What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
prefixes
prefixes
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
prefixes
Slide 1 - Slide
Wat valt je op aan deze woorden?
impossible
unprepared
unwelcome
nonsense
disbelief
harder
dancer
happiness
drawing
advertisement
Slide 2 - Slide
Wat valt je op aan deze woorden?
possible
im
possible
prepared
un
prepared
welcome
un
welcome
sense
non
sense
belief
dis
belief
hard hard
er
dance danc
er
happy happi
ness
draw draw
ing
advertise advertise
ment
Slide 3 - Slide
Prefixes / Voorvoegsels
Komen
voor
het woord
Veranderen de betekenis
van het woord
Slide 4 - Slide
welcome --> unwelcome
patient --> impatient
logical --> illogical
complete --> incomplete
Bovenstaande prefixes geven het woord een ___ betekenis.
A
negatieve
B
positieve
C
tegenovergestelde
Slide 5 - Quiz
non- / un- / im- / il- / ir- / in-
Geven een woord een
tegenovergestelde
betekenis.
welcome -->
un
welcome
patient -->
im
patient
logical -->
il
logical
complete -->
in
complete
Slide 6 - Slide
rebuild / return / redo / reminder /
response / recycle / recount
de prefix RE- kun je vaak vertalen met __ en __.
A
nieuw & verkeerd
B
terug & her
C
nog een keer & niet
D
terug & opnieuw
Slide 7 - Quiz
re-
betekent '
opnieuw
' of '
terug
' maar ook
re
do
re
call
re
build
re
minder
re
sponse
re
cycle
re
cover
Slide 8 - Slide
misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect
de prefixes MIS- en DIS- geven een woord een ___ of ___ betekenis.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve
Slide 9 - Quiz
mis- / dis-
Geven een woord een
tegenovergestelde
of
negatieve
betekenis.
mis
take
dis
belief
dis
like
dis
respect
mis
behave
mis
heard
Slide 10 - Slide
prefixes
non- / un- / im- / il- / ir- / in-
Geven een woord een
tegenovergestelde
betekenis.
re-
betekent
opnieuw
(again)
of
terug
(back)
mis- / dis-
geven een
negatieve
of
tegenovergestelde
betekenis aan een woord.
Slide 11 - Slide
Wat komt er voor "possible"
A
Non
B
Dis
C
Im
D
Ir
Slide 12 - Quiz
Wat komt er voor "sense"
A
Non
B
Un
C
Ir
D
Dis
Slide 13 - Quiz
Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir
Slide 14 - Quiz
Wat komt er voor "play"
A
Mis
B
Re
C
Un
D
Ir
Slide 15 - Quiz
Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)
____appear
Slide 16 - Open question
Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)
___correct
Slide 17 - Open question
Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)
___welcome
Slide 18 - Open question
Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)
___complete
Slide 19 - Open question
Ik snap de grammar 'prefixes'!
Slide 20 - Poll
To be continued.....
De volgende les gaan we het hebben over de
suffixes
!
ex. 28 a+b p. 75
Slide 21 - Slide
More lessons like this
klas 2 prefixes and suffixes (1)
June 2023
- Lesson with
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
prefixes
September 2022
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
prefixes
March 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
klas 2 prefixes and suffixes (1)
June 2023
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
prefixes
June 2024
- Lesson with
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
prefixes & suffixes 2-6-2021
June 2021
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
prefixes
April 2024
- Lesson with
26 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
unit 8 Media Matters
February 2022
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4