Examen B OA cohort 22

Examen B
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examen B

Slide 1 - Slide

Planning
Lesweek
10.1
Thema examenvoorbereiding & Formatieve toetsing
10.2
idem
10.3
idem
10.4
idem
10.5
idem
10.6
idem

Slide 2 - Slide

Formatieve toetsing
Formatieve toets Zorg en zelfredzaamheid(B)2

Bronnen die je gaat gebruiken:
• Lesmateriaal op Learning Matters
• Boek Gezondheid en omgeving
• Boek School en didactiek
• Boek Activiteiten bij leren


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
  • Voorkennis ophalen en bespreken
  • Examen B doornemen
  • Exameneenheid P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid
  • Afronden en vooruitblikken

Slide 5 - Slide

Voorkennis ophalen

Slide 6 - Slide

Wat is zelfredzaamheid?

Slide 7 - Mind map

Zelfredzaamheid


Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te kunnen zorgen. Jezelf te redden zonder hulp van anderen. De ontwikkeling van zelfredzaamheid verschilt per kind. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.




Slide 8 - Slide

Wat is ADL?

Slide 9 - Mind map

ADL staat voor
 Activiteiten van het Dagelijks Leven.
 Dit zijn de basisactiviteiten die een persoon elke dag uitvoert om voor zichzelf te zorgen. 
ADL-vaardigheden zijn essentieel voor zelfredzaamheid en onafhankelijkheid in het dagelijks leven.

Slide 10 - Slide

Overleg in groepjes: noem 5 ADL-activiteiten

Slide 11 - Open question

Voorbeelden van ADL-activiteiten
  • Persoonlijke verzorging: wassen, tanden poetsen, haren kammen.
  • Kleding aan- en uittrekken: zelfstandig aankleden, schoenen aantrekken.
  • Eten en drinken: zelf eten bereiden, drinken inschenken en nuttigen.
  • Mobiliteit: lopen, traplopen, opstaan uit een stoel, in en uit bed stappen.
  • Toileteren: zelfstandig naar het toilet gaan en hygiëne handhaven.
  • Huishoudelijke taken: eenvoudige huishoudelijke activiteiten zoals de tafel dekken, afwassen of vuilnis wegbrengen.

Slide 12 - Slide

Elke leeftijdsgroep kun je stimuleren in hun zelfredzaamheid. Alleen elke groep heeft iets anders nodig. Daar waar je bij jongere kinderen meer inzet op zelfzorg (jassen aandoen, handen wassen, etc.) zul je bij een ouder kind eerder kunnen stimuleren in zaken rondom planmatig werken.

Slide 13 - Slide

Signaleren en Reageren op Behoefte aan Ondersteuning
  • Hoe we kunnen herkennen wanneer iemand hulp nodig heeft, en hoe we daar goed op kunnen reageren?
  • Dit is belangrijk omdat niet iedereen altijd kan of durft te zeggen dat ze hulp nodig hebben. 
  • Soms moeten wij de signalen zelf herkennen om anderen te kunnen helpen."

Slide 14 - Slide

Overleg in groepjes welke herkenbare situaties die jullie al zijn tegenkomen in het dagelijks leven, stage of werk.

Slide 15 - Open question

Verschillende situaties
Fysieke situatie: Bijvoorbeeld, stel je voor dat een leerling zijn arm heeft gebroken en moeite heeft met het openen van een deur. Hoe kun je dit signaleren en wat zou je kunnen doen om te helpen?
Emotionele situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die vaak stil en teruggetrokken is en minder betrokken lijkt bij de activiteiten in de klas. Hoe kun je opmerken dat deze persoon zich misschien niet goed voelt en hoe kun je hier passend op reageren?
Sociale situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die regelmatig alleen zit tijdens de lunch of activiteiten vermijdt. Hoe kun je dit signaleren en op een manier ondersteuning bieden zonder de leerling zich ongemakkelijk te laten voelen?

Slide 16 - Slide

Mogelijke signalen die wijzen op behoefte aan ondersteuning

Verbaal: "Ik weet niet hoe ik dit moet doen", "Ik voel me niet goed".
Non-verbaal: Huilen, terugtrekken, onrustig gedrag, fronsen, vermoeidheid.

Slide 17 - Slide

Examen B
Het examen bestaat uit één werkproces

  • Exameneenheid P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid

Ga naar it’s learning

Slide 18 - Slide

P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid

We gaan in het eerste werkproces verdiepen


Examenopdracht:


Slide 19 - Slide

Duo opdracht
  1. Lees de examenopdracht
  2. Beschrijf in eigen woorden wat moet je voor dit examen doen?
  3. Welke vragen heb je over de afnameconditie van het examen?
  4. Wat is de beoordelingsvorm van dit examen?
  5. Welke bewijsstukken moet je aanleveren?
  6. Wie gaat dit examen beoordelen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide