What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
CELLEN
CYTOLOGIE = CELLEER
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
CYTOLOGIE = CELLEER
Slide 1 - Slide
LESDOELEN
Bestuderen van de bouw, ligging en functie van cellen
Verschillende begrippen van de cel opbouw bestuderen
Slide 2 - Slide
INHOUD VAN DE LES
Organismen
Bouw van een cel
Levensverrichtingen van een cel
Osmose en diffusie
Celdeling
Ontwikkeling van een bevruchte eicel
Vochtverdeling in het lichaam
Slide 3 - Slide
WAT IS EEN CEL?
De
kleinste
eenheid van een levend organisme
Slide 4 - Slide
LEVENSVERRICHTINGEN VAN EEN CEL
Animale
levensverrichtingen
Vegetatieve
levensverrichtingen
Slide 5 - Slide
ANIMALE
LEVENSVERRICHTINGEN:
Prikkelbaarheid
Beweging
VEGETATIEVE
LEVENSVERRICHTINGEN:
Groei
Stofwisseling
Voortplanting
Slide 6 - Slide
ARBEIDSVERDELING BIJ MEERCELLIGE ORGANISMEN
Er zijn cellen met een verschillende
bouw
en met verschillende
taken
Een groep cellen met
dezelfde
bouw en taken = een
weefsel
Slide 7 - Slide
MICRO-ORGANISMEN
= EENCELLIGE ORGANISMEN
MACRO-ORGANISMEN
= MEERCELLIGE ORGANISMEN:
Mensen
dieren
Planten
Slide 8 - Slide
MICRO-ORGANISMEN
Dierlijke:
amoebe, pantoffeldiertje
Plantaardige:
bacterie, gist
Slide 9 - Slide
BOUW VAN EEN CEL
Cellichaam
Celkern =
nucleus
Chromatine
Centraallichaampjes
Membranen
Slide 10 - Slide
CELLICHAAM EN CELKERN
Zijn opgebouwd uit
protoplasma:
In het cellichaam:
celplasma
=
cytoplasma
In de celkern:
kernplasma
=
nucleoplasma
Slide 11 - Slide
PROTOPLASMA
Dit is
water
met daarin allerlei opgeloste stoffen
Slide 12 - Slide
VORMEN VAN PROTOPLASMA
Solvorm
= vloeibare vorm (60 a 70% water)
Gelvorm
= gelei-achtige vorm (minder vocht)
Slide 13 - Slide
CELLEN ZONDER KERN
Rode bloedcellen =
Erytrocyten
Bloedplaatjes =
Trombocyten
Slide 14 - Slide
CHROMATINE
= EIWITKORRELS
Zitten
in
de
celkern
Ze vormen de
chromosomen
Chromosomen bestaan uit
DNA met genen
(erfelijk materiaal)
Slide 15 - Slide
CHROMOSOMEN
Een menselijke cel heeft
46
chromosomen
De chromosomen hebben ieder
2
dezelfde delen =
chromatiden
Slide 16 - Slide
MEMBRANEN
= Vliezen = wanden
Via deze wanden vindt
stofwisseling
plaats
Celmembraan
= celwand om het cellichaam
Kernmembraan
= kernwand om de kern
Slide 17 - Slide
Bij
mensen en dieren
zijn membranen
opgebouwd uit:
Eiwitten =
proteïnen
Vetten =
lipiden
Bij
planten
zijn membranen opgebouwd uit:
Cellulose
Slide 18 - Slide
2 CENTRAALLICHAAMPJES
Zitten bij de celkern
Spelen een belangrijke rol bij celdeling (voortplanting)
Slide 19 - Slide
MEMBRANEN
Ze zijn
semi-permeabel
= half doorlaatbaar of selectief
Sommige stoffen kunnen wel door de wand en sommigen niet
Slide 20 - Slide
OSMOSE
= uitwisseling van
oplosmiddel
door een
semi-permeabel
membraan
Het oplosmiddel gaat van
lage
concentratie stoffen naar
hoge
concentratie
DIFFUSIE
=
spontane
uitwisseling van gassen met gassen of vloeistoffen met vloeistoffen
Het gaat altijd van
hoge
concentratie stoffen naar
lage
concentratie
Slide 21 - Slide
OSMOSE
Bij
stofwisseling
in de cellen
Slide 22 - Slide
DIFFUSIE
Bijvoorbeeld bij de
ademhaling
Slide 23 - Slide
CELDELING
Directe deling
Indirecte deling =
mitose en meiose
Slide 24 - Slide
DIRECTE DELING
Alleen bij
éé
ncellige
organismen =
micro-organismen
De
celkern
en het
cellichaam
delen
tegelijk
Slide 25 - Slide
MITOSE
Eerst
deelt de celkern en
dan
deelt het cellichaam
Tijdens deze deling
verdubbelen
de chromosomen van
46 naar 92
Slide 26 - Slide
MEIOSE
=Reductiedeling
Bij
rijpe geslachtscellen
(eicellen en zaadcellen)
Het aantal chromosomen wordt
gehalveerd
van
46 naar 23
Slide 27 - Slide
BEPALING VAN HET GESLACHT VAN EEN BABY
Een rijpe
eicel
heeft
23
chromosomen:
22 + een
X-chromosoom
Een rijpe
zaadcel
heeft
23
chromosomen:
22 + een
Y of een X- chromosoom
XX
is een
meisje
XY
is een
jongen
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
AANTAL CHROMOSOMEN BIJ MENSEN
Bij een cel die
NIET
aan het delen is:
46
Bij een cel die
WEL
aan het delen is:
92
Bij een
rijpe geslachtscel
(eicel of zaadcel):
23
Bij een
bevruchte
eicel:
46
Slide 30 - Slide
VOCHTVERDELING IN HET LICHAAM
Het lichaam bevat
60 a 70%
water:
Ongeveer
40%
in de cellen =
intracellulair
Ongeveer
15%
tussen de cellen = in het weefsel =
extracellulair
Ongeveer
5%
in de bloedbaan
Slide 31 - Slide
More lessons like this
CELLEN
October 2021
- Lesson with
49 slides
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
CELLEN
June 2022
- Lesson with
49 slides
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
CELLEN
June 2023
- Lesson with
51 slides
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
P1 les 1 Cellen
January 2023
- Lesson with
17 slides
Schoonheidsverzorging
MBO
Studiejaar 1
SAMENVATTING CELLEER
June 2023
- Lesson with
26 slides
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
P1 les 1 Cellen
September 2024
- Lesson with
16 slides
Schoonheidsverzorging
MBO
Studiejaar 1
SAMENVATTING CELLEER
September 2022
- Lesson with
23 slides
anatomie en fysiologie
MBO
Studiejaar 1
THEO les 1: Celleer
January 2024
- Lesson with
28 slides
Schoonheidsverzorging
MBO
Studiejaar 1