Geneesmiddelenkennis 3.4 - Week 1

Geneesmiddelenkennis
Periode 4, week 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
ApothekersassistenteMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geneesmiddelenkennis
Periode 4, week 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Theorie over interacties bij zelfzorgmiddelen
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten van week 1 

Slide 2 - Slide

Zelfzorggeneesmiddelen
Zelfzorggeneesmiddelen zijn in meerdere groepen te verdelen als we kijken naar wie het mag verstrekken
  • AV = algemeen verkrijgbaar
  • UAD = uitsluitend apotheek en drogist
  • UA = uitsluitend apotheek
  • UR = uitsluitend recept

Slide 3 - Slide

Herhaling van de vorige lessen: Leg in eigen woorden uit wat een interactie is

Slide 4 - Open question

Interacties met zelfzorgproducten
  • Zelfzorgproducten zijn geneesmiddelen die in zonder recept van een (huis)arts te kopen zijn
  • Sommige van deze geneesmiddelen kunnen een interactie geven , bijvoorbeeld: norit, ijzer, magnesium, NSAID's en hypericum
  • Sommige zelfzorgproducten die een interactie geven zijn daarom UA of UAD
  • Een handige site om per geneesmiddel in gemakkelijke taal op te zoeken of iets een interactie geeft is apotheek.nl

Slide 5 - Slide

Wat is een andere naam voor hypericum?
A
Dextromethofan
B
Ascorbinezuur
C
Sint janskruid
D
Magnesiumhydroxide

Slide 6 - Quiz

NSAID's geven veel interacties. Kun jij een geneesmiddel(groep) opnoemen waarmee het een interactie geeft?

Slide 7 - Open question

Interacties met NSAID's 
NSAID's zijn ontstekingsremmende pijnstillers die in de vrije verkoop te verkrijgen zijn. Echter hebben deze geneesmiddelen ontzettend veel interacties met andere geneesmiddelen:
  • Met RAAS-remmers (worden gebruikt bij een te hoge bloeddruk )
  • Met diuretica (plastabletten)
  • Met betablokkers
  • Met bloedverdunners
  • Met corticosterioden
  • Met SSRI's (worden gebruikt als antidepressiva)
  • En nog een aantal minder vaak voorkomende geneesmiddelen

Slide 8 - Slide

NSAID's als UA verpakking
  • Diclofenac 25 mg en naproxen 550 mg: alle verpakkingen
  • Naproxen 220 of 275 mg: verpakkingen van meer dan 12 stuks*
  • Ketoprofen 25 mg: verpakkingen van meer dan 16 stuks*
  • Acetylsalicylzuur 500 mg*, carbasalaatcalcium 600 mg*, diclofenac 12.5 mg* en ibuprofen 400 mg*: verpakkingen van meer dan 24 stuks
  • Acetylsalicylzuur 100 mg: verpakkingen van meer dan 32 stuks*
  • Carbasalaatcalcium 300 mg*: verpakkingen van meer dan 48 stuks
  • Ibuprofen 200 mg**: verpakkingen van meer dan 48 stuks
*De kleinere verpakkingen van deze middelen zijn ingedeeld als UAD
** De kleinere verpakkingen van dit middel zijn ingedeeld als UAD en AV (tot en met 12 stuks).

Slide 9 - Slide

Interacties met vitamines
  • Veel mensen gebruiken op eigen initiatief vitamines 
  • Er is een vitamine die niet samen kan met sommige medicatie, namelijk vitamine K

Slide 10 - Slide

Met welke geneesmiddelgroep kan vitamine K niet samen?
A
Geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen
B
Antipsychotica
C
Bloedverdunners van de trombosedienst
D
Geneesmiddelen tegen allergie

Slide 11 - Quiz

Wees alert op de volgende punten bij het adviseren van vitamines
  • Vitamines hebben soms meerdere namen. Dit kan voor verwarring zorgen. Bijvoorbeeld vitamine B12 wordt ook wel hydrocobalamine genoemd.
  •  Wanneer je een multivitamine aan iemand adviseert, is het belangrijk om te kijken of die persoon niet nog andere vitamines gebruikt
  • Ook van vitamines kan iemand een overdoses krijgen

Slide 12 - Slide

Wat is een andere naam voor vitamine B11?
A
Ascorbinezuur
B
Foliumzuur
C
Hydrocobalamine
D
Fytomenadion

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt colecalciferol ook wel genoemd?
A
Vitamine D3
B
Vitamine A
C
Vitamine B3
D
Vitamine C

Slide 14 - Quiz

Interacties met voeding 
Ook het gelijktijdig gebruik van bepaalde geneesmiddelen en bepaalde voeding/voedingsmiddelen kan een interactie geven:
  • Grapefruitsap
  • Alcohol
  • Cafeïne
  • Zuivelproducten

Slide 15 - Slide

Welk van de onderstaande geneesmiddelen geeft een interactie met grapefruitsap?
A
Paracetamol
B
Desloratadine
C
Naproxen
D
Simvastatine

Slide 16 - Quiz

Roken
Roken kan ervoor zorgen dat bepaalde medicijnen minder worden opgenomen 

Slide 17 - Slide