P1 les 1 Cellen

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Cellen

Waar denken jullie aan bij cellenleer?

Leg een ei voorin de klas. Maak het ei kapot en vraag hen wat ze weten over cellen. Vraag hen waar een cel uit opgebouwd is. Verwijs naar de eierdooier (celkern is geel, cytoplasma is doorzichtig en de rand van de cytoplasma is het celmembraan). Laat verschillende studenten de vraag beantwoorden. 

Lesprogramma

• Doel

Je weet hoe de cellen zijn opgebouwd, wat de functies ervan zijn en hoe cellen zich delen.

• Lesprogramma

Inleiding (5 minuten)
Theorie (20 minuten)
Zelfstandig werken (30 minuten) leereenheid 1 opdracht 7
Evalueren en afsluiten (5 minuten)

• Benodigdheden

- Beautyboek 2 

- Pen & papier/laptop

- www.beautylevel.nl -> Cellen

Waarom is dit belangrijk om te weten?

Om in de praktijk het lichaam te kunnen behandelen, moet je weten waar het lichaam uit bestaat. Dit begint bij de cel, wat het kleinste bouwsteentje in het lichaam is, die samen alle onderdelen van je lichaam vormen.

Uit hoeveel cellen bestaat ons lichaam?

1. Honderden
2. Duizenden
3. Miljoenen

Test hun kennis

Bouw van de cel (anatomie)

Van buiten naar binnen:

- Celmembraan

- Cellichaam met cytoplasma

- Celkern

geef uitleg en verwijs naar het ei

Celkern

Celmembraan

Cytoplasma

Test hun kennis

Uitleg bouw van de cel

Celmembraan:

- Semi-permeabel (halfdoorlaatbaar)

- Voedingstoffen en zuurstof opnemen

- Afvalstoffen afgeven

Cellichaam:

- Bestaat uit cytoplasma/celvocht (protoplasma)

- Bestaat 70% uit water met opgeloste stoffen

- Belangrijk voor de celstofwisseling en energievoorziening

- Solvorm (vloeibare vorm) -> gelvorm (ingedikt)

Celkern (nucleus):

- In de kernmembraan zit kernplasma (protoplasma)

- Regelt levensprocessen; stofwisseling en groei

- Bevat erfelijke informatie en deelt zich

geef uitleg

Hoe heten kernplasma en cytoplasma samen?

1. Plasma
2. Protoplasma
3. Nucleoplasma
4. Celvocht

test hun kennis

Celdeling

Chromatinekorrels -> opgebouwd uit chromatine -> bevat DNA hierin zit erfelijk materiaal (genen)

Bij celdeling vormen de korrels draden = chromosomen

Directe celdeling:

- Celkern en cellichaam delen tegelijkertijd

Indirecte celdeling:

- Eerst celkerndeling, daarna deling cellichaam

- Mitose en meiose

Mitose en meiose

Mitose (indirecte celdeling):

- Er ontstaan twee nieuwe cellen identiek/zelfde als de moedercel met ieder 46 chromosomen

Meiose (indirecte celdeling/reductiedeling):

- Komt voor bij geslachtscellen (eicel/zaadcel)

- Aantal chromosomen gaan zich halveren

- Er ontstaan rijpe geslachtscellen met ieder 23 chromosomen

- Bevruchting:

rijpe eicel (23) + rijpe zaadcel (23) -> bevruchte eicel (46)

geef uitleg, maak gebruik van het filmpje bij onduidelijkheid

Functies/ levensverrichtingen van de cel (fysiologie)

Animale levensverrichtingen: reageert op plotselinge veranderingen (willekeurig)

- Prikkelbaarheid en prikkelverwerking (warmte, kou, druk en licht)

- Beweging (vorm en plaats)

Vegetatieve (automatische) levensverrichtingen (onwillekeurig): 

- Groei

- Stofwisseling

- Voortplanting

geef uitleg

Zelfstandig werken

Wat? Leer het hoofdstuk 1.1 Cellen

Hoe?  zie leereenheid 1 starter deelopdracht 7 en werk samen met de groepje!
* gebruik de kleurtjes uit de kast

Laat de studenten de stappen van de uitleg herhalen, door verschillende studenten te noemen.

Tijdens het zelfstandig werken maakt de docent gebruik van het drierondjesmodel.

De startronde:

Tijdens de startronde is het belangrijk dat alle begrippen goed zijn overgekomen. Als alle begrippen goed zijn overgekomen kunnen de studenten aan de slag gaan.

De hulpronde:

De hulpronde is er voor studenten die de stof niet goed hebben begrepen, of studenten die nog vragen hebben. De docent helpt de leerlingen door feedup (wat is er bereikt?), feedback (wat kan er verbeterd worden?) en feedforward (hoe kan het verbeterd worden?) te geven.

De checkronde:

Tijdens de checkronde kijkt de docent of de studenten de opdracht bijna af hebben. Ook kijkt de docent of het gelukt is met het maken van de opdracht.

Feedup: wat weet je al?

Feedback: waar moet je je zelf nog in ontwikkelen?

Feedforward: hoe pak je dit aan?

Laat de studenten het volgende op een blaadje schrijven en bevraag verschillende studenten 

Wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃

Vraag waarom ze voor een bepaalde emoji hebben gekozen

Afsluiting

• Doelen

Je weet hoe de cellen zijn opgebouwd, wat de functies ervan zijn en hoe cellen zich delen.

• Volgende keer

Weefsels; Epitheelweefsel

• Tip/Huiswerk 

Lezen Beautyboek 2 hoofdstuk 1.2 Epitheelweefsel blz 12 t/m 15

Herhaal het doel, bespreek wat ze volgende week gaan doen en geef huiswerk op

Wat is een cel?

- De mens is een organisme

- Een organisme bestaat uit orgaanstelsel

- Orgaanstelsels zijn opgebouwd uit organen

- Organen bestaan uit weefsels

- Weefsels zijn opgebouwd uit cellen

Een cel is het kleinste levende deeltje van het organisme

Geef uitleg

Voorbeeld

Orgaanstelsel: maag- darmstelsel

Organen: slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, galblaas, enz.

Weefsels: epitheelweefsel, bindweefsel

Cellen: witte bloedcellen