Les 3 Vragen stellen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Even terugblikken op vorige week
Vorige week hebben we de onderstaande zaken behandeld:
  • een rationeel en een emotioneel koopmotief 
  •  drie verkoopsystemen 
  • en de volgorde van de VOCATIO-formule
Wat weten we er nog van?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welke consumentenbehoefte wordt met dit product bevredigd?

Slide 8 - Mind map

Welke consumentenbehoeftes worden met dit product bevredigd?

Slide 9 - Mind map

Zoek foto's van producten waarbij de verschillende koopmotieven gelden en zoek er ook nog twee bij met een ander koopmotief

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Een voorbeeld van een rationeel koopmotief voor een aquarium is
A
De kosten vallen heel erg mee
B
De vissen worden te groot
C
Mijn buurman heeft er ook een
D
Mijn kinderen kunnen niet zonder

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld voor een emotioneel koopmotief voor een kanarie is
A
Het onderhoud is niet zo moeilijk
B
Mijn buurman heeft er ook een
C
De kosten vallen heel erg mee
D
De kinderen kunnen echt niet zonder

Slide 15 - Quiz

Welke 3 verkoopsystemen zijn er genoemd in de les?
A
Bediening
B
Zelfkeuze
C
Zelfbediening
D
Online bestellen

Slide 16 - Quiz

welke onderdelen in het verkoopgesprek staan in de VOCATIO-formule?

Slide 17 - Mind map

Slide 18 - Slide

Wat is het verschil tussen een doelgerichte klant en een Funshopper?

Slide 19 - Open question

Huiswerk van vorige week 
Zijn er nog 
vragen 
hierover?

Slide 20 - Slide

Vragen stellen
De student kan communicatietechnieken (verkoopgesprek) toepassen.
De student kan communicatieve vaardigheden toepassen: luisteren, samenvatten en doorvragen.

Slide 21 - Slide

vaststellen koopmotief
In de vorige les hebben we de koopmotieven behandeld:
Als je het koopmotief weet, kun je de klant ook veel beter adviseren.
Om het koopmotief te achterhalen probeer je te  trechteren door de juiste vragen te stellen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Open vragen
  • Begint vaak met wie,wat,waar,wanneer,waarom,welke,hoe(vaak) en hoeveel....................
  • Levert veel informatie op
  • Het gesprek is soms lastig te sturen (je geeft de klant veel ruimte)
  • Kan veel overbodige informatie opleveren

Slide 24 - Slide

gesloten vragen
  • Zijn vragen waarop je alleen met ja en/of nee kunt antwoorden
  • Je kunt hiermee het gesprek sturen
  • Maakt het voor de klant gemakkelijker
  • levert vaak niet genoeg informatie op

Slide 25 - Slide

oefening
Ga vrij ergens in het lokaal staan.
We gaan nu door elkaar lopen
Je tikt een willekeurige klasgenoot op de schouder en stelt een gesloten vraag. 
De klasgenoot moet deze ombouwen naar een open vraag.
Daarna ga je weer rond lopen en vragen stellen tot de docent aangeeft om te stoppen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Keuzevragen, directe vragen, indirecte vragen
en suggestieve vragen, wat houden deze in, en geef een voorbeeld

Slide 28 - Open question

oefenen
We gaan nu in groepjes van 3 oefenen in het vragen stellen.

Je krijgt kaartjes met een vraag van een klant. Probeer de klantbehoefte door middel van vragen te achterhalen.

Er zijn 3 rollen: Medewerker, klant en observant
Je wisselt van rol.

Slide 29 - Slide

En.....
Hoe zijn de gesprekken verlopen?
Wat ging er goed en wat kun je nog verbeteren?

Slide 30 - Slide

Opdracht (ook huiswerk)
Lezen uit het studieboek hoofdstuk 2.4 
Maken in het werkboek hoofdstuk 2.4 

Voor volgende week vast lezen in het studieboek hoofdstuk 2.5 en 2.6

Slide 31 - Slide