1.7 Biologie Hoofdstuk 4

Transport in cellen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Transport in cellen

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les…
Ken je de functie van een membraan tijdens het transport van stoffen
Kun je de processen van het transport van kleine moleculen uitleggen
Kun je de processen van het transport van grote moleculen uitleggen





Slide 2 - Slide

Celmembraan
Grens tussen cel en het milieu
0,08 nm
Barrière tussen de celinhoud en zijn omgeving
Laat selectief stoffen toe

Slide 3 - Slide

Celmembraan
Opgebouwd uit:
Lipiden
Eiwitten
Cholesterol
Suikers





Slide 4 - Slide

Lipiden
Dubbele fosfolipide laag
Twee gedeelten: hydrofiel (buitenkant) en hydrofoob (binnenkant)
Voorkomt dat wateroplosbare stoffen het membraan passeren









Slide 5 - Slide

Eiwitten
Verspreid over het membraan
Zitten op, half in, of doorlopend in het celmembraan












Slide 6 - Slide

Suikers
Receptoren (ontvangers) van chemische boodschappen
Merkteken zodat ze herkenbaar zijn voor andere cellen











Slide 7 - Slide

Glycocalix
Een binding van suikers met lipiden en eiwitten van het celmembraan

Slide 8 - Slide

Diverse membranen
Cellen
Mitochondriën
Lysosomen
Golgi-apparaat
Kernenvelop
Endoplasmatisch reticulum
Samenstelling is afhankelijk van functie


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Transport van kleine moleculen
Diffusie
Osmose
Actief transport

Slide 11 - Slide

Diffusie
Stoffen verspreiden over vloeistoffen
Gaan van hoge concentratie naar lage concentratie
Concentratie gelijk verdelen
Moleculen die celmembraan passeren
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water



Slide 12 - Slide

Moleculen die celmembraan passeren
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water



Slide 13 - Slide

Diffusie snelheid
Temperatuur
Hoge temperatuur > snellere diffusie

Molecuulmassa
Kleinere moleculen > snellere diffusie

Concentratieverschil
Hoog verschil > snellere diffusie

Groter oppervlak  snellere diffusie
Afstand
Kleine afstand  snellere diffusie

Slide 14 - Slide

Diffusie snelheid
Diffusieoppervlak
Groter oppervlak > snellere diffusie

Afstand
Kleine afstand > snellere diffusie

Slide 15 - Slide

Osmose
Semipermeabel membraan
Alleen water kan door het membraan
Gaat van lage concentratie naar hoge concentratie



Slide 16 - Slide

Osmose
3 soorten oplossingen

Hypertonisch
Concentratie deeltjes is hoger dan de concentratie deeltjes van de andere stof



Slide 17 - Slide

Osmose
Hypotonisch
Concentratie deeltjes is lager dan de concentratie deeltjes van de andere stof


Slide 18 - Slide

Osmose
Isotonisch
De concentraties opgeloste deeltjes van beide stoffen zijn gelijk


Slide 19 - Slide

Osmotische waarde
Hoe meer deeltjes in de oplossing, des te groter is de osmotische waarde
Wanneer stoffen uiteenvallen in ionen in water, is de osmotische waarde hoger


dus twee deeltjes i.p.v. één



NaClNa+Cl

Slide 20 - Slide

Osmose bij plantaardige cellen

Slide 21 - Slide

Osmose bij dierlijke cellen

Slide 22 - Slide

Actief transport
Verplaatsen van moleculen die niet door het membraan kunnen

Door middel van eiwitten in het celmembraan


Slide 23 - Slide

De vacuole van plantencellen is hypertonisch. De vacuole zwelt hierdoor op en drukt het cytoplasma tegen de celwand aan.
Hoe wordt dit verschijnsel genoemd?
A
Plasmolyse
B
Turgor
C
Hemolyse

Slide 24 - Quiz

Hemolyse is het knappen van een celmembraan van een rode bloedcel.
Dit proces vindt plaats doordat er buiten de cel een . . . . . . . . . . oplossing aanwezig is.
A
Isotonische
B
Hypotonische
C
Hypertonische

Slide 25 - Quiz

Welk van onderstaande moleculen kan het celmembraan niet passeren door middel van difussie
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose

Slide 26 - Quiz

Transport van grote moleculen
Exocytose
Endocytose
Fagocytose
Pinocytose

Slide 27 - Slide

Exocytose
Grote moleculen vanaf het ER naar Golgi en celmembraan
Blaasje versmelt zich met celmembraan
Stoffen worden verwijderd uit de cel


Slide 28 - Slide

Endocytose
Membraan omsluit zich om stof waardoor het in de cel wordt opgenomen

Slide 29 - Slide

“Het bewegen van moleculen van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie tot in beide gebieden evenveel moleculen zijn.” Waarvan is dit de definitie?
A
Pinocytose
B
Fagocytose
C
Osmose
D
Diffussie

Slide 30 - Quiz

Hoe heet het proces waarbij blaasjes afgesnoerd worden van het celmembraan, zodat het product naar buiten wordt gebracht?
A
Exocytose
B
Fagocytose
C
Endocytose
D
Actief transport

Slide 31 - Quiz