Verdiepend keuzevak: Professionele frames

Verdiepend keuzevak: Professioneel en institutioneel frame
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Verdiepend keuzevak: Professioneel en institutioneel frame

Slide 1 - Slide

Frames
- bovenkant van het PI-model (PI = professionele identiteit): het wij-deel;
- hoe jij je verhoudt tot je vak
- hoe jij je verhoudt tot je organisatie

- onderscheid in 
1. professioneel frame: hoe jij (en je directe collega's) het vak willen uitoefenen;
2. institutioneel frame: impliciete en expliciete regels, gedeelde visie, etc.

Slide 2 - Slide

Frames
  • Vergelijk met een fotolijstje: je ziet een deel van de volledige werkelijkheid.
  • Een frame maakt dat je een deel van de werkelijkheid op een bepaalde manier ziet, interpreteert en daarnaar handelt. 
  • Binnen een frame vind je zaken belangrijk en minder belangrijk.
  • Een frame bepaalt je commitment, je rol en je cirkel van invloed.
  • Vanuit je frame maak je professionele beslissingen.

Slide 3 - Slide

Professioneel frame
Dit is het kader dat het denken en doen van een beroepsbeoefenaar bepaalt. Iedere groep beroepsbeoefenaren heeft een gedeelde praktijk. De gedeelde manier om naar die praktijk te kijken, wordt professioneel frame genoemd.

Het betreft dus de gemeenschappelijke manier van kijken naar vraagstukken in je beroepspraktijk. Dat wat je samen met je directe collega's ziet as goed professioneel handelen in de betreffende context. Het bestaat uit de gemeenschappelijke kennisbasis (zie professioneel zelf) en gedeelde interesses, identiteit en verbinding met je beroepspraktijk.

Op je werk heb je meerdere praktijken, maak je deel uit van meerdere groepen. Zodoende heb je ook meerdere professionele frames.

Slide 4 - Slide

SKIVE
Professioneel frame bestaat uit:
  • vaardigheden/skills: weten hoe te handelen in specifieke beroepssituaties (let op de andere interpretatie van de term vaardigheden/skills dan de gebruikelijke);
  • Kennis/knowledge: concepten, betekenissen en taal die een groep professionals deelt;
  • Identiteit/identity: je commitment aan een groep professionals, jezelf zien als lid van deze groep;
  • waarden/values: wat belangrijk wordt gevonden, waar waarde aan wordt gehecht in de beroepsgroep, plus zorgen dat deze waarden in stand blijven;
  • epistemologie/epistemology: regels die je gebruikt om te bepalen of iets waar is, die verantwoorden en verklaren.
  • Bron: David Schaffer (2009)

Slide 5 - Slide

SKIVE
Elementen zijn in samenhang het professionele frame, kunnen los van elkaar niet bestaan. 
Bijv: zonder kennis zijn vaardigheden nutteloos, zonder waarden handelen mensen betekenisloos.

Slide 6 - Slide

Verken je professionele frame 1
Voer een gesprek met mensen die deel zijn van hetzelfde professioneel frame (of denk na over een professioneel frame waar je deel van bent).
  • Welk frame delen jullie?
  • Wat is de opdracht van deze professionele groep?
  • Wat is de ambitie van deze groep? Wordt die gedeeld en waaraan merk je dat?

Slide 7 - Slide

Verken je professionele frame 2
Beschrijf je professionele frame op basis van SKIVE:
  • S: wat kenmerkt de werkwijze van je team? Waarin verschilt dit van andere teams binnen of buiten je organisatie?
  • K: Welke kennisbasis wordt gedeeld? Het gaat om theoretische kennis, context kennis, doelgroepen kennis, etc.) Wat zijn typische woorden die jullie gebruiken? Welke taal roept irritatie op?
  • I: In hoeverre helpt je team je om kleur te geven aan je professionaliteit? In hoeverre verbind jij je aan jullie manier van denken en doen?
  • V: Welke waarden staan centraal in je team? Waar dragen jullie zorg voor? Wat willen jullie in je werk niet verloren laten gaan?
  • E: Wie heeft het voor het zeggen in in dit team? Hoe verantwoorden jullie je handelen naar elkaar?


De slotvraag:
Wanneer hebben jullie goed werk geleverd? Waar zit dat in?
Wanneer hebben jullie minder goed werk geleverd? Waar zit dat dan in? 
Wat hebben jullie daaraan gedaan of nagelaten?

