Herhaling tijdvak 7

Herhaling tijdvak 7
Pruiken en Revoluties
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling tijdvak 7
Pruiken en Revoluties

Slide 1 - Slide

Toets hoofdstuk 7 en 8
Tweede week na de meivakantie!

Slide 2 - Slide

De grote aardbeving van Lissabon was een van de sterkste en meest vernietigende rampen die de moderne wereld heeft getroffen. De beving had een kracht van 9 op de schaal van Richter. Schattingen van het aantal doden lopen op tot 50.000. De beving was op Allerheiligen, een katholieke kerkelijke feestdag, waardoor veel kerkgangers onder het puin van de instortende de kerken terecht kwamen. De beving werd gevolgd door een verwoestende tsunami.   

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De aardbeving en de tsunami in Lissabon leidde ertoe dat veel filosofen zich bezig hielden met de vragen over de verhouding tussen God en de natuur, God en het kwaad en de natuur en het kwaad: hoe komt het kwaad in de wereld? 

Slide 6 - Slide

Geestelijken, zoals de leider van de jezuïeten, Malagrida, zagen er een boodschap van God in, een straf voor de zonde. 

Slide 7 - Slide

Jacques Rousseau. 
De schuldige is volgens hem niet de natuur, maar de mens. Hij vraagt zich in een brief aan Voltaire af of er ook zoveel mensen gestorven zouden zijn als Lissabon niet zulke hoge gebouwen van wel acht verdiepingen had gehad. Meer nog, Rousseau heeft nooit ergens gezien dat de natuur zelf zulke huizen had gebouwd. Bijna een standpunt in de zin van: 'Nature strikes back.'

Slide 8 - Slide

Emanuel Kant: 
Blijf rationeel en houd rekening met de wetten van de natuur, zo luidt zijn devies. Uiteraard heeft hij mededogen met al het leed, maar wat vooral opvalt is zijn nuchtere ingenieursaanpak. Alles wat hij wist over natuurkunde, scheikunde en geologie haalt hij uit de kast om te verklaren hoe de aardbeving en de daarop volgende vloedgolf hadden kunnen plaatsvinden.

Slide 9 - Slide

Verlichting: de hoofdthema's
  • Denken over God
  • Denken over rechtspraak
  • Denken over politiek en staat
  • Denken over ontwikkeling van de volken

Slide 10 - Slide

Kritiek op de ordening in de samenleving
  • Tegen de standenmaatschappij:
  • ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten
  • Recht op vrijheid, leven en bezit
  • Pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid
  • 'Droit Divin' werd verworpen:
  • John Locke (1632-1704): sprake van een 'sociaal contract' en volk het 'recht op verzet'
  • Rousseau(1712-1778): idee van 'permanente volkssoevereiniteit': 'de regering is de uitvoerder van de gezamenlijke wil van de burgers'
  • Rousseau: "Emile of Over de opvoeding"


Slide 11 - Slide

Welke filosoof uit de Verlichting vindt dit?
God heeft de wereld gemaakt en daarna niks meer met de wereld te maken gehad.
A
Voltaire
B
Locke
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 12 - Quiz

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 13 - Quiz

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 14 - Quiz

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 15 - Quiz

De algemene volkswil hoort bij:
A
Voltaire
B
Locke
C
Rousseau
D
Montesquieue

Slide 16 - Quiz

Wie had trias politica bedacht?
A
Lodewijk XVI
B
Voltaire
C
John Locke
D
Montesquieu

Slide 17 - Quiz

Het idee van de volkssoevereiniteit past het best bij
A
Montesquieu
B
Locke
C
Rousseau
D
Voltaire

Slide 18 - Quiz

Wat is geen kenmerk van de verlichting?
A
optimisme
B
tolerantie
C
vrijheid van meningsuiting
D
absolutisme

Slide 19 - Quiz

Verlichting is een gevolg van
...
A
Wetenschappelijke revolutie
B
Feodalisme
C
De Reformatie
D
Plantagekoloniën

Slide 20 - Quiz

De grondwet: hier staan de belangrijkste rechten van de burgers in vastgelegd, de president moet deze rechten beschermen. Van welke verlichte denker is dit idee afkomstig?
A
Montesquieu
B
Locke
C
Voltaire
D
Rousseau

Slide 21 - Quiz

De algemene volkswil hoort bij:
A
Voltaire
B
Locke
C
Rousseau
D
Montesquieue

Slide 22 - Quiz

Volgens welke persoon moest het volk een contract afsluiten met de overheid?
A
Montesuieu
B
Rousseau
C
Locke
D
Didderot

Slide 23 - Quiz

Wat was de mening van John Locke
A
Dat de koning de macht uit handen van God krijgt
B
De koning krijgt de macht uit handen van het volk
C
De koning moet de macht zelf verdienen
D
De koning moet zijn werk aan zijn vrouw overlaten

Slide 24 - Quiz