This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Transport in cellen
Slide 1 - Slide
Aan het eind van de les…
Ken je de functie van een membraan tijdens het transport van stoffen
Kun je de processen van het transport van kleine moleculen uitleggen
Kun je de processen van het transport van grote moleculen uitleggen
Slide 2 - Slide
Celmembraan
Grens tussen cel en het milieu
0,08 nm
Barrière tussen de celinhoud en zijn omgeving
Laat selectief stoffen toe
Slide 3 - Slide
Celmembraan
Opgebouwd uit:
Lipiden
Eiwitten
Cholesterol
Suikers
Slide 4 - Slide
Lipiden
Dubbele fosfolipide laag
Twee gedeelten: hydrofiel (buitenkant) en hydrofoob (binnenkant)
Voorkomt dat wateroplosbare stoffen het membraan passeren
Slide 5 - Slide
Eiwitten
Verspreid over het membraan
Zitten op, half in, of doorlopend in het celmembraan
Slide 6 - Slide
Suikers
Receptoren (ontvangers) van chemische boodschappen
Merkteken zodat ze herkenbaar zijn voor andere cellen
Slide 7 - Slide
Glycocalix
Een binding van suikers met lipiden en eiwitten van het celmembraan
Slide 8 - Slide
Diverse membranen
Cellen
Mitochondriën
Lysosomen
Golgi-apparaat
Kernenvelop
Endoplasmatisch reticulum
Samenstelling is afhankelijk van functie
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Transport van kleine moleculen
Diffusie
Osmose
Actief transport
Slide 11 - Slide
Diffusie
Stoffen verspreiden over vloeistoffen
Gaan van hoge concentratie naar lage concentratie
Concentratie gelijk verdelen
Moleculen die celmembraan passeren
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Slide 12 - Slide
Moleculen die celmembraan passeren
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
Slide 13 - Slide
Diffusie snelheid
Temperatuur
Hoge temperatuur > snellere diffusie
Molecuulmassa
Kleinere moleculen > snellere diffusie
Concentratieverschil
Hoog verschil > snellere diffusie
Groter oppervlak snellere diffusie
Afstand
Kleine afstand snellere diffusie
Slide 14 - Slide
Diffusie snelheid
Diffusieoppervlak
Groter oppervlak > snellere diffusie
Afstand
Kleine afstand > snellere diffusie
Slide 15 - Slide
Osmose
Semipermeabel membraan
Alleen water kan door het membraan
Gaat van lage concentratie naar hoge concentratie
Slide 16 - Slide
Osmose
3 soorten oplossingen
Hypertonisch
Concentratie deeltjes is hoger dan de concentratie deeltjes van de andere stof
Slide 17 - Slide
Osmose
Hypotonisch
Concentratie deeltjes is lager dan de concentratie deeltjes van de andere stof
Slide 18 - Slide
Osmose
Isotonisch
De concentraties opgeloste deeltjes van beide stoffen zijn gelijk
Slide 19 - Slide
Osmotische waarde
Hoe meer deeltjes in de oplossing, des te groter is de osmotische waarde
Wanneer stoffen uiteenvallen in ionen in water, is de osmotische waarde hoger
dus twee deeltjes i.p.v. één
NaCl−Na+Cl−
Slide 20 - Slide
Osmose bij plantaardige cellen
Slide 21 - Slide
Osmose bij dierlijke cellen
Slide 22 - Slide
Actief transport
Verplaatsen van moleculen die niet door het membraan kunnen
Door middel van eiwitten in het celmembraan
Slide 23 - Slide
De vacuole van plantencellen is hypertonisch. De vacuole zwelt hierdoor op en drukt het cytoplasma tegen de celwand aan. Hoe wordt dit verschijnsel genoemd?
A
Plasmolyse
B
Turgor
C
Hemolyse
Slide 24 - Quiz
Hemolyse is het knappen van een celmembraan van een rode bloedcel. Dit proces vindt plaats doordat er buiten de cel een . . . . . . . . . . oplossing aanwezig is.
A
Isotonische
B
Hypotonische
C
Hypertonische
Slide 25 - Quiz
Welk van onderstaande moleculen kan het celmembraan niet passeren door middel van difussie
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
water
D
glucose
Slide 26 - Quiz
Transport van grote moleculen
Exocytose
Endocytose
Fagocytose
Pinocytose
Slide 27 - Slide
Exocytose
Grote moleculen vanaf het ER naar Golgi en celmembraan
Blaasje versmelt zich met celmembraan
Stoffen worden verwijderd uit de cel
Slide 28 - Slide
Endocytose
Membraan omsluit zich om stof waardoor het in de cel wordt opgenomen
Slide 29 - Slide
“Het bewegen van moleculen van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie tot in beide gebieden evenveel moleculen zijn.” Waarvan is dit de definitie?
A
Pinocytose
B
Fagocytose
C
Osmose
D
Diffussie
Slide 30 - Quiz
Hoe heet het proces waarbij blaasjes afgesnoerd worden van het celmembraan, zodat het product naar buiten wordt gebracht?