Werkwoorden (20-09-2022)

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Werkwoorden

•  Aan het einde van deze les kun je benoemen wat werkwoorden zijn. 
• Je kunt de werkwoorden vinden in een zin.

Welke van deze 4 woorden is een werkwoord?

1. Lopen
2. Computer
3. Muis
4. De

Welke van deze 4 woorden is een werkwoord?

1. Het
2. Blije
3. Rennen
4. Verf

Welke van deze 4 woorden is een werkwoord?

1. Pan
2. Snoer
3. Hebben
4. Blauw

Werkwoorden

Het werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet. 

Werkwoorden

Ik loop - hij loopt- wij lopen

Ik loop - ik kan lopen

Ik fiets - hij fietst - wij fietsen

Ik fiets - ik kan fietsen

Even oefenen

Luuk komt uit school. 

Papa schenkt drinken voor hem in. 

Mama geeft hem een boterham.

 Nu horen ze hem niet meer. 

Werkwoord

Geen werkwoord

komt

zeggen

fluiten

bellen

olifant

fruitschaal

deksel

paarse

Wat is het werkwoord in de zin:
Pepijn ligt in het ziekenhuis.

Wat is het werkwoord in de zin:
Pepijn ligt in het ziekenhuis.

Wat is het werkwoord in de zin:
Elke dinsdag is het dierendag.

Wat is het werkwoord in de zin:
De juf geeft de schriften.

Wat is het werkwoord in de zin:
Jullie doen dit goed zeg!

Ruwe werkwoorden

Dit zijn woorden waarvan de stam (hele werkwoord -en) anders is dan de ik-vorm.

Hele werkwoord: niezen     |        de stam = niez 

Huh?! Dat ziet er raar uit...

Maak er de ik-vorm van

dan wordt het IK NIES

hele werkwoord: kluiven
ik- vorm: ...

hele werkwoord: durven
ik- vorm: ...

hele werkwoord: blazen
ik- vorm: ...

hele werkwoord: verhuizen
ik- vorm: ...

hele werkwoord: blijven
ik- vorm: ...

Ik denk dat ik nu zelf aan de slag kan met de werkwoorden

0100