What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 Grammatica zinsdelen
Herhaling
paragraaf 3 Gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
paragraaf 4 Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling
paragraaf 3 Gezegde en lijdend voorwerp bij wederkerende werkwoorden
paragraaf 4 Wederkerig en wederkerend voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Opdracht
Maak met behulp van de theorie op blz 210 en 212 de volgende dia's.
Ga het antwoord NIET gokken, maar neem de tijd om uit te zoeken hoe het zit! :)
Slide 2 - Slide
Wanneer is een werkwoord een wederkerend werkwoord?
A
Alle werkwoorden zijn wederkerende werkwoorden.
B
Wanneer je er 'zich' voor kan zetten.
C
Als het betrekking heeft op jezelf.
D
me, je, zich, ons
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de wederkerende voornaamwoorden?
A
ik, jij, hij, zij, wij, jullie
B
de, het, een
C
me, je, zich, ons
D
hij, hem, ze, zij, haar
Slide 4 - Quiz
Wanneer is een werkwoord een verplicht wederkerend werkwoord?
A
Wanneer het betrekking heeft op het ow van de zin.
B
Wanneer je geen 'zelf' kan vastplakken aan het wed. vnw.
C
Wanneer er niet altijd een wed. vnw. bij hoort.
D
Wanneer je voor het wed. vnw. geen andere persoon kunt invullen.
Slide 5 - Quiz
Wanneer is een werkwoord een toevallig wederkerend werkwoord?
A
Wanneer het betrekking heeft op het ow van de zin.
B
Wanneer je geen 'zelf' kan vastplakken aan het wed. vnw.
C
Wanneer er niet altijd een wed. vnw. bij hoort.
D
Wanneer je voor het wed. vnw. geen andere persoon kunt invullen.
Slide 6 - Quiz
Hoe benoem je het wed. vnw. in een zin met een verplicht wederkerend voornaamwoord?
A
als PV
B
als wwg
C
als LV
D
als onw
Slide 7 - Quiz
Hoe benoem je het wed. vnw. in een zin met een toevallig wederkerend voornaamwoord?
A
als PV
B
als wwg
C
als LV
D
als onw
Slide 8 - Quiz
'gewoon' werkwoord
verplicht wederkerend werkwoord
toevallig wederkerend werkwoord
scheren
lopen
schamen
aankleden
bezeren
verspreken
irriteren
beseffen
gedragen
Slide 9 - Drag question
Klik aan wat de woordsoort is van het woord 'hun':
Hebben hun ouders elkaar het jawoord gegeven in Parijs?
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
wederkerig vnw
Slide 10 - Quiz
Klik aan wat de woordsoort is van het woord 'elkaar':
Hebben hun ouders elkaar het jawoord gegeven in Parijs?
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
wederkerig vnw
Slide 11 - Quiz
Klik aan wat de woordsoort is van het woord '' we' :
We vragen ons af hoe laat het is.
A
Persoonlijk vnw
B
Bezittelijk vnw
C
Wederkerend vnw
D
Wederkerig vnw
Slide 12 - Quiz
Klik aan wat de woordsoort is van het woord '' ons' :
We vragen ons af hoe laat het is.
A
Persoonlijk vnw
B
Bezittelijk vnw
C
Wederkerend vnw
D
Wederkerig vnw
Slide 13 - Quiz
More lessons like this
H1 Grammatica zinsdelen
January 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 zinsdelen en woordsoorten
November 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H1 zinsdelen en woordsoorten
December 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Grammatica woordsoorten H1, vwo 2
January 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2v Grammatica zinsdelen H1
November 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten H3 wederk vnw
January 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatica woordsoorten H1: wed. vnw en wedig. vnw
February 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
*Woordsoorten H3, havo 3
January 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2