weer en klimaat 1.3

1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kent de begrippen natuurlijk broeikaseffect en versterkt broeikaseffect.
Je begrijpt wat de ecologische voetafdruk te maken heeft met het versterkt broeikaseffect.
Je kunt op basis van bronnen ecologische voetafdruk van landen vaststellen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Hoe kunnen wij voorkomen dat het nog warmer, droger en soms natter wordt?
Oplossing: duurzaamheid. Bedrijven en consumenten moeten zuiniger omgaan met grondstoffen.

Om te vergelijken wie op dit moment de aarde het meest belast en vervuilt, gebruiken we de ecologische voetafdruk

Slide 9 - Slide

Hoe rijker een land, hoe.... de CO2 uitstoot
A
lager
B
hoger

Slide 10 - Quiz

In welk werelddeel is de ecologische voetafdruk gemiddeld het laagst?
A
Zuid-Amerika
B
Afrika
C
Australië (Oceanië)
D
Azië

Slide 11 - Quiz

De afstand van een plaats tot de evenaar heeft invloed op de temperatuur. Waar horen de volgende woorden? 
Breedtegraad?
Temperatuur
Breedtegraad?
Breedtegraad?
Temperatuur
Temperatuur
Hoge breedte
Lage breedte
Gematigde breedte
Koud
Zomer's niet heel warm, 's winters niet zo koud
Het hele jaar warm, boven de 18 graden Celsius

Slide 12 - Drag question

In oranje staan de klimaatfactoren
Sleep de omschrijvingen naar de juiste klimaatfactor:
Hierna: 3 quizvragen
timer
1:00
Invloed van de zee.
Gesteldheid van het aardoppervlak.
Breedteligging
Windrichting
Hoogteligging
In Amsterdam is heel veel asfalt en beton. Daarom is het oppervlakte hier warmer dan op het platteland.
In de zomer is het in Nederland langs de kust vaak koeler dan in het binnenland.
Marokko ligt dichter bij de evenaar dan Nederland. Daardoor is de temperatuur er hoger.
Een zuidenwind betekent in Nederland vaak dat er warme lucht wordt aangevoerd.
Op een berg is het kouder dan in een dal.

Slide 13 - Drag question

Indonesië ligt op .... breedte?
A
lage
B
hoge

Slide 14 - Quiz

Breedteligging is de afstand van een plek tot de
A
evenaar
B
Noordpool
C
Zuidpool

Slide 15 - Quiz

Landklimaat heeft
A
warme zomers en zachte winters
B
koele zomers en koude winters
C
warme zomers en koude winters
D
koele zomers en zachte winters

Slide 16 - Quiz

Welk klimaat is nooit te vinden op hoge breedte?
A
savanne klimaat
B
hooggebergteklimaat
C
landklimaat
D
toendraklimaat

Slide 17 - Quiz

Wat is geen klimaatfactor?
A
hoogteligging
B
breedteligging
C
droogte
D
invloed van de zee

Slide 18 - Quiz