This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoera het is weer maandag!
Lezen of aan de boekopdracht werken (30 minuten)
Instructie grammatica blok 4 (10 minuten)
Opdrachten maken (20 minuten)
Nakijken (10 minuten)
Toets bespreken (10 minuten)
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Lezen of aan de boekopdracht werken
In stilte!
timer
30:00
Slide 3 - Slide
Ontleden (vaste volgorde!)
1. Persoonsvorm
2. Onderwerp
3. Werkwoordelijk gezegde
4. Zinsdelen maken
5. Lijdend voorwerp
6. Meewerkend voorwerp
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.
Het geeft aan voor / aan wie iets bestemd is.
Slide 6 - Slide
Zo vind je het meewerkend voorwerp
1. Zoek eerst de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp. 2. Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Slide 7 - Slide
Meewerkend voorwerp
Stel de vraag:
Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp