Mastiek - mis en place - poleren - gastheerschap - les 2

• Consumptieve techniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Overzicht Periode 2

• Thema: Gastheerschap en gezondheid

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7	Week 8	Week 9
Intro + voorberei-ding restaurant, reservering aannemen	LSD, Mis en place, mastiek , poleren	Poleren, Indekken, opdekken, ruimte inrichten, routing, buffetten	Product, dienst, ontvangst, placeren, bestelling opnemen	Klacht afhandelen, rekening opmaken, afscheid nemen	Schijf van 5, advies geven, doel van bewegen	Gezonde maaltijd maken, advies geven	Gezonde maaltijd maken, indekken, opdekken	Herhalingsweek

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Checklist:

Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .

Wat weet je nog over telefonisch reserveren?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen

1. R Ik kan uitleggen wat LSD betekent.
2. R Ik kan uitleggen wat het begrip mastiek betekent.
3. R Ik kan uitleggen wat het begrip mis-en-place betekent en twee werkzaamheden benoemen die daar onder vallen.
4. R Ik kan uitleggen wat het wordt  poleren betekent.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Instructie LSD

Belangrijk tijdens het te woord staan van gasten is dat je:

- een gastvrij gevoel geeft, dat ze welkom zijn.

- oogcontact maakt.

- een goede houding aanneemt.

- de juiste informatie geeft.

Daarnaast is het ook heel belangrijk om tijdens het gesprek te:

- Luisteren

- Samenvatten

- Doorvragen

Dit wordt ook wel LSD genoemd.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeelden

               Niet actieve lichaamshouding.

                 Tonen geen interesse.

                  Geen gastvrij gevoel.

Actieve lichaamshouding.

Maakt oogcontact.

Gastvrij gevoel

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Bij actief luisteren heb je een goede lichaamshouding en kijk je de gast aan.

1. Waar
2. Niet Waar

De afkorting LSD betekent

1. Lezen, Samenvoegen, Doorgeven
2. Luisteren, Samenvatten, Doorgeven
3. Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
4. Luisteren, Samenvoegen, Doorvragen

Aan de slag

Maak groepjes van 3. 

Lees de rollen eerst goed door.

Oefen met het boeken van een hotelkamer. 

1. 1 leerling is de gast

2. 1 leerling werkt aan de receptie

3. 1 leerling beoordeelt de receptionist en 

     geeft 1 goed punt + 1 verbeterpunt

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Waar let de beoordelaar op?

Beoordelingscriteria	wel/niet
De receptionist verwelkomt de gast, is gastvrij.
De receptionist geeft aan welke kamer nog vrij is en vertelt de juiste prijs.
De receptionist geeft de juiste informatie over het ontbijt en vertelt wat het ontbijt kost.
De receptionist legt uit waar het ontbijt geserveerd wordt.
De receptionist geeft de sleutel van de kamer mee en neemt netjes afscheid van de gast.
De receptionist heeft een goede lichaamshouding. De receptionist gebruikt LSD ( Luisteren, samenvatten, Doorvragen)

Instructie 

Mastiek

Voordat de gasten komen moeten alle stoelen en tafels op de juiste plek staan. ook moet alles netjes en opgeruimd zijn. alle werkzaamheden die hierbij horen heet: mastiek maken.

Voorbeelden die hierbij horen zijn:

• dweilen
• stofzuigen
• voorraad bijvullen
• ramen zemen
• vuilniszakken weggooien

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie 

Schoonmaakwerkzaamheden worden verdeeld in dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse en periodieke schoonmaakactiviteiten.

Dagelijks	tafels en stoelen schoonmaken, stofzuigen, vuilnis weggooien
Wekelijks	ramen zemen, muren schoonmaken, planten watergeven
Maandelijks	gordijnen wassen, dranken controleren op datum
Periodiek	Vloer schuren en oliën

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie 

Mis en place

Alle kleinere voorbereidende werkzaamheden die ervoor zorgen dat je goed kan werken als de gasten er zijn heet mis en place. Deze werkzaamheden kunnen allemaal gedaan worden terwijl er al gasten aanwezig zijn, maar ze mogen er natuurlijk geen last van hebben.

Voorbeelden die hierbij horen zijn:

• poleren van glaswerk
• het opdekken van de tafels
• het indekken van de tafels
• servetten vouwen

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Het indekken en opdekken van een tafel valt onder mastiek maken?

1. Waar
2. Niet waar

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

De koelkasten bijvullen met frisdrank valt onder mastiek maken?

1. Waar
2. Niet waar

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Geef een voorbeeld van mis en place werkzaamheden.

Instructie 

Poleren

Poleren is het opwrijven en vetvrij maken met een (linnen) doek. Hierdoor worden strepen, vingerafdrukken en kalkdruppeltjes weggepoetst.

Voordat een tafel wordt ingedekt worden het bestek, de borden en de glazen gepoleerd.

Om te poleren heb je de volgende materialen nodig:

• schone en droge poleerdoek
• bakje met heet water
• transportbord met een servet

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Maak opdracht 2.15 t/m 2.17.

We bespreken de opdrachten over 10 minuten! 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

    Begrippen uit deze les

• LSD
• Mastiek
• Mis en place
• Poleren
• Kalkdruppeltjes
• Transportbord

Afsluiting

Leerdoelen

1. R Ik kan uitleggen wat LSD betekent.
   
2. R Ik kan uitleggen wat het begrip mastiek betekent.
3. R Ik kan uitleggen wat het begrip mis-en-place betekent en twee werkzaamheden benoemen die daar onder vallen.
4. R Ik kan uitleggen wat het wordt poleren betekent.

Volgende week: Poleren, indekken, opdekken, ruimte inrichten en routing.

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Afsluiting

     Bedankt voor jullie inzet en aandacht!!

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.