WAW blok 2, les 1

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Wat zijn pedagogische vaardigheden?

1. Vaardigheden die in de kinderopvang worden ingezet om kinderen te verzorgen
2. Vaardigheden die ouders gebruiken om hun kind op te voeden
3. Vaardigheden die je als opvoeder gebruikt waardoor het kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen
4. Vaardigheden die je in het onderwijs inzet om goed les te kunnen geven

Wat wordt bedoeld met de leefwereld van het kind?

1. De thuissituatie van een kind
2. De wereld waarin een kind leeft
3. De dingen die een kind interessant vindt
4. De waarden en normen die een kind thuis meekrijgt

Wat is inleven?

1. Meeleven met de ander
2. Laten zien dat je om een ander geeft
3. Je verplaatsen in de positie van een ander
4. De emoties van de anderen lezen

Wat is de belevingswereld van een kind?

1. De thuissituatie van een kind
2. De manier waarop een kind de wereld om zich heen beleeft
3. De waarden en normen die een kind thuis meekrijgt
4. De manier waarop ouders/opvoeders met een kind omgaan

Waarom kun je tegen een kind niet alles vertellen wat er in jouw wereld speelt?

1. Daar kan een kind bang van worden
2. Daar mag je ze niet mee lastig vallen
3. Dan kun je ze met dingen belasten waar ze nog niet aan toe zijn
4. Je mag geen persoonlijke dingen met kinderen delen

Wat gebeurt er als je een kind onvoldoende aandacht geeft?

1. Het kind kan zich dan terugtrekken of juist om aandacht vragen. Vaak niet op een positieve manier
2. Het kind kan dan onzeker worden.
3. Het kind kan dan moeilijker relaties aangaan
4. Het kind kan dan vervelend gedrag gaan vertonen

Waarom is aandacht zo belangrijk

1. Dat voorkomt dat een kind op een verkeerde manier aandacht gaat vragen
2. Aandacht geeft het kind een gevoel van geborgenheid en veiligheid
3. Door het geven van aandacht luistert een kind beter
4. Aandacht zorgt ervoor dat een kind zich beter lichamelijk ontwikkelt

Wat wordt bedoeld met betrokkenheid?

1. Dat betekent dat je je verbonden voelt met de kinderen met wie je werkt
2. Dat betekent dat je ingrijpt wanneer je denkt dat een kind gevaar loopt
3. Dat betekent dat je de opvoeding overneemt wanneer ouders dat niet meer kunnen
4. Dat betekent dat je je betrokken voelt tot de thuissituatie van het kind

Waarom is het niet goed om te veel over te nemen van het kind wanneer het iets nog niet zo goed kan en nog moet oefenen?

1. Dat kan schadelijk zijn voor het zelfvertrouwen
2. Dan duurt het langer voordat het kind het leert
3. Dan zal het slechter naar je luisteren
4. Dat kan ervoor zorgen dat het kind een achterstand oploopt

Op welke manier kun je kindgericht werken?

1. Door aan te sluiten bij de leefwereld en de belevingswereld van een kind
2. Door aan te sluiten op de ontwikkeling en behoeften van het kind
3. Door de juiste pedagogische vaardigheden in te zetten
4. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

Wat zijn vaardigheden?