VIP lesonderwerp 8 studenten

Begeleiden zorgvrager
1 / 55
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 55 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Begeleiden zorgvrager

Slide 1 - Slide

Les programma
  • Terugblik naar lesonderwerp 7
  • Begeleidings- en verzorgingsaandachtspunten van belang zijn in de (pre) terminale en stervensfase
  • Verstoorde stervensfase welke factoren zijn hierop van invloed.
  • Zorg en richtlijnen na overlijden
  • Wat na overlijden regelen
  • Rouwproces bij nabestaanden
  • Rouwreacties en de vormen van gecompliceerde rouw
  • Verliesverwerking binnen het team hoe kun je  dit vorm geven?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van deze lescyclus weet je welke taken je als verpleegkundige hebt rondom de terminale en stervensfase
  • Aan het einde van deze lescyclus  herken je rouwreacties en vormen van gecompliceerde rouw

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Zorg en begeleiding aan de zorgvrager in de (pre)terminale en de stervensfase en na het overlijden

Slide 5 - Slide

Begeleidings- en Verzorgingsaandachtspunten in de (pre)terminale en stervensfase
Drie fasen in de terminale periode:
  • Pre terminale fase
  • Terminale fase
  • Stervensfase

Slide 6 - Slide

De terminale fase
  • De terminale fase is de laatste levensfase. Een tijd die door de meeste mensen heel intensief beleefd wordt. De zorg en begeleiding in die periode heet terminale zorg, deze zorg richt zich op een goede afronding van het leven
  • Terminale zorg is het laatste deel (vaak de laatste 3 maanden) van de palliatieve zorg

Slide 7 - Slide

Begeleiding in de terminale fase


De essentie is er zijn voor de ander! Dus: actief luisteren!



  

Slide 8 - Slide

Functie van de verzorgende/verpleegkundige
  • Spilfunctie
  • Zorg afstemmen op de levensfase
  • Letten op de beleving van de zorgvrager

Slide 9 - Slide

Levensvragen
Veel mensen die ziek zijn gaan zichzelf vragen stellen. 
Levensvragen als deze worden ook wel zinvragen of existentiële vragen genoemd. 
 Soms worden ze letterlijk in de vorm van vragen gesteld, soms blijkt uit verhalen of kleine opmerkingen dat mensen zoeken naar betekenis en zin. Hoe ga je hiermee om? Wat kun je zelf doen en wanneer is het verstandig om collega's van andere disciplines erbij te roepen?

Slide 10 - Slide

Het stervensproces
Het stervensproces is het proces van het sterven totdat de dood intreedt
Dit proces kan langzaam of snel verlopen en er kan sprake zijn van een bewuste beleving of een diep coma

Slide 11 - Slide

10 oorzaken van onrust bij terminale zorgvrager:
  • pijn
  • jeuk
  • angst
  • orgaanfunctiestoornissen (obstipatie urineretentie)
  • intoxicatie (opiaten antipsychotica)


  • onttrekking (van bv alcohol nicotine)
  • infectie (koorts)
  • metabole stoornis (stofwisseling)
  • endocriene stoornis (hormonaal)
  • neurologische stoornis 

Slide 12 - Slide

Opdracht
Beschrijf kort een casus van een zorgvrager die in de terminale fase was en schrijf op welke tekenen je hebt gezien bij deze zorgvrager dat hij/ zij snel zou komen te overlijden.

Slide 13 - Slide

Terminale fase: Veranderingen in gezondheidspatronen
  • Activiteitenpatroon
  • Circulatie
  • Ademhaling
  • Voedings- en stofwisselingspatroon
  • Uitscheidingspatroon


Slide 14 - Slide

Tekenen van het naderende einde, markering van de stervensfase
  • Niet of nauwelijks meer eten en drinken
  • Ernstige vermoeidheid en verzwakking leidend tot volledige bedlegerigheid (Karnofsky Performance Status ≤ 30)
  • Verminderde urineproductie
  • Nauwelijks reflexen, niet meer bewegen
  • De huid voelt klam en koud, de handen, voeten en de neus worden koud
  • Hartslag wordt zwakker, pols snel en zwakker
  • Pupillen verwijden zich door zuurstofgebrek
  • Bloeddruk daalt, temperatuur stijgt, soms terminale koorts, wat zichtbaar is aan een verhevigde transpiratie

Slide 15 - Slide

Tekenen van het naderende einde, markering van de stervensfase
  • Verminderd bewustzijn, vaak tot volledig verlies van bewustzijn enkele uren voor het overlijden
  • De slikreflex verdwijnt langzaam
  • Algehele spierverzwakking, stervende laat urine en ontlasting  gaan en zakt weg in de kussens
  • Toenemende desoriëntatie, soms gepaard gaand met hallucinaties en terminale onrust 

