Oorlog in Nederland

Oorlog in Nederland
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Oorlog in Nederland

Slide 1 - Slide

Herhaling
  • Omschrijf de politieke situatie van de Nederlanden vóór de Opstand.
  • Welke 4 motieven hadden de Nederlanders om in opstand te komen tegen Spanje?
  • Leg ieder motief uit. 
  • Leg de aanleiding en verloop van de Beeldenstorm uit.

Slide 2 - Slide

Reactie Beeldenstorm
Na de Beeldenstorm stuurt Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden. Voor de Nederlanders werd prins Willem van Oranje de leider van de opstand. 
Alva maakte de opstand al snel ergens dan hij was. De Nederlanders moesten zelf opdraaien voor de kosten van het Spaanse leger. Hij stelt de 'tiende penning' in. Er kwam een belasting van 10% op de verkoop van alles, behalve grond en huizen. Ook overlegd hij niet met de Staten-Generaal.

Slide 3 - Slide

Hertog van Alva
Willem van Oranje

Slide 4 - Slide

Burgeroorlog
De Opstand draaide al snel uit op een burgeroorlog. Bij de partij van Alva hoorden veel katholieken, bij Willem veel calvinisten. 
Er waren ook Nederlanders die geen partij kozen en buiten het conflict bleven. Naar mate de strijd zich uitbreidde, kreeg iedereen wel met de oorlog te maken. Vele huizen werden geplunderd en familieleden moesten het leger in.

Slide 5 - Slide

Watergeuzen
Uit angst vluchtten sommige calvinisten het land uit. Een aantal zwerft rond als piraten op zee - watergeuzen
Op 1 april 1572 nemen de watergeuzen Den Briel in. Een teken dat er gewonnen kon worden en dat de Hollandse steden ook in opstand moesten komen. Niet alle steden deden vrijwillig mee, soms werden ze met geweld of door het calvinistische stadsbestuur gedwongen. De watergeuzen plunderen veel ver vermoorden vele katholieke priesters

Slide 6 - Slide

Oorlog
Militair stelden de opstandelingen niet veel voor, maar ze hadden geluk dat Alva veel troepen in Brabant neerzette. Dit was een rijke en belangrijke provincie om in bezit te houden. Alva verwachtte hier een aanval van Willem, omdat hij dan de steden Antwerpen, Mechelen en Brussel in houden zou krijgen. In de eerste maanden konden de opstandelingen in het noorden daarom hun gang gaan.

Slide 7 - Slide

Belegeren
Eind 1572 trekt het Spaanse leger naar het noorden. Steden werden belegerd om ze terug te veroveren. Als dit lukte werden opstandelingen met honderden vermoord. 
De Spanjaarden wilden met terreur zorgen dat geen nieuwe steden in opstand kwamen. Dor de moordpartijen vertrouwden niemand de Spanjaarden meer. Ze werden toch wel vermoord.

Daarnaast hadden vele Hollandse steden omliggend land onder water gezet. Een aanval van dichtbij was daarom onmogelijk. Vele steden bleven in handen van de opstandelingen. 

Slide 8 - Slide

Afzweren
In de provincie Holland ontstond een gebied dat de Spaanse koning niet kon terugveroveren. Andere provincies sloten zich daarbij aan: Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland. 

In 1579 sloten ze de 'Unie van Utrecht'. Daarmee beloofden ze elkaar te helpen in de strijd. 
In 1581 werd het 'Plakkaat van Verlatinge' getekend. De provincies hadden samen de koning afgezet. Dit was een keerpunt. Voor het eerst zeiden onderdanen dat de koning er voor hun was, en niet andersom. Voor het eerst werd een koing afgezet door zijn onderdanen. 

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 11 t/m 17

Slide 10 - Slide