Slide 8 - Slide

Verken je professionele frame 3
Je professionele frame kan je ook helpen om meer te weten te komen over jezelf en je professionele identiteit:
  • Waarin herken je je in dit team, waarin voel je je thuis?
  • Waarin ben je anders?
  • Wat stoot je af in jullie manier van werken?
  • Wat krijgt teveel nadruk en wat te weinig?
  • Waar erger je je aan?
  • Welke waarden zijn voor jou belangrijk en in hoeverre verschilt dit van de waarden van het team?
  • Etc.

Slide 9 - Slide

Institutioneel frame
Dit betreft het frame van het grotere geheel waarvan je binnen je professie deel uitmaakt. Het grotere geheel wordt institutie genoemd. Voorbeelden: organisatie, professionele vereniging, beroepsgroep, netwerk e.d. Een institutie omvat alles wat mensen samen doen, communiceren, afspreken in een duurzame en (beetje) grootschalige structuur. Deze structuren bepalen het doen en laten van mensen, maar worden ook door mensen bepaald. 

Het institutioneel frame van een organisatie komt tot uiting in de manier van huisvesting, wat belangrijk gevonden wordt en wat juist niet, geschreven en ongeschreven regels, gedeelde waarden en normen, hoe er wordt gewerkt, arbeidsethos, manier van omgaan met elkaar, etc.

Slide 10 - Slide

Institutioneel frame
Bestaat uit 3 aspecten:
1. Materiële aspect: 
= alles wat met de fysieke werkomgeving te maken heeft. 
Van werkplek tot lease-auto, van gebouw tot laptop of kantine.
2. Spirituele aspect:
= wat de organisatie beweegt
Missie en visie,  kernwaarden zijn, de (maatschappelijke) opdracht, e.d.
Leiderschap: hiërarchisch, informeel of gedeeld leiderschap?
3. Sociale aspect:
= inrichting van de organisatie (organogram), wijze van samenwerken, manier van besluitvorming, geschreven en ongeschreven regels, uitvoering van het leiderschap.



Slide 11 - Slide

Institutioneel frame
De drie aspecten (materieel, spiritueel en sociaal) laten in een gezonde orgnanisatie congruentie zien.

Slide 12 - Slide

Institutioneel frame en PI
  • Institutionele frames beïnvloeden jouw professionele identiteit. Tegelijkertijd kan jij invloed hebben op het institutionele frame (door gedrag, houding, overtuigingen, etc). 
  • In je professionele identiteit neem je delen van het institutioneel frame over die je aanspreken. Je spiegelt je bijvoorbeeld aan 'uitstekende professionals' of 'goed werk', conformeert je aan normen en waarden. Je past je aan, bewust en onbewust.
  • Ontwikkelen van een professionele identiteit betekent ook bewuste keuzes maken: waar investeer je in, hoe professionaliseer jij je, waar ga je wel of niet op in, waar neem je wel of niet aan deel, etc. 

Slide 13 - Slide

Institutioneel frame
  • Bij grotere instituties is je cirkel van invloed vaak beperkt, belangrijk om te ontdekken waar je invloed wel zit.
  • Soms vind je vanzelfsprekend wat eigenlijk niet vanzelfsprekend is. Kan zitten in taal, kleding, gebruiken, normen, taboes, etc.
  • Dan gaat het schuren en knagen: voel je je bij deze organisatie nog thuis? Kan en wil je je er nog aan verbinden? 

Slide 14 - Slide

Verken je werkomgeving 1
  • Wat zijn de bepalende instituties in jouw werkomgeving, behalve je organisatie (school)?
  • Hoe wil jouw organisatie bijdragen aan de wereld? 
  • Wat zijn voor jouw organisatie kenmerkende woorden en beelden?
  • Wat zijn de gedeelde normen en waarden?
  • En welke verschillen zie je met de andere instituties uit je overzicht?

Slide 15 - Slide

Verken je werkomgeving 2
  • Wat maakt dat jij je thuis voelt in je organisatie?
  • Welke systemen, regels, werkwijzen helpen jou om je werk goed te doen?
  • Wat gebeurt er in je organisatie dat maakt dat je afstand neemt?
  • Welke systemen, regels, werkwijzen zitten je dan in de weg?

Slide 16 - Slide