Media en Leven online 2 KM

Media en Leven online 2 KM
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Media en Leven online 2 KM

Slide 1 - Slide

Wat zijn de tussenkopjes van deze tekst?
A
Instructie stofzuiger
B
Bedienen, onderhouden
C
De stofzuiger
D
Onderhouden

Slide 2 - Quiz

Is het tekstdoel informatief of niet?
Een IKEA-instructie om een kast in elkaar te zetten.
A
Informatief doel
B
Uitleggen

Slide 3 - Quiz

Een instructie is een
A
Informerende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Uitleggende tekst
D
Overhalende tekst

Slide 4 - Quiz

Wat is een woordraadstrategie?
A
een manier waarop je de betekenis van een woord kunt ontdekken
B
een woord waarvan je de betekenis niet kent
C
twee woorden met ongeveer dezelfde betekenis

Slide 5 - Quiz

Welke woordraadstrategie zou je gebruiken bij dit woord? -
Betaalmiddel
A
Achtervoegsel
B
Samenstelling uit Nederlands
C
Voorvoegsel
D
Samenstelling uit andere taal

Slide 6 - Quiz

Welke woordraadstrategie zou je gebruiken bij dit woord? -
Ongeïnteresseerd
A
Achtervoegsel
B
Samenstelling uit Nederlands
C
Voorvoegsel
D
Samenstelling uit andere taal

Slide 7 - Quiz

De signaalwoorden in een instructie zijn de signaalwoorden van een:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
doel-middel

Slide 8 - Quiz

Deze organisatie zet projecten om zwerfafval op te ruimen op een rij. Ook zoeken de medewerkers vrijwilligers voor de acties.
Wat is het signaalwoord voor uitspraak - opsomming?
A
Deze organisatie
B
om
C
op een rij
D
ook

Slide 9 - Quiz

9. Zoek het signaalwoord in de zin.
Welk tekstverband hoort erbij?

Het particulier gebruik van bestrijdingsmiddelen stijgt, maar dat is geen goede ontwikkeling.

A
tegenstelling
B
toelichting/voorbeeld
C
doel-middel
D
reden

Slide 10 - Quiz


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 11 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 12 - Quiz

Het doel van een nieuwsbericht is...
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 13 - Quiz

Wat is de bronvermelding?
A
Daarin staat het onderwerp
B
Daarin staat de naam van de schrijver
C
Daarin staat waar de tekst vandaan komt

Slide 14 - Quiz

Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Bijzaak

Slide 15 - Drag question

Geef van elke zin aan of er hoofdzaken of bijzaken in staan.
hoofdzaken
bijzaken
1. Om het risico op ongelukken te voorkomen is één kant van het fiets- en voetgangerspad afgesloten geweest.
2. Scheepswerf Keppel-Veorome heeft droogdokken waar het enorme schip in past.
3. Marnix Boender was toevallig in de stad en besloot om een kijkje te gaan nemen. 

Slide 16 - Drag question

Zijn de volgende zinnen hoofdzaken of bijzaken?
Sleep ze naar het juiste vakje.
Hoofdzaak
Bijzaak
"Ik knalde nog net niet tegen hem aan." (regel 3)
"Jongeren vinden dat ze voorzichtig zijn, maar hun gedrag in het verkeer is dus meestal wél gevaarlijk." (regel 21-22)
"Je kunt daarvoor een boete van ruim 200 euro krijgen." (regel 25-26)

Slide 17 - Drag question

wat is een deelonderwerp?
A
mening van de schrijver
B
onderwerp van een alinea
C
onderwerp van de hele tekst
D
onderwerp van de inleiding

Slide 18 - Quiz


Is dit artikel nepnieuws of niet?
A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 19 - Quiz

Nepnieuws
A
als je verstandig gebruik maakt van de media.
B
is dat je je steeds een beeld vormt van iets of iemand.
C
is de vrijheid van journalisten om berichten te kunnen maken zonder eerst toestemming te vragen.
D
is verzonnen informatie die verspreid wordt om mensen te beïnvloeden.

Slide 20 - Quiz


Is dit artikel nepnieuws of niet?
A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 21 - Quiz

Wanneer is er sprake van een goed nieuwsbericht?
A
Als er meningen in zitten
B
5 w vragen + 1 h vraag
C
Als de tussenkoppen weggelaten worden.
D
Als de bronnen weggelaten worden

Slide 22 - Quiz

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de theorie uit het boek
2. Kijk in som naar de doelen
3. Filmpjes om naar te kijken, zoek zelf naar goede filmpjes op het internet.

Slide 23 - Slide