Lesweek 3 cursus B

Lesweek   3
cursus B
onderwijs assistente

1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesweek   3
cursus B
onderwijs assistente

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet de student:
  • Wat het begrip zelfredzaamheid en ADL inhoudt

Slide 2 - Slide

Periode 5

Slide 3 - Slide

Werkproces P3-K1-W5
is gekoppeld aan examen B

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke boeken/bronnen ga je gebruiken
  • Lesmateriaal op Learning Matters.
  • Boek Gezondheid & omgeving
  • Boek School en Didactiek
  • In de planner staat welke bronnen/boeken we de desbetreffende week gaan gebruiken

Slide 6 - Slide

Formatieve toetsing
  • Je wordt beoordeeld door stage en door je docent
  • Een onvoldoende of goed beoordeling moet worden onderbouwd door je begeleider
  • Naam en handtekening van de begeleider zijn verplicht (op papier)
  • Maak een foto of scan van je beoordeling in en voeg deze toe aan je verslag
  • Beoordeling niet bijgevoegd dan wordt je verslag niet nagekeken

Slide 7 - Slide

Agenda

Inleveren formatieve toets

Maandag 21-10-2024

Niet ingeleverd is een onvoldoende

Slide 8 - Slide

Vandaag

Slide 9 - Slide

Wat is zelfredzaamheid?

Slide 10 - Mind map

Zelfredzaamheid


Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te kunnen zorgen. Jezelf te redden zonder hulp van anderen. De ontwikkeling van zelfredzaamheid verschilt per kind. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.




Slide 11 - Slide

Wat is ADL?

Slide 12 - Mind map

ADL staat voor
 Activiteiten van het Dagelijks Leven.
 Dit zijn de basisactiviteiten die een persoon elke dag uitvoert om voor zichzelf te zorgen. 
ADL-vaardigheden zijn essentieel voor zelfredzaamheid en onafhankelijkheid in het dagelijks leven.

Slide 13 - Slide

Overleg in groepjes: noem 5 ADL-activiteiten

Slide 14 - Open question

Voorbeelden van ADL-activiteiten
  • Persoonlijke verzorging: wassen, tanden poetsen, haren kammen.
  • Kleding aan- en uittrekken: zelfstandig aankleden, schoenen aantrekken.
  • Eten en drinken: zelf eten bereiden, drinken inschenken en nuttigen.
  • Mobiliteit: lopen, traplopen, opstaan uit een stoel, in en uit bed stappen.
  • Toileteren: zelfstandig naar het toilet gaan en hygiëne handhaven.
  • Huishoudelijke taken: eenvoudige huishoudelijke activiteiten zoals de tafel dekken, afwassen of vuilnis wegbrengen.

Slide 15 - Slide

  • Een individu die wordt geboren is in eerste instantie nog niet zelfredzaam en moet met alles geholpen worden. 
  • De ontwikkeling van zelfredzaamheid is een proces, waarbij het kind steeds meer dingen zelfstandig kan doen. 
  • Het is belangrijk de zelfredzaamheid van kinderen te ontwikkelen (stimuleren), omdat het kinderen een competent gevoel geeft.
  •  --> Ik kan dat zelf, niemand hoeft mij te helpen. (vergroten zelfvertrouwen)

Slide 16 - Slide

Hoe kun jij kinderen in de onder-, midden- of bovenbouw helpen zelfredzaam te
worden?

Slide 17 - Open question

Elke leeftijdsgroep kun je stimuleren in hun zelfredzaamheid. Alleen elke groep heeft iets anders nodig. Daar waar je bij jongere kinderen meer inzet op zelfzorg (jassen aandoen, handen wassen, etc.) zul je bij een ouder kind eerder kunnen stimuleren in zaken rondom planmatig werken.