Slide 16 - Slide

Tekenen van het naderende einde, markering van de stervensfase
  • Een rochelende, reutelende ademhaling door slijmophoping in de luchtpijp en bronchiën
  • Cheyne Stokes-ademhaling
  • Het doodsmasker (facies Hippocratica) wordt gevormd door karakteristieke gelaatstrekken, een spitse neus en kin, ingevallen slapen, een vaalgrauwe of bleke teint.
  • Koude extremiteiten, Circulatievlekken op de ledematen als gevolg van een slechte bloedcirculatie, onder andere merkbaar aan het nagelbed dat zich niet meer 'vult' met bloed

Slide 17 - Slide

Circulatievlekken

Slide 18 - Slide

Tips bij aankomend overlijden
  • Lang niet iedereen vindt fysiek contact in de laatste uren dus prettig. Bovendien heeft elke stervende een verlangen om 'naar binnen te keren' naarmate het stervensproces vordert.
  • Zorg dat het niet te vol is in de kamer. Een rustige kamer geeft ook de stervende rust. Hoogleraar geriatrie Olde Rikkert: "Doorgaans willen mensen in zo’n situatie niet te veel prikkels, die kunnen ook tot angst of onzekerheid leiden, dus doseer ze."
  • Zelfs als iemand al niet meer bij kennis is, werken de zintuigen vaak nog door. Voorkom dus herrie, zoals felle discussies of luide muziek.
  • Dat geldt ook voor geuren: sommige bloemen bij het bed kunnen er prachtig uitzien voor de naasten, maar onprettig sterk ruiken voor de stervende.

Slide 19 - Slide

Verstoorde stervensfase



Psychische factoren
Sociale factoren
Spirituele factoren

Slide 20 - Slide

Psychische factoren:
  • angst (vanuit eerdere ervaringen, voor pijn etc)
  • problemen rond verwerking en acceptatie
  • psychische uitputting
  • depressie
  • aantasting van de integriteit van de zorgverleners door uitingen van
  • boosheid/onmacht door patiënt en/of naasten

Slide 21 - Slide

Sociale factoren:
  • verstoorde relaties ( ruzies binnen de familie, verloren contacten met familie)
  • ontoereikende communicatie tussen patiënt en zijn naasten en/of zorgverleners.
  • onvoldoende informatie van zorgverleners aan patiënt en zijn naasten . overlijden dat alle betrokkenen overvalt.
  • geen afscheid kunnen nemen.
  • verschillen in verwachtingspatroon tussen betrokkenen
  • ongewenste plaats van overlijden

Slide 22 - Slide

Spirituele/ existentiële factoren:
  • een onverwacht snel beloop tot overlijden (onvoldoende tijd voor afscheid) of een lange stervensfase (wachten op de dood)
  • traumatische ervaringen uit het verleden (oorlogstrauma, incest, verloren kinderen, herinneringen aan een moeilijk sterfbed van een dierbare)
  • beleving van de dood
  • angst voor wat gaat komen na de dood
  • culturele verschillen tussen betrokkenen

Slide 23 - Slide

Invloed op stervensproces:
  • Belastende symptomatologie (bijv. delier, dyspnoe, reutelen, pijn, braken)
  • Lichamelijke uitputting
  • Mutilerende (misvormende) aandoeningen (bijv. hoofdhals-tumoren, vulvacarcinoom)
  • Bloedingen
  • Insulten

 

Slide 24 - Slide

Starten zorgpad stervensfase:

Bij zorgvragers waarbij het multidisciplinair team verwacht dat de zorgvrager binnen enkele dagen/ uren komt te overlijden.

Signalen kunnen al eerder aanwezig zijn, zonder dat de zorgvrager stervende is.
Echter het oordeel van het multidisciplinair team heeft de nadruk om te starten met het Zorgpad

  • Zorgvrager komt NIET meer uit bed
  • De zorgvrager is sub comateus Een subcomateuze toestand is de toestand waar de patiënt zich bevindt tussen een diep coma en het volledig normaal bewustzijn.  In die fase kunnen de ogen afwisselend open of dicht zijn, reageert de patiënt op pijnprikkels, doch is er geen enkele bewuste beweging of interactie.
  • De zorgvrager is slechts instaat om slokjes te drinken
  • De zorgvrager is NIET langer in staat tabletten in te nemen 

Slide 25 - Slide

Doelen zorgpad stervensfase:

