Les 2.5 Cursus B OA

 Les 2.5 Cursus B OA
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Les 2.5 Cursus B OA

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
  • 10.45 - 11.45 uur OA
  • 11.45 - 12.45 uur GPM

Slide 2 - Slide

Periode 2

Slide 3 - Slide

Lesindeling
  • Lesweek 1 gezamenlijk les
  • Daarna om de week GPM & OA apart les
  • Let op lestijden!
  • Lesweek 1 t/m 4 Cursus A
  • Lesweek 5 t/m 9 Cursus B
  • Lesweek 10 = voortgangsweek

Slide 4 - Slide

OA
Lesmateriaal

Slide 5 - Slide

Hoe kom ik bij de inhoud?
  • My Da Vinci 
  • PW/OA tegel
  • Leerjaar 1
  • Periode 2
  • OA --> Praktische werzaamheden (A)

   



Slide 6 - Slide

Cursus B = werkproces P3-K1-W5
Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid

Slide 7 - Slide

Formatieve toets inleveren

Week 10
Deadline is:
31-01-2025

Slide 8 - Slide

Planning is key voor het behalen van je doelen
  • Deze periode is het cursus A & B
  • Opdrachten maken en een BPV beoordeling
  • GPM--> 2 opdrachten
  • OA--> 3 opdrachten
  • Maak de klassieke fout niet!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet de student:
  • Wat de formatieve toetsing inhoudt
  • Wat de afkorting ADL inhoudt
  • Wat het begrip zelfredzaamheid inhoudt

Slide 11 - Slide

Wat is zelfredzaamheid?

Slide 12 - Mind map

Zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te kunnen zorgen.
 Jezelf te redden zonder hulp van anderen. 

De ontwikkeling van zelfredzaamheid verschilt per kind. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.




Slide 13 - Slide

Wat is ADL?

Slide 14 - Mind map

ADL staat voor
 Activiteiten van het Dagelijks Leven.
 Dit zijn de basisactiviteiten die een persoon elke dag uitvoert om voor zichzelf te zorgen. 
ADL-vaardigheden zijn essentieel voor zelfredzaamheid en onafhankelijkheid in het dagelijks leven.

Slide 15 - Slide

Overleg in groepjes: noem 5 ADL-activiteiten

Slide 16 - Open question

Voorbeelden van ADL-activiteiten
  • Persoonlijke verzorging: wassen, tanden poetsen, haren kammen.
  • Kleding aan- en uittrekken: zelfstandig aankleden, schoenen aantrekken.
  • Eten en drinken: zelf eten bereiden, drinken inschenken en nuttigen.
  • Mobiliteit: lopen, traplopen, opstaan uit een stoel, in en uit bed stappen.
  • Toileteren: zelfstandig naar het toilet gaan en hygiëne handhaven.
  • Huishoudelijke taken: eenvoudige huishoudelijke activiteiten zoals de tafel dekken, afwassen of vuilnis wegbrengen.

Slide 17 - Slide

  • Een individu die wordt geboren is in eerste instantie nog niet zelfredzaam en moet met alles geholpen worden. 
  • De ontwikkeling van zelfredzaamheid is een proces, waarbij het kind steeds meer dingen zelfstandig kan doen. 
  • Het is belangrijk de zelfredzaamheid van kinderen te ontwikkelen (stimuleren), omdat het kinderen een competent gevoel geeft.
  •  --> Ik kan dat zelf, niemand hoeft mij te helpen. (vergroten zelfvertrouwen)

Slide 18 - Slide

Hoe kun jij kinderen in de onder-, midden- of bovenbouw helpen zelfredzaam te
worden?

Slide 19 - Open question

Elke leeftijdsgroep kun je stimuleren in hun zelfredzaamheid. Alleen elke groep heeft iets anders nodig. Daar waar je bij jongere kinderen meer inzet op zelfzorg (jassen aandoen, handen wassen, etc.) zul je bij een ouder kind eerder kunnen stimuleren in zaken rondom planmatig werken.

Slide 20 - Slide

Opdracht 
  • Pak de formatieve toets er is bij 
  • Lees het door
  • En schrijf je vragen op

Slide 21 - Slide

Signaleren en Reageren op Behoefte aan Ondersteuning
  • Hoe we kunnen herkennen wanneer iemand hulp nodig heeft, en hoe we daar goed op kunnen reageren?
  • Dit is belangrijk omdat niet iedereen altijd kan of durft te zeggen dat ze hulp nodig hebben. 
  • Soms moeten wij de signalen zelf herkennen om anderen te kunnen helpen."

Slide 22 - Slide

Overleg in groepjes welke herkenbare situaties die jullie al zijn tegenkomen in het dagelijks leven, stage of werk.

Slide 23 - Open question

Verschillende situaties
Fysieke situatie: Bijvoorbeeld, stel je voor dat een leerling zijn arm heeft gebroken en moeite heeft met het openen van een deur. Hoe kun je dit signaleren en wat zou je kunnen doen om te helpen?
Emotionele situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die vaak stil en teruggetrokken is en minder betrokken lijkt bij de activiteiten in de klas. Hoe kun je opmerken dat deze persoon zich misschien niet goed voelt en hoe kun je hier passend op reageren?
Sociale situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die regelmatig alleen zit tijdens de lunch of activiteiten vermijdt. Hoe kun je dit signaleren en op een manier ondersteuning bieden zonder de leerling zich ongemakkelijk te laten voelen?

Slide 24 - Slide

Mogelijke signalen die wijzen op behoefte aan ondersteuning

Verbaal: "Ik weet niet hoe ik dit moet doen", "Ik voel me niet goed".
Non-verbaal: Huilen, terugtrekken, onrustig gedrag, fronsen, vermoeidheid.

Slide 25 - Slide

"Hoe weet je wanneer iemand hulp nodig heeft zonder dat ze dat met woorden zeggen?"

Slide 26 - Slide

"Onthoud dat het niet alleen belangrijk is om signalen te herkennen, maar ook om op een empathische manier te reageren. Wees alert, toon begrip, en vraag jezelf altijd af: ‘Hoe kan ik deze persoon het beste helpen?’."

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide