4H - Herhaling 4.1

H2
§2.4 - Zouten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2
§2.4 - Zouten

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herhaling 

  • Uitleg §2.4
  • Oefenen met zoutformules

  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Kennen / Kunnen
Wat moet je kennen/kunnen:
- Je moet weten wat een zout is en waaruit zouten uit opgebouwd zijn
- Je moet weten waar het romeinse cijfer voor staat in de naam van een zout
- Je moet weten wat triviale/rationele namen zijn en deze kunnen opzoeken met behulp van BiNaS
- Je moet verhoudingsformules van zouten kunnen opstellen met enkelvoudige  ionen


Slide 3 - Slide

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een niet-metaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee niet-metalen

Slide 4 - Quiz

Uit welke type deeltjes bestaat een zout?
A
moleculen
B
atomen
C
positieve ionen en negatieve ionen
D
elementen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn ionen?
A
Elementen met gelijk aantal protonen en elektronen
B
Vrije elektronen
C
Positieve of negatieve geladen deeltje/element
D
Een verbinding met een niet metaal

Slide 6 - Quiz

Metaal ionen zijn meestal...
A
Positief geladen
B
Negatief geladen
C
Neutraal

Slide 7 - Quiz

Koperoxide bestaat uit een koperionen en een oxide-ionen. Wat is de correct verhoudingsformule van koper(II)oxide?
A
CuO
B
Cu2O
C
CuO2
D
(Cu)O

Slide 8 - Quiz

Uitleg
Zouten:
  • Combinatie van metaal- en niet-metaal.
  • Wordt gevormd doordat metaalatoom elektron(en) weggeeft aan niet-metaalatoom.
  • Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd: ionen.




  • Dus: Zout bestaat uit metaalion + nietmetaalion

Slide 9 - Slide

Uitleg
  • Enkelvoudige ionen (blz. 52 + 53)

  • Zorg dat je de namen van de ionen kent...
  • -> HO 

Slide 10 - Slide

Uitleg
Verhoudingsformule van zout

  • Natriumchloride = 

  • Magnesiumchloride = 

  • Waarom?

MgCl2
NaCl

Slide 11 - Slide

Uitleg
Verhoudingsformule:
  1. Schrijf de naam van het zout op
  2. Noteer de ionsoorten (met lading) achter elkaar
  3. Maak de + en - lading gelijk / Bepaal de verhouding 
  4. Noteer de verhoudingsformule (lading weg, haakjes indien nodig)

Slide 12 - Slide

Uitleg
Verhoudingsformule

  • Oefenen!


Positieve ion
Negatieve ion
(Verhouding tussen ionen)
verhoudings-formule
Volledige naam

Slide 13 - Slide

Wat vonden jullie van deze werkvorm(en) in de les?

Slide 14 - Open question