Slide 18 - Slide

Hoe zelfstandig vind je jezelf?
0100

Slide 19 - Poll

Op welke punten wil je nog zelfstandiger worden? Geef eens voorbeelden

Slide 20 - Open question

Welke taken op het gebied van zelfredzaamheid stimuleren komen op jouw stage voor?

Slide 21 - Open question

Filmpje
Bekijk het filmpje over zelfredzaamheid en autonomie. Beschrijf het gedrag van moeder en zoon en de gevolgen hiervan.

Slide 22 - Slide

2

Slide 23 - Video

00:33
Hoe zou je de zelfredzaamheid en autonomie stimuleren?

Slide 24 - Open question

Opdracht 
Ga op zoek naar bronnen die je meer informatie geven over zelfredzaamheid. Raadpleeg ten minste drie verschillende bronnen. Omschrijf vervolgens de betekenis van het woord zelfredzaamheid in eigen woorden en leg de term uit in relatie tot het onderwijs.

 

Slide 25 - Slide

Denk terug aan jouw eigen basisschoolperiode. Op welke manier werd er door de leerkracht ingezet op het stimuleren van jouw zelfredzaamheid? Benoem er 5

Slide 26 - Open question

Signaleren en Reageren op Behoefte aan Ondersteuning
  • Hoe we kunnen herkennen wanneer iemand hulp nodig heeft, en hoe we daar goed op kunnen reageren?
  • Dit is belangrijk omdat niet iedereen altijd kan of durft te zeggen dat ze hulp nodig hebben. 
  • Soms moeten wij de signalen zelf herkennen om anderen te kunnen helpen."

Slide 27 - Slide

Overleg in groepjes welke herkenbare situaties die jullie al zijn tegenkomen in het dagelijks leven, stage of werk.

Slide 28 - Open question

Verschillende situaties
Fysieke situatie: Bijvoorbeeld, stel je voor dat een leerling zijn arm heeft gebroken en moeite heeft met het openen van een deur. Hoe kun je dit signaleren en wat zou je kunnen doen om te helpen?
Emotionele situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die vaak stil en teruggetrokken is en minder betrokken lijkt bij de activiteiten in de klas. Hoe kun je opmerken dat deze persoon zich misschien niet goed voelt en hoe kun je hier passend op reageren?
Sociale situatie: Bijvoorbeeld, een leerling die regelmatig alleen zit tijdens de lunch of activiteiten vermijdt. Hoe kun je dit signaleren en op een manier ondersteuning bieden zonder de leerling zich ongemakkelijk te laten voelen?

Slide 29 - Slide

Mogelijke signalen die wijzen op behoefte aan ondersteuning

Verbaal: "Ik weet niet hoe ik dit moet doen", "Ik voel me niet goed".
Non-verbaal: Huilen, terugtrekken, onrustig gedrag, fronsen, vermoeidheid.

Slide 30 - Slide

Groepsdiscussie
"Wat zou je kunnen doen als je merkt dat iemand zich verdrietig of eenzaam voelt?"


Slide 31 - Slide

"Heb je ooit een situatie meegemaakt waarin iemand hulp nodig had, maar dit niet direct zei?"

Slide 32 - Slide

"Hoe weet je wanneer iemand hulp nodig heeft zonder dat ze dat met woorden zeggen?"

Slide 33 - Slide

"Onthoud dat het niet alleen belangrijk is om signalen te herkennen, maar ook om op een empathische manier te reageren. Wees alert, toon begrip, en vraag jezelf altijd af: ‘Hoe kan ik deze persoon het beste helpen?’."

Slide 34 - Slide

00:33
Wat zag je gebeuren?
Is er sprake van zelfredzaamheid?

Slide 35 - Open question

Terugblik
Aan het eind van deze 2 les weken weet de student:
  • Wat er onder zelfredzaamheid en algemene dagelijkse levensverrichtingen valt
  • Hoe hij de leerlingen kan ondersteunen om de zelfredzaamheid te vergroten
  • Hoe hij passend reageert op signalen aan behoefte aan ondersteuning

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide