What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VIA Vooraf&Vervolg herhaling thema 1-2-3 -4 Spelling&grammatica
Vorige week gedaan:
Herhaling van thema 1 tot en met 3 van Lezen.
* Alinea, Tussenkopje, Afbeelding, Bijschrift, Bron
*Tekstdoelen: Informatie geven, Mening geven, Overhalen, Vermaken.
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vorige week gedaan:
Herhaling van thema 1 tot en met 3 van Lezen.
* Alinea, Tussenkopje, Afbeelding, Bijschrift, Bron
*Tekstdoelen: Informatie geven, Mening geven, Overhalen, Vermaken.
Slide 1 - Slide
vandaag: mevrouw Sluijs
1)Herhalen grammatica thema 1 tot en met 4.
2)Opdracht woordsoorten maken, die krijg je nog.
Maar eerst:
Deviant online.......
Slide 2 - Slide
DOEL:einde van de les ken je:
Zin, spatie, hoofdletter, punt, vraagteken.
Zinsdeel & Volgorde van zinsdelen.
Wat klinkers /medeklinkers zijn.
Korte/Lange klanken.
En je kent de woordsoorten die we behandeld hebben.
Slide 3 - Slide
VIA (Allebei) Thema 1,2,3,4
Spelling en grammatica
Hoe was het ook alweer?
........
Slide 4 - Slide
WAT WEET JE NOG.....
Slide 5 - Slide
Maak de zin beter:
staanindezezingeenspaties
Slide 6 - Open question
Staan in deze zin spaties?
ja of nee?
Slide 7 - Slide
Spaties zijn:
A
punten, komma's
B
stukjes ruimte tussen de woorden
C
streepjes tussen woorden
D
vraagteken, uitroepteken
Slide 8 - Quiz
Wat zijn leestekens? Schrijf op welke je kent.
Slide 9 - Open question
In thema 1 is behandeld:
*De zin
*Een zin bestaat uit woorden.
*Tussen de woorden staan spaties.
*Een zin begint met een hoofdletter.
*Een zin eidingt met een punt.
*Je gebruikt een ? bij een vraag.
*Je gebruikt een ! bij een zin met meer 'geluid'/'kracht'
Slide 10 - Slide
Sommige woorden in een zin horen bij elkaar.
Dat is dan een zinsdeel.
Slide 11 - Slide
Zet de zinsdelen in de goede volgorde:
is/jarig/volgende week/mijn moeder.
Slide 12 - Open question
Dit kan:
Mijn moeder /is volgende week/jarig.
Volgende week /is/mijn moeder/jarig.
Is/mijn moeder/volgende week/jarig?
Is/mijn moeder/volgende week/jarig?
Is/mijn moeder/jarig/volgende week?
De zinsdelen staan tussen de streepjes.
Die woorden horen bij elkaar
Slide 13 - Slide
Zet in de goede volgorde:
elk jaar/ik/ga/op vakantie.
Slide 14 - Open question
In VIA VERVOLG
Heb je geleerd dat
alle leestekens, en hoe je ze gebruikt
INTERPUNCTIE
heet.
En heb je regels geleerd over wanneer je Hoofdletters gebruikt
Slide 15 - Slide
Thema 2, 3 en 4 Via Vooraf
klinkers en medeklinkers
woordsoorten
We beginnen met de klinkers en medeklinkers:
Zet ze op de goede plaats!
Slide 16 - Slide
Sleep de
klinkers
hierheen
Sleep de
medeklinkers
hierheen
A
B
C
D
E
F
G
H
i
j
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
Slide 17 - Drag question
makkelijk onthouden:
Voor een klinker moet je echt je mond open doen.
Een klinker geeft een klank
Er zijn er maar 5
A-E-O-U-I
Ze kunnen een
lange
of
korte
klank geven.