Slide 26 - Slide

Symptomen van overlijden
  • Hart klopt niet meer
  • Zorgvrager ademt niet meer
  • Zorgvrager is gevoelloos
  • Spieren zijn verslapt
  • Lichaamswarmte verdwijnt.
  • Rigor Mortis : lijkstijfheid
  • Lijkvlekken ( Livor mortis)

Slide 27 - Slide

Zorginterventies na overlijden (1)
Algemeen rekening houdend met culturele achtergrond en wensen van zorgvrager en naasten en protocol/ richtlijnen instelling
  • Stel tijdstip van overlijden vast waarschuw arts en naasten
  • Sluit de ogen van de overledene
  • Leg de overledene op de rug en met hoofd iets hoger dan de borst
  • Plaats eventueel gebitsprothese zo snel mogelijk en leg een rolletje onder de kin, zodat de mond gesloten blijft
  • Verwijder drains, katheters, sondes, sluit infuus en zuurstof en af plak insteekopeningen zorgvuldig dicht


Slide 28 - Slide

Zorginterventies na overlijden (2)
  • Verschoon verbanden en voorkom lekkage van urine en feces
  • Was het lichaam, verwijder sieraden
  • Verzamel alle bezittingen van de overledene
  • Verschoon het bed en bedek de overledene tot aan de kin
  • Zorg voor gepaste rustige sfeer
  • Condoleer naasten pas nadat de dood formeel is vastgesteld
  • Ondersteun en begeleidt de familie en geef bezittingen mee
  • Specifiek aandachtspunt: codicil?

Slide 29 - Slide

Weet jij het?

Soms voelen nabestaanden zich opgelucht na het overlijden van een geliefde.
Hoe kan dat?

Slide 30 - Slide

Rouwproces bij nabestaanden

Slide 31 - Slide

Fasen verliesverwerking
Fase 1: het op gang komen van het rouwproces
Fase 2: ontkenning en protest
Fase 3: een chaos van emoties
Fase 4: het loslaten

Slide 32 - Slide

De 5 fasen van rouwverwerking Elisabeth Kübler- Ross

Ontkenning
 Boosheid/woede
Onderhandelen
 Verdriet/depressie
Aanvaarding

Slide 33 - Slide

4 hoofdgroepen verliesreacties
Emotionele reacties
Lichamelijke reacties
Reacties m.b.t. denken
Reacties m.b.t. gedrag

Slide 34 - Slide

Rouwtaken van Manu Keirse
Op verliesgerichte rouwtaken:
1. aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies
2. ervaren van de pijn van het verlies
Op herstelgerichte rouwtaken:
3. zich aanpassen aan een leven zonder de overledene
4.nieuwe plaats geven aan de overledene en opnieuw leren houden van het leven

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Signalen van verstoorde rouw
  •  Depressiviteit
  •  Angst 
  • Verslaving 
  • Verwaarlozing 
  • Stressreacties 
  • Zelfoverschatting

Slide 37 - Slide

Gecompliceerde rouw


Rouwreacties zijn normale menselijke emotionele reacties, maar soms stokt het rouwproces en zijn er helemaal geen of afwijkende reacties. 
Vormen van gecompliceerde rouw:

Ontkende rouw
Chronische rouw
Getraumatiseerde rouw
Uitgestelde rouw
Gesomatiseerde rouw
Systeemgeblokkeerde rouw

Slide 38 - Slide

Ontkende rouw
De emoties en gedachten die met de overledene te maken hebben worden sterk onderdrukt.
Het overlijden van de dierbare is extreem beangstigend voor de nabestaande

Slide 39 - Slide

Chronische rouw
De rouwreacties verminderen niet, ook na langere tijd blijft de nabestaande verdrietig, somber, angstig en boos

Slide 40 - Slide

Getraumatiseerde rouw
De nabestaande komt niet toe het geleden verlies te verwerken. Hij wordt nog steeds overweldigd door traumatische gebeurtenissen rond het overlijden van de dierbare.
Er is zo veel angst en paniek dat hij niet aan rouwen toekomt

Slide 41 - Slide

Uitgestelde rouw
De eerste tijd na het overlijden zijn helemaal geen rouwreacties. Rouwproces komt pas later op gang (kan variëren van enkele weken tot meerdere jaren)

Slide 42 - Slide

Gesomatiseerde rouw
Er treden geen emotionele reacties op maar fysieke klachten.
Het kan voorkomen dat de klachten overeenkomen met die van de overledene

