What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling grammatica
Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
1 / 27
next
Slide 1:
Quiz
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
Slide 1 - Quiz
Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 2 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts
Slide 3 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees
Slide 4 - Quiz
Voorbeelden:
Il a un chat
gris
Ma mère a cinq chats
gris
L'éléphant est
gros
les éléphants sont
gros
Slide 5 - Slide
Mon
chat est
rouge
Ma
chambre est
rouge
aussi
L
e
mur
jaune
Les
maisons
jaunes
Slide 6 - Slide
Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Marianne est (verdrietig)
A
tristee
B
tristes
C
tristees
D
triste
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau
Slide 9 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu
Slide 11 - Quiz
stappenplan ww op -er
1. vind de stam
2. wat staat er voor de stam?
3 kies de juiste uitgang
4. zet de uitgang bij de stam
Slide 12 - Slide
je
tu
ils
vous
nous
e
ons
ez
ent
es
Slide 13 - Drag question
hoe vind ik de stam van een werkwoord op -er ?
vul aan: werkwoord
Slide 14 - Open question
vind de stam van:
chercher
Slide 15 - Open question
vind de stam van:
trouver
Slide 16 - Open question
vind de stam van:
parler
Slide 17 - Open question
en nu oefenen
Slide 18 - Slide
nous (parler)
A
parler
B
parlez
C
parlons
D
parle
Slide 19 - Quiz
ils (commencer)
A
commencer
B
commencez
C
commencent
D
commence
Slide 20 - Quiz
Marie (donner)
A
donne
B
donnes
C
donnons
D
donnent
Slide 21 - Quiz
Tu (habiter)
A
habite
B
habites
C
habitons
D
habitent
Slide 22 - Quiz
je (passer)
A
passe
B
passes
C
passons
D
passent
Slide 23 - Quiz
Clare et Timo (habiter)
A
habite
B
habites
C
habitons
D
habitent
Slide 24 - Quiz
on (visiter)
A
visite
B
visites
C
visitons
D
visitent
Slide 25 - Quiz
vous (aimer)
A
aimer
B
aimons
C
aimez
D
aiment
Slide 26 - Quiz
je
tu
ils
vous
nous
e
ons
ez
ent
es
Slide 27 - Drag question
More lessons like this
1HV Révision CH5 A t/m H 2023
April 2021
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
m3 ww op -er +aller 3 tijden
February 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
H.S. 2TL, Les verbes en -er
October 2020
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
week 13, les 1vwo (herh Chap 2, -er + bijv)
March 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
werkwoorden herhaling klas 3
February 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Werkwoorden op er en onderwerp vervangen door il, elle, ils of elles
November 2020
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Formatieve evaluatie: avoir, être, passé composé van ww op -er. VWO versie 2
February 2022
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Chapitre 2G+H 16-2
January 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2