dan minder zuurstof.
- Bij vernauwingen in de benen krijg je dan loopproblemen (perifeerlijden)
- Bij vernauwingen in de kransslagaders krijg je pijn op de borst (angina pectoris)


Slide 7 - Slide

Trombose
Normaal stolt het bloed in slagaders en aders niet. Bij ateriosclerose wordt de vaatwand ruwer, waardoor bloedplaatjes kapot gaan en daardoor bloed kan stollen. 
Wanneer het stolsel vastzit aan een vaatwand noemen we dit een trombose. Wordt het stolsel meegevoerd met het bloed noemen we het ene embolie. Een embolie kan vast komen te zitten in een vat, gebeurt dit in een belangrijke vat zoals de longen(longembolie) ontstaat er een levensbedreigende situatie.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bouw van het hart
Lagen van buiten naar binnen
- Hart ligt in het hartzakje, binnenlaag(epicard)en buitenlaag (pericard)​
- Hartspier (myocard), grootste deel van het hart​ (kan dikker worden)
- Hartvlies (endocard), gladde , dunne binnenbekleding


Slide 10 - Slide

Kransslagaders
Kransslagaders:
  • Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
  • De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
  • Ontspringen uit de aorta

Kransaders:
  • Via de kransaders wordt het
    bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.  

Slide 11 - Slide

Hartinfarct 
Door arteriosclerose in een kransslagader kan de hartspier een tekort aan voedingsstoffen krijgen. Is de vernauwing klein, dan heb je alleen last van POB tijdens inspanning. Bij ernstige vernauwing heb je ook pijn tijdens rust en gaat vaak ook niet weg. Vaak gebeurt dit plotseling.

klachten:
- (acute) pijn op de borst/ trekt niet weg
- benauwdheid
- misselijkheid en braken
- Bleke en klamme huid
- zweten

Slide 12 - Slide

Hartfalen
Hartfalen is een chronische ziekte. Bij hartfalen schiet de pompfunctie van het hart tekort, waardoor de weefsels te weinig zuurstof krijgen. Deze aandoening ontstaat geleidelijk.
 Als het hart pompkracht heeft verloren, is het heel moeilijk die weer terug te winnen. De behandeling is er meestal op gericht om het proces van verzwakking te vertragen of een halt toe te roepen. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer krachtig als vanouds. Daarvoor moet de oorzaak herstelbaar zijn, zoals een hartritmestoornis die met een pacemaker kan worden verholpen. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling.

klachten:
- vermoeidheid
- vocht in de voeten en benen
- kouden handen en voeten
- onrustig slapen




Slide 13 - Slide

Ritme van het hart
Bij gezonde mensen is het ritme meestal regelmatig. De hartslagen volgen elkaar met gelijke tussenpozen op. 
Een afwijkend hartritme kan onschuldig zijn of een symptoom zijn van een hartritmestoornis. Een normaal hartritme is regelmatig en telt een aantal slagen van niet minder dan vijftig en niet meer dan honderd per minuut. Wijkt het ritme af, dan is dat in de meeste gevallen geen reden om je zorgen te maken. Een probleem wordt het pas als je er duizelig van wordt of flauwvalt. Dan is er mogelijk sprake van een hartritmestoornis.
Het hartritme wordt geregeld door het prikkelgeleidingssysteem, een netwerk van speciale cellen in de hartspier. Deze cellen geleiden de elektrische prikkel die de hartspier aanzet tot samenknijpen. Een afwijkend hartritme of een hartritmestoornis wordt veroorzaakt door een probleem in het prikkelgeleidingssysteem.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Opdracht hart en bloedvaten:
                                                Teken zelf een hart 

--> kamers, boezems en kleppen
-->inclusief de bloedvaten
-->geef met pijltjes de stroomrichting van het bloed aan

Slide 16 - Slide