rekenen blok 2.1 les 2 ( 06 okt)

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7,8

Eerst even herhalen!

Welke van de onderstaande breuken zijn gelijkwaardige breuken?
( je houd er 1 over)

1. 1/2 = 1/4
2. 5/5 = 1
3. 1/3 = 1/6
4. 3/4 = 6/8

Ongelijknamige breuken optellen

Rekenstappen                                                                2/3 + 1/4= ?
1. maak de breuken gelijknamig                       
( welk getal hebben ze samen als eerst in hun tafel)                        
2. de noemer en teller vermenigvuldig je met hetzelfde getal

WAT JE ONDER DOET MOET JE OOK BOVEN DOEN!     
3. de tellers bij elkaar optellen
4. vergeet niet de hele er uit te halen 
 


               

2/3 + 1/4=? 

Aan het eind van deze les kun je:

* optellen met gelijknamige breuken

* ongelijknamige breuken vergelijken

Breuken vergelijken

Welke breuk is groter? 
1/3 of 2/5

*om dit op te lossen moet je eerste de breuken ...... maken.

BREUKEN VERMENIGVULDIGEN

​noemer⋅noemer​​teller⋅teller​​

voorbeeld 

2 x  =

​5​​3​​⋅​6​​5​​=

vermenigvuldigen met een hele 

Opdracht 3 samen

vraag: hoeveel mandarijnen koopt kim meer dan lisa? 
*er passen 36 mandarijnen in een doos 
* Lisa koopt 5/6 deel
* Kim koopt 2/3 deel 

Oplossing 

Nu zelf aan de slag! 
zelfstandig 

                                                    

  blz. 57-58
-Maken opdracht 1,2,4,5,6,7,8 
 -zelf nakijken 
- Al klaar?  T-sommen maken als je alles af hebt en nagekeken dan ga je voor een opdracht naar de juf.
- Vragen? Ga naar de juf of een van de stagiaires