Week 1

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

1 / 32
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

Slide 1 - Slide

Periode 2
  • Hoofdstuk 7, 8 en 9
Week 1
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5
Interactievaardigheden
Week 6
Interactievaardigheden
Week 7
Interactievaardigheden
Week 8
Presentaties Interactievaardigheden

Slide 2 - Slide

Week 1 - Les 1
  • De student weet wat de module inhoudt.
  • De student weet waar de eindopdracht aan moet voldoen.
  • De student weet wat ‘inleven’ betekent en hoe dit ‘respectvol’ toe te passen is in de praktijk.
  • De student verdiept zich in de belevingswereld de doelgroep en sluit zijn/haar handelingen hierop aan.

Slide 3 - Slide

Eindopdracht


  • Poster maken van de interactie vaardigheden
  • Presentatie van de posters

Slide 4 - Slide

Pedagogische
vaardigheden?

Slide 5 - Mind map




Pedagogische vaardigheden

  • Inleven
  • Aansluiten
  • Respect hebben
  • Open en eerlijk zijn
  • Aandacht hebben
  • Vriendelijkheid
  • Betrokkenheid
  • Enthousiast en inspirerend zijn
  • Band kunnen opbouwen
  • Ruimte geven voor oefenen en zelfstandigheid

Slide 6 - Slide

Inleven
Hoe zie je inleven terug in het volgende filmpje?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Inleven
  • Inleven is je bewust zijn van de gevoelens en de behoeftes van een ander en hiermee rekening houden.
  • Inleven betekent je verplaatsen in de positie van een ander.
  • Inleven is zien wat bij de ander speelt (is hij verdrietig, opgefokt, moe?).
  • Inleven is je gedrag afstemmen op de stemming van de ander.
  • Inleven is laten merken dat je ziet wat bij de ander speelt.
  • Inleven is begrip tonen.



Maar hoe houd je professionele afstand?




Slide 9 - Slide





Maak opdracht 7.04 en 7.05 voor jezelf

Slide 10 - Slide

Belevingswereld - Leefwereld
Wat is het verschil?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video





Maak opdracht 7.06

Slide 13 - Slide

Respect
Kinderen zijn met andere dingen bezig dan jij. Ze vinden andere dingen belangrijk dan jij.

Respecteer waar het kind mee bezig is. 
Zie waar het kind mee bezig is.
Vind het belangrijk waar het kind mee bezig is.

Slide 14 - Slide





Maak opdracht 7.08 en 7.09

Slide 15 - Slide

Slot
- Wat was nieuw voor je?
- Wat is het meeste blijven hangen?
- Wat neem je mee naar je stage?

Slide 16 - Slide

WAW 
Een veilig pedagogisch klimaat

Slide 17 - Slide

Periode 2
Week 1
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2
Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4
Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5
Interactievaardigheden
Week 6
Interactievaardigheden
Week 7
Interactievaardigheden
Week 8
Presentaties Interactievaardigheden

Slide 18 - Slide

Week 1 - Les 2
  • De student weet waar de grenzen liggen in open en eerlijk zijn in het begeleiden van kinderen.
  • De student leert de kinderen kennen en begrijpen door het geven van werkelijke aandacht, inzet van vriendelijk- en betrokkenheid.

Slide 19 - Slide

Open en eerlijk
Hoe doen we dat?

Slide 20 - Slide





Maak opdracht 7.10 en 7.11

Slide 21 - Slide

Open en eerlijk
  • Je liegt niet tegen kinderen.
  • Maar er is een grens aan openheid en eerlijkheid.
  • Het is onveilig als je al te openhartig bent.
  • Je kunt kinderen niet alles vertellen wat in jouw leven speelt.
  • Je kunt niet alles vertellen wat er in de wereld speelt.
  • Dat begrijpen ze niet of je belast ze met dingen waar ze nog niet aan toe zijn.






Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aandacht geven
  • Waarom is aandacht geven belangrijk?
  • Wat betekent echte aandacht?
  • Wat gebeurt er als je onvoldoende aandacht geeft?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video





Maak opdracht 7.13

Slide 26 - Slide

Aandacht
  • Ieder kind heeft aandacht nodig.
  • Ieder kind heeft recht op aandacht.
  • Aandacht geven = volledig aanwezig zijn.
  • Niet ondertussen met andere dingen bezig zijn.
  • Werkelijke aandacht is kijken en luisteren en werkelijk zien en horen.

Slide 27 - Slide

Vriendelijk
Geïnteresseerd
Geduldig
Aardig

Het ene kind ligt je beter dan het andere.  Dat is niet te vermijden en dat mag ook.
Wat niet mag is dat de kinderen dat merken.

Aan het werk = altijd vriendelijk.
Ook als je een keer chagrijnig bent of niet goed geslapen hebt. As het de hele middag regent, of als je gewoon geen zin hebt. Je blijft vriendelijk en geduldig. Dat hoort bij je werk.



Slide 28 - Slide

Betrokkenheid

Slide 29 - Mind map

Betrokkenheid
Betrokkenheid = verbonden voelen.

Betrokkenheid = de kinderen belangrijk vinden.
Betrokkenheid = moeite doen om ze te leren kennen en begrijpen.


Betrokkenheid zorgt ervoor dat je je goed kunt afstemmen op het kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat je het antwoord weet op de vraag: ‘wat heeft dit kind nodig?’
Betrokkenheid heeft een goede invloed op het welbevinden van een kind.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich gezien en gehoord voelt.
Betrokkenheid zorgt ervoor dat een kind zich veilig voelt.
Betrokkenheid versterkt de band tussen jou en het kind.
Betrokkenheid werkt positief op de sfeer in de groep.



Slide 30 - Slide





Maak opdracht 7.16

Slide 31 - Slide

Slot
- Wat was nieuw voor je?
- Wat is het meeste blijven hangen?
- Wat neem je mee naar je stage?

Slide 32 - Slide