EVE Klas 2 Taalverzorging: Zinsontleding onderwerp

Het onderwerp
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het onderwerp

Slide 1 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De man liep gisteren door de regen.
A
De man
B
liep
C
gisteren
D
door de regen

Slide 2 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Lucas en Bas zijn vandaag op de fiets naar school gegaan.
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 3 - Quiz

Hoe verdeel je een zin in zinsdelen?
A
Door een vraagzin te maken
B
Door zo maar wat strepen te zetten
C
Door stukjes voor de pv te zetten
D
Zinsdelen? Nooit van gehoord

Slide 4 - Quiz

Verdeel deze zin in zinsdelen: Lucas en Bas zijn vandaag op de fiets naar school gegaan.

Slide 5 - Open question

Aan het eind van deze les
- kun je in een zin het onderwerp benoemen

Slide 6 - Slide

Het onderwerp
wie (of wat) gezegde?
Het antwoord is het onderwerp

Slide 7 - Slide

De aardige docent geeft alle leerlingen een reep chocola

Persoonsvorm & gezegde = geeft
Wie (of wat) geeft?

Slide 8 - Slide

Let op
ALLES wat voor de pv staat is een zinsdeel (hoort bij elkaar)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat is het onderwerp?

Mevrouw De Roode legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw De Roode
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 12 - Quiz

De jongste dochter was op vakantie met het vliegtuig.

A
Het onderwerp is dochter
B
Het onderwerp is was
C
Het onderwerp is vakantie
D
Het onderwerp is het

Slide 13 - Quiz

Leg uit! Hoe vind je het onderwerp ?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

Bedenk een zin en benoem het onderwerp

Slide 18 - Open question

Ik kan het onderwerp van een zin benoemen! Klopt dit? Wil je nog wat vragen?

Slide 19 - Open question