26 oktober onderwerp

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Regels
1. Er wordt alleen gepraat wanneer je beurt hebt of wanneer dit op het bord wordt aangegeven. Op deze manier kunnen we elkaar goed verstaan.
2. Wanneer er om stilte wordt gevraagd, probeer je zo snel mogelijk stil te zijn. 
3. Je schreeuwt niet door de klas, maakt geen gekke geluiden en je reageert alleen positief  op elkaar. 
4. Vaker dan 3x de les negatief verstoort? Dan volgt er een straf
5. Rood stoplicht is in stilte werken, oranje is op fst-niveau en een groen stoplicht is vrij spreken.
6. Wanneer er gevraagd wordt om stil werken, proberen jullie ook om stil te werken. 
7. Telefoon niet in de kluis, maar zichtbaar in de klas? Dan naar de afdelingsleider. 

Slide 3 - Slide

Lezen
Wat: 10 minuten lezen
Met wie: Alleen 
Uitkomst: Je hebt verder gelezen aan je boek voor je boekverslag
Geluid: Stilte
Boek al uit? Dan leer je je woordenlijst en neem je volgende les een nieuw boek mee, voor boekverslag II
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Herhalen van vorige les:
Noteer van de volgende zinnen de persoonsvormen 
en alle werkwoorden
1. Jesse en Karel lopen over straat richting het winkelcentrum de Reigerhof. 

2. De meisjes willen zaterdag graag gaan winkelen.

3. Maddy draagt een trui van haar favoriete volleybalclub. 

4. De spits kampte met een vervelende en zware blessure aan haar knie. 

5. We zullen vandaag extra hard moeten werken, om al het werk af te krijgen. 

timer
3:00

Slide 5 - Slide

'Onderwerp' 
Lezen tekst op blz. 206
Wat zegt het onderwerp in de zin over iets? 

En welke woorden kunnen onderwerpen zijn en welke woorden horen samen in de zin? 

Hoe vind je het onderwerp?
1. 
2. 
3. 


Slide 6 - Slide

   Zoek in de volgende zinnen het onderwerp, de pv is al onderstreept
1. De Feyenoorders speelden in de eerste helft met maar tien man --> Wie/wat speelden?  Antwoord: De Feyenoorders
2. Het publiek begroet de presentator met een luid applaus. --> Wie/wat begroet?
3. Trefbal wordt steeds vaker in Nederland gespeeld. --> Wie/Wat wordt?
4. Vrijwilligers van het rode kruis willen slaapzakken inzamelen voor de aardbevingsslachtoffers van afgelopen nacht
timer
4:00

Slide 7 - Slide

Maken opdrachten
Wat: Maken opdrachten 3 t/m 5 
Met wie: Alleen 
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Je kan het onderwerp en de pv in een zin vinden
Klaar: Vinger opsteken, dan krijg je een nakijkblad
Geluid: FST-niveau

timer
15:00

Slide 8 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Lezen tekst op blz. 210
Wat is een werkwoordelijk gezegde (wwg)? 

Wat zegt het wwg over het onderwerp?

Welk zinsdeel zit altijd in het wwg?

Slide 9 - Slide

Werkwoordelijk gezegde

Zoek in de volgende zinnen het werkwoordelijk gezegde op
1. Thijs en Beau zullen hard moeten werken voor de beklimming van de Alpe d'Huez.
2. Het liefst kijkt Winston s' avonds naar een spannende detective op de televisie.
3. Zonder rekenmachine zou ik de toets ook best goed gemaakt hebben.
4. Na een moeizame zege op Excelsior heeft Vitesse een plek in de halve finale veroverd.
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maken opdrachten: 2 t/m 4 op blz. 210 en afmaken indien het nog niet af is opdrachten 2 t/m 5 op blz. 206 
Neem je laptop mee naar de eerstvolgende Nederlands les

Slide 11 - Slide

Afronden
Welke twee dingen wist je vandaag nog niet en heb je vandaag tijdens de les Nederlands geleerd?

Slide 12 - Slide