What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 5
Nieuwe woorden Thema 18
Nederland
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nieuwe woorden Thema 18
Nederland
Slide 1 - Slide
woorden
de rivier
's middags
's morgens
de Sinterklaas
skiën
sommige
Slide 2 - Slide
de rivier (znw)
een brede stroom die op natuurlijke wijze ontstaan is en die water naar zee voert
rivier - rivier
en
zin
: De Maas en de Waal zijn
rivieren
.
zin
: De Nijl is met een lengte van 5499 tot 6695 km de langste
rivier
van de wereld.
36
Slide 3 - Slide
's middags
tijdens de middag
zin
: Ik doe altijd
's middags
mijn boodschappen.
zin
: Ik ga
's middags
om half drie naar de kantine.
37
Slide 4 - Slide
's morgens
tijdens de ochtend
zin
: Wij hebben
's morgens
om 10 over 10 de eerste pauze.
zin
: Hij staat
's morgens
altijd vroeg op, anders komt hij te laat op school.
38
Slide 5 - Slide
de Sinterklaas (znw)
een heilige die op 5 december en in de weken ervoor cadeaus geeft aan de kinderen
zin
:
Sinterklaas
is een traditioneel Nederlands kinderfeest.
zin
:
Sinterklaas
staat bekend om zijn lange witte baard en rode kleding.
40
Slide 6 - Slide
skiën
(ww)
met ski's van een berg met sneeuw af glijden
TT - ik ski - jij ski
e
t - wij ski
ën
VT - ik ski
ede
- wij ski
ede
n
VTD - ik
heb
geski
ed
zin
: Als er sneeuw op de bergen ligt, gaan wij altijd
skiën
.
zin
:
Skiën
is een onderdeel op de Olympische winterspelen.
41
Slide 7 - Slide
sommige
een paar
niet alle
een kleine hoeveelheid
sommige <-> alle
zin
:
Sommige
glazen zijn omgevallen.
zin
:
Sommige
mensen durven niet in een lift.
42
Slide 8 - Slide
Verwerkingsvragen thema 18
Nederland
Slide 9 - Slide
Hoe noemen we een natuurlijke waterstroom die uitmondt in zee?
A
sloot
B
meer
C
rivier
D
plas
Slide 10 - Quiz
Wanneer gaat de school uit?
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts
Slide 11 - Quiz
Wat doe jij 's morgens?
Slide 12 - Mind map
Op welke datum vieren wij Sinterklaas?
(dag + maand)
Slide 13 - Open question
Wat doet Sinterklaas?
A
Neemt de kinderen mee naar Spanje.
B
Deelt cadeaus uit aan de kinderen.
Slide 14 - Quiz
Wat gebruik je met skiën?
A
schaatsen
B
skates
C
ski's
Slide 15 - Quiz
Wat doe je met skiën?
A
Met ski's van een berg met sneeuw afglijden.
B
Met ski's van een berg met regen afglijden.
C
Met ski's een berg sneeuw opklimmen.
D
Met ski's een berg ijs opklimmen.
Slide 16 - Quiz
Wat is een ander woord voor sommige?
A
een paar, niet alle
B
een kleine hoeveelheid
Slide 17 - Quiz
Maak een zin met het woord
'sommige'.
Slide 18 - Open question
More lessons like this
Dag 5
September 2024
- Lesson with
17 slides
NT2
ISK
basiszinnen beoordelen na deel 5
February 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Hoger onderwijs
P2
November 2020
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Feit of mening?
February 2021
- Lesson with
18 slides
NT2
Hoger onderwijs
Deutsch B7 30. Januar
January 2019
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
WOORDEN plus OPDRACHTEN bellen en mailen - rose - dag 2 NT2
September 2023
- Lesson with
18 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 4 online
September 2024
- Lesson with
36 slides
NT2
HBO
Studiejaar 4
Onlineles 1 - Rekenen - digitaal of analoog - vsozml - 3/4 Paul Abma
December 2021
- Lesson with
29 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3