Slide 43 - Slide

Systeemgeblokkeerde rouw
Vooral als een jong iemand sterft komt het vaak voor dat bijvoorbeeld een heel gezin rouwt. 
De rouwreacties kunnen dat worden onderdrukt om elkaar te ontzien

Slide 44 - Slide

Richtlijnen ondersteunen bij rouw
  • Gelegenheid bieden om te vertellen over overledene
  • Gelegenheid bieden gevoelens te verwoorden
  • Wees alert op schokkende gebeurtenissen in de nasleep (juridische nasleep, verzekeringskwesties)
  • Geef tijd om te verwerken
  • Mobiliseer sociale netwerk van de nabestaande
  • Benadruk dat 'vreemde' reacties normaal zijn (bv zien van overledene)

Slide 45 - Slide

Opdracht verschillende soorten rouw
In de theorie wordt een onderscheid gemaakt in normale rouw en gecompliceerde rouw.
Op de volgende dia staan een aantal omschrijvingen van rouw. 
Geef aan of het om ‘normale rouw’ of om ‘gecompliceerde rouw’ gaat
Waar je ‘gecompliceerde rouw’ hebt aangegeven, zet je de benaming voor deze vorm van rouw
Kies uit: chronische rouw, gesomatiseerde rouw, getraumatiseerde rouw, ontkende rouw, systeemgeblokkeerde rouw of uitgestelde rouw.




Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Factoren die invloed hebben op verliesverwerking 
  • Aan zorgverlener gebonden factoren
  • Situatie gebonden factoren
  • Patiëntgebonden factoren

Slide 48 - Slide

Aan de zorgverlener gebonden factoren
  • identificatie van de zorgverlener met de patiënt qua uiterlijk, beroep, leeftijd en/of karakter
  • identificatie met een belangrijk persoon uit het leven van de zorgverlener
  • de zorgverlener heeft een ziek familielid, heeft pas iemand verloren of heeft onverwerkt verdriet
  • gevoelens van inadequaatheid of falen
  • onvermogen om om te gaan met gevoelens van onzekerheid of twee
  • angst voor dood en invaliditeit\
  • psychiatrische ziekte
  • frequente eerdere verlieservaringen

Slide 49 - Slide

Situatie gebonden factoren
  • langdurige en hechte zorgverlener-patiëntrelatie
  •  persoonlijke relatie met patiënt (vriend of familie)
  • onenigheid tussen de diverse zorgverleners of met patiënt en naasten     over het gevolgde beleid
  •  tijdsdruk
  • veel ziekenhuisopnames in korte tijd of langdurige hospitalisatie
  •  onzekerheid wat betreft de prognose of medische zorgdoelen


Slide 50 - Slide

Patiëntgebonden factoren
  • boosheid, depressie of wantrouwen bij patiënt of familie
  • patiënt is werkzaam in medische sector
  • complexe of disfunctionerende familierelaties

Slide 51 - Slide

Verliesverwerking bij zorgverleners
Palliatieve zorg vraagt veel van zorgverleners, omdat het continue, actieve en integrale zorg betreft zonder dat genezing verwacht of nagestreefd wordt.
De organisatie, het team en ook de zorgende zelf hebben een belangrijke taak in het op tijd signaleren en voorkomen van problemen bij de betrokken zorgverleners. 
Als een zorgverlener uit evenwicht dreigt te raken zijn er verschillende
mogelijkheden om de balans te herstellen.

Slide 52 - Slide

Opdracht
Hoe is jou ervaring als zorgverlener/ in de zorg voor wat betreft verliesverwerking?
  • Welke risico factoren herken je?
  • Wat denk je dat je zelf kan doen/ bijdragen om problemen m.b.t. verliesverwerking te signaleren en te voorkomen bij jezelf/ je collega?
  •  Wat dient de organisatie waar je stage loopt/ werkt te doen om problemen tijdig te signaleren en te voorkomen?

Slide 53 - Slide

Verliesverwerking bij zorgverleners, signaleren en voorkomen van problemen:
  • Vinden van een goed evenwicht tussen emotionele betrokkenheid en professionele distantie
  • Verdiepen van kennis, het vinden van afwisseling in werkzaamheden of delegeren van taken.
  • Het vragen en accepteren van hulp van collega's en
  • Het bieden van ruimte voor rouwreacties.
  • Problemen met verliesverwerking kunnen door de zorgverlener zelf of door collega's gesignaleerd worden.

Slide 54 - Slide

Afronding lesonderwerp 8
  • stervensproces, symptomen
  • verstoorde stervensfase
  • wat te doen na overlijden
  • rouw en rouw begeleiding
  • gecompliceerde rouw

Slide 55 - Slide