2.3 bloedvaten

2.3 Bloedvaten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

2.3 Bloedvaten

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste manier om de verbranding op te schrijven?
A
Zuurstof + energie => Glucose + water + koolstofdioxide
B
Water + zuurstof => Glucose + koolstofdioxide
C
Zuurstof + glucose => Water + koolstofdioxide + energie
D
Water + koolstofdioxide => glucose + zuurstof

Slide 2 - Quiz

Bij borstademhaling bewegen
A
middenrif
B
ribben en borstbeen

Slide 3 - Quiz

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 4 - Drag question

luchtpijp
longen

Slide 5 - Drag question

longblaasjes
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 6 - Drag question

Zuurstof uit                                wordt
koolstofdioxide uit                             wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht

Slide 7 - Drag question

Welke bestanddelen zitten er allemaal in het bloed?

Slide 8 - Open question

Wat is de functie van hemoglobine?

Slide 9 - Open question

Wat zijn de ziektebestrijders in het bloed?
A
Rode bloedcellen
B
bloedplasma
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplaatjes

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van bloedplaatjes?

Slide 11 - Open question

Leerdoelen paragraaf 2.3
Aan het einde van deze paragraaf kan jij: 
- Je kunt drie typen bloedvaten en hun functies onderscheiden
- Je kunt de namen van aders en slagaders benoemen in een afbeelding 

Slide 12 - Slide

3 type bloedvaten
  1. slagader
  2. ader
  3. haarvaten

Slide 13 - Slide

Slagader
Altijd van het hart naar organen
Dikke, stevige wand (vangt harde klap op)
Hoge bloeddruk
Diep in het lichaam
Hartslag is voelbaar
altijd zuurstofrijk (behalve de longslagader) 
weinig koolstofdioxide 

Slide 14 - Slide

Ader
Van organen naar het hart
Dunne wand
Lage bloeddruk
Kleppen
Minder diep in het lichaam
Hartslag nauwelijks voelbaar
altijd zuurstofarm (behalve de longader)
veel koolstofdioxide 

Slide 15 - Slide

Waarom heeft een ader kleppen?

Slide 16 - Slide

Kleppen in ader uitleg 
Een ader vervoerd vaak bloed tegen de zwaartekracht in; bloed zal dan terugvallen en ophopen in je benen! Kleppen voorkomen dit. 

Kleppen openen bij elke hartslag even, zodat de bloeddruk het bloed omhoog duwt. Kleppen voorkomen dat het weer naar beneden valt.
Als het bloed naar boven gaat gaat de klep open. Wil het bloed dan weer naar beneden gaat de klep dicht.

Het kan zijn dan een klep kapot is. Dit noemen wij dan een spatader. Het bloed kan dan naar beneden vallen en ophopen. Dit is niet erg het bloed duwt zichzelf naar boven door de bloeddruk.

Slide 17 - Slide

Ader en spatader
ader en spatader

Slide 18 - Slide

Haarvat
heel dun
tussen slagaders en aders in door de organen
Hiervandaan gaat zuurstof + voedingsstoffen naar het orgaan
Vanuit het orgaan komen koolstofdioxide + afvalstoffen in het haarvat
hele lage bloeddruk 

Slide 19 - Slide

Bijzondere bloedvaten
In ons lichaam zitten een aantal bijzondere bloedvaten:
- De longslagader: Dit is de enige slagaders die zuurstofarm is.
- De longader: Dit is de enige ader die zuurstofrijk is.
- De aorta: Dit is de grootste slagader in het lichaam. Deze loopt vanaf het hart naar alle andere slagaders in het lichaam (behalve de longslagader) 
- De poortader: Deze ader loopt niet naar het hart, dit is de ader die de darmen en maag met de lever verbindt. Waarom zou dit zo zijn?

Slide 20 - Slide

Slagader
Haarvat
Ader

Slide 21 - Slide

Leerdoelen paragraaf 2.3
Aan het einde van deze paragraaf kan jij: 
- Je kunt drie typen bloedvaten en hun functies onderscheiden
- Je kunt de namen van aders en slagaders benoemen in een afbeelding 

Slide 22 - Slide

Ader
Slagader
Haarvat

Slide 23 - Drag question

Kenmerk ader

Kenmerk slagader

Dunne wand
Dikke wand
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Van hart naar orgaan
Van orgaan naar het hart
kleppen

Slide 24 - Drag question

Ader
Haarvat
Slagader

Slide 25 - Drag question