This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Programma
Leerdoelen
Voorkennis activeren
Uitleg paragraaf 3.2. De samengestelde zin
Oefening
Zelf aan de slags
Afsluiting
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een enkelvoudige een een samengestelde zin.
Je kunt in een samengestelde zin de hoofdzin onderscheiden van de bijzin.
Slide 2 - Slide
Voorkennis activeren
Ik kom niet.
Ik ben ziek.
Slide 3 - Slide
Voorkennis activeren
Ik kom niet.
Ik ben ziek.
Kun je van deze twee zinnen één zien maken?
Slide 4 - Slide
Voorkennis activeren
Ik kom niet.
Ik ben ziek.
Ik kom niet, want ik ben ziek.
Slide 5 - Slide
De samengestelde zin
Enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm.
Ik kom niet.
Ik ben ziek.
Slide 6 - Slide
De samengestelde zin
Ik kom niet.
Ik ben ziek.
Kun je van deze zinnen één zin maken?
Ik kom niet, want ik ben ziek.
Slide 7 - Slide
De samengestelde zin
Ik kom niet, want ik ben ziek.
Wat valt jou op in deze zin?
Slide 8 - Slide
De samengestelde zin
Samengestelde zinnen hebben twee of meerpersoonsvormen. ze bestaan uit twee (of meer) deelzinnen. Die deelzinnen zijn met een voegwoord aan elkaar 'geplakt'.
Ik kom niet, want ik ben ziek.
Slide 9 - Slide
De samengestelde zin
Bij sommige voegwoorden verandert de volgorde van de woorden. Zo'n veranderde zin heet niet meer een hoofdzin, maar een bijzin.
Ik kom niet, want ik ben ziek.
Ik kom niet, omdat ik ziek ben.
Slide 10 - Slide
De samengestelde zin
Een hoofdzin kan vaak in zijn eentje staan. Een bijzin niet.
Ik kom niet.
*Ik ziek ben.
Slide 11 - Slide
Hoe zitten de volgende zinnen in elkaar? leg uit. Ik snap de uitleg, omdat ik goed heb opgelet. De klas kon naar huis, nadat de oefening af was.
Slide 12 - Open question
Antwoorden
Ik snap de uitleg, omdat ik goed heb opgelet. H/B
De klas kon naar huis, nadat de oefening af was. H/B
Slide 13 - Slide
Oefening
Tijd?
Hoe?
Hulp?
Uitkomst?
Eerder klaar?
Wat is de oefening?
Slide 14 - Slide
Oefening
Tijd?
Hoe? Zelfstandig
Hulp? eerste 10 minuten alleen. Daarna mag je vragen stellen.
Uitkomst? klassikaal bespreken
Eerder klaar? Maak opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 97.