Slide 18 - Slide
De -E- heeft meer klanken:
d
E
b
EE
r
w
E
l
v
E
rb
E
t
E
r
E
n
korte klank in het woord '
wel'
lange klank in 'verbEteren.
En de rode E klinkt als korte i
De grote E klinkt als een korte U
Slide 19 - Slide
woordsoorten
De
kleine
man
zit
op
de
tafel
Slide 20 - Slide
welke woordsoorten ken je nog
Slide 21 - Mind map
Woordsoorten die we hebben geleerd:
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Waarom moet je die eigenlijk kennen?
Slide 22 - Slide
als je de woordsoorten kent:
Dan kan je beter zien welke woorden bij elkaar horen, en dus een zinsdeel zijn.
Daardoor kan je de woordvolgorde in een zin beter maken.
Je kunt dus de taal beter leren, en je taalniveau verhogen.
Op deze manier kunnen we beter over de taal praten.
Slide 23 - Slide
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 24 - Quiz
Lidwoorden
De
Het
Een
Onbepaad lidwoord= Een
EEN auto; je weet nog niet welke auto, dat is nog onbepaald (niet gekozen)
Slide 25 - Slide
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
kopen
B
nieuwe
C
tafel
D
vrachtwagen
Slide 26 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
Een mens (de man, de bakker, het kind, en......?)
Een dier (de kat, de muis, de olifant, en.......?)
Een ding (de tafel, de kast, het schrift, en.......?)
Een zelfstandig naamwoord heeft altijd een lidwoord dat erbij hoort.
Slide 27 - Slide
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 28 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
Je kunt zeggen:
Ik draag een trui.
Je kunt ook nog iets extra's vertellen. Iets BIJVOEGEN:
Ik draag een zachte, rode, dure, mooie trui.
Dat extra's, dat is het bijvoeglijk naamwooord
Slide 29 - Slide
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 30 - Quiz
Een werkwoord
Zegt wat je DOET:
Lopen, slapen, eten, maar ook als je niet beweegt:
Denken, voelen, weten.
Je VERVOEGT een werkwoord, dan past het bij de persoon:
Hij
loopt
naar school.
Wij
lopen
naar school.
Slide 31 - Slide
Wat zijn voorzetsels
A
blij, groot, duur
B
kijk, loop, ben
C
muur, boeken, trui
D
op, naast, onder, in
Slide 32 - Quiz
Voorzetsels
Vertelen
waar
iets is:
Hij zit
op
de stoel.
De pen
zit
in de tas.
Het boek ligt........... de tafel.
Slide 33 - Slide
weet je nu weer:
Zin, spatie, hoofdletter, punt, vraagteken?
Zinsdeel & Volgorde van zinsdelen?
Wat klinkers /medeklinkers zijn?
Korte/Lange klanken?
Slide 34 - Slide
En ken je:
Het lidwoord?
Zelfstandig naamwoord?
Bijvoeglijk naamwoord?
Werkwoord?
Voorzetsel?
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
wat je nu gaat doen:
Kiezen:
Kwartet maken over woordsoorten in groepje.
of
4 Kahootvragen maken over de woordsoorten in groepje.
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Wie zijn even ver?
Yasca & Cheefa (thema 3)
Ahmed al M & Anna (thema 2) ?
Fethawit & Samrawit& Tumezgi (thema 4)
Ahmed A & Hamza ?
Alif & Silava VIA VERVOLG
Aboubacar EIGEN WERK
Slide 40 - Slide
More lessons like this
Werkwoorden - zelfstandige naamwoorden - bijvoeglijke naamwoorden
February 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
GR les 7: zelf zinnen maken deel 2
March 2020
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhaling woordsoorten
June 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Herhaling woordleer
April 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica 3. 5 & Spelling Blok 3
January 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3 Basis week 20 les 2
May 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3 Basis week 20 les 2
15 days ago
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
1mh taalverzorging hoofdstuk 1 en 2: werkwoorden, lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
